Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
De voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
ostbus 20018
P
2500 EA Den Haag
Den Haag Ons kenmerk Uw brief van Uw kenmerk
22 september 2008 DCE/08/52748 31 juli 2008 2070826560
Onderwerp Bijlage(n)
Beantwoording vragen over Europees 1
aanbesteden en architectonische kwaliteit
Hierbij zend ik u de antwoorden op de schriftelijke vragen van de leden Vermeij en Leerdam, inzake
Europees aanbesteden en architectonische kwaliteit.
De vragen 2, 3, 4 en 6 beantwoord ik mede namens de minister van Economische Zaken, die
verantwoordelijk is voor de nationale aanbestedingsregelgeving.
De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
dr. Ronald H.A. Plasterk
6
44
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
OCW 11 Rijnstraat 50, Postbus 16375, 2500 BJ Den Haag, T +31-70-4123457 F +31-70-4123456 www.minocw.nl
blad 2/4
Antwoorden op de schriftelijke vragen van de Kamerleden Vermeij en Leerdam van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal aan de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (31 juli 2008
kenmerk 2070826560).
1 Vraag:
Bent u op de hoogte van het rapport `Naar een Nieuwe Aanbestedingscultuur Europees Aanbesteden
van Architectendiensten in Nederland' van Atelier Kempe Thill en onderschreven door tal van
Nederlandse architecten?
Antwoord:
Ja.
2 Vraag:
Deelt u de analyse van dit rapport dat de informele cultuur die de Nederlandse architectuurwereld
altijd heeft gekenmerkt, sinds de invoering van de Europese Richtlijn voor openbare aanbestedingen
gefrustreerd wordt door de formelere cultuur van de Europese Unie, waardoor in plaats van de
bedoeling van de aanbestedingswetgeving - markten openen en cultuur stimuleren de wijze waarop
deze wet in Nederland wordt gehanteerd juist het tegenovergestelde effect heeft?
Antwoord:
Mijn zorgen betreffen niet zozeer de teloorgang van de informele cultuur als wel de belemmeringen die
de wijze waarop de Europese richtlijn in de praktijk wordt toegepast opwerpt voor kwaliteit, innovatie
en talentontwikkeling. In het rapport concludeert men dat door specifieke eisen aan omzet en
referentieopdrachten, kleinere bureaus niet kunnen meedingen naar grote opdrachten. Het stellen van
hoge eisen aan omzet en referentieopdrachten kan er inderdaad toe leiden dat kleinere bureaus en
beginnende architecten op die gronden buiten de boot kunnen vallen.
De minister van Economische Zaken is zich nu aan het bezinnen op nieuwe beleidsplannen ter
verbetering van de huidige aanbestedingspraktijk. In deze beleidsplannen zal de verbetering van de
toegang van kleine en beginnende bedrijven tot overheidsopdrachten, en daarmee ook jonge
architecten en kleine architectenbureaus, een belangrijk doel zijn.
Voor wat betreft architectuur in het bijzonder heeft het kabinet in de architectuurnota Een cultuur van
ontwerpen de kwestie onderkend en initiatieven aangekondigd die tot verbetering moeten leiden. Dit
betreft onder andere een nadere verkenning van de problematiek door de Rijksbouwmeester (in
overleg met de Bond van Nederlandse Architecten (BNA)) en het opstellen van een leidraad voor
opdrachtgevers. Verder kan ik u melden dat Architectuur Lokaal het voornemen heeft in samenwerking
met de Rijksbouwmeester nog dit jaar een conferentie te organiseren over Europees aanbesteden in de
architectuursector.
3 Vraag:
Bent u van mening dat publieke opdrachtgevers zich vooral moeten richten op de vraag hoe kwaliteit
gerealiseerd kan worden - met ruimte voor experimenten en innovatieve oplossingen - en niet beperkt
dient te blijven tot de vraag of procedures juridisch en budgettair waterdicht zijn, er geen fouten
worden gemaakt en niemand klaagt? Zo neen, waarom niet?
Antwoord:
Ik ben een voorstander van het gunnen op basis van de beste prijs-kwaliteitverhouding. Niet elke
opdracht leent zich er echter voor om te gunnen op basis van prijs-kwaliteitverhouding. Voor bepaalde
opdrachten kan het beter zijn om te gunnen op basis van de laagste prijs. De aanbestedende dienst
moet uiteindelijk bepalen welk gunningscriterium het best bij een opdracht past. Dit laat onverlet dat
ik het van belang vind dat onder kwaliteit ook culturele kwaliteit en innovatie kan worden verstaan en
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Rijnstraat 50, Postbus 16375, 2500 BJ Den Haag, T +31-70 - 4123457 F +31-70-4123456 www.minocw.nl
blad 3/4
dat opdrachtgevers zich daarvan in het algemeen bewust zouden moeten zijn. Aanbestedende diensten
zouden, met inachtneming van de Europese aanbestedingsrichtlijnen, bijzondere gunningscriteria
kunnen meenemen in een aanbesteding, zoals bijvoorbeeld de culturele kwaliteit van een product of
dienst.
Om aanbestedende diensten hierbij op weg te helpen, geeft PIANOo ondersteuning en voorlichting over
het gunnen op basis van kwaliteit. Om de aanbestedende diensten te blijven ondersteunen, heeft de
minister van Economische Zaken onlangs besloten PIANOo voort te laten bestaan voor nog eens een
periode van drie jaar. PIANOo zal zich hierbij meer gaan ontwikkelen tot een kennis- en
expertisecentrum dat zelf gezaghebbende antwoorden geeft op vragen uit de praktijk.
4 Vraag:
Bent u van mening dat het van groot belang is dat de aanbestedingsregels ook kleinere bureaus en
beginnende architecten de mogelijkheid moet bieden mee te dingen naar publieke opdrachten?
Antwoord:
Ja. Zie verder mijn antwoord op vraag 2.
5 Vraag:
Deelt u de aanbeveling van het rapport analoog aan de praktijk in Spanje, België, Duitsland en
Oostenrijk, waar de Europese aanbestedingsregels zo worden gehanteerd dat architectonische
kwaliteit gestimuleerd in plaats van gefrustreerd wordt om in Nederland een
aanbestedingsautoriteit, een 'publiekrechtelijke organisatie opgezet vanuit de
architectengemeenschap zelf', op te richten?
Antwoord:
Uit de verkenning van Atelier Kempe Thill blijkt dat in de onderzochte landen de ondersteuning van
opdrachtgevers t.a.v. de culturele verantwoording bij aanbestedingen op verschillende wijze vorm
krijgt. In Nederland is er vanuit het rijksarchitectuurbeleid al jaren veel aandacht voor de kwaliteit van
het opdrachtgeverschap, wat tot uitdrukking komt in onder andere de rol van de Rijksbouwmeester, de
ondersteuning van Architectuur Lokaal en de rijksprijs de Gouden Piramide. Daarbij wordt beoogd om
de culturele component van de architectuur juist bij opdrachtgevers goed op het netvlies te krijgen.
Het is de vraag of het oprichten van een afzonderlijke autoriteit als 'cultureel geweten' aan dat streven
dienstbaar zou zijn. Maar ook los daarvan zie ik op dit moment geen aanleiding voor het instellen van
een afzonderlijke autoriteit. De onderkenning van de problematiek zoals die zich aftekent bij
opdrachtgevers en architecten, geeft mij het vertrouwen dat zij samen in staat zullen zijn hun
werkwijze waar nodig aan te passen. De uit te werken maatregelen ten aanzien van knelpunten bij
Europese aanbesteding in algemene zin en de aangekondigde initiatieven vanuit het architectuurbeleid
kunnen dat proces ondersteunen.
6 Vraag:
Bent u van mening dat de analyse van Atelier Kempe Thill onderstreept wordt door het feit dat zeven
van de in totaal twaalf overgebleven architectenbureaus die geselecteerd waren om mee te dingen
naar het ontwerp van het Westlandse stadhuis uit ongenoegen over de - in de woorden van Jo Coenen -
`steeds verder opgeschroefde eisen van deze gemeente' afhaakten? Zo neen, waarom niet?
Antwoord:
Ik hecht belang aan een goed architectenselectieproces bij opdrachten zoals in het onderhavige geval
en ben van mening dat de eisen bij aanbestedingen in verhouding moeten staan tot de aard en de
omvang van de opdracht. Gemeenten zijn echter, met inachtneming van de Europese
aanbestedingsrichtlijnen, vrij in het stellen van eisen aan kwaliteit en vorm. Het is niet aan mij om te
oordelen over specifieke gevallen zoals die van het Westlandse stadhuis.
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Rijnstraat 50, Postbus 16375, 2500 BJ Den Haag, T +31-70 - 4123457 F +31-70-4123456 www.minocw.nl
blad 4/4
7 Vraag:
Kunt u de Kamer voor de behandeling van de nota ``Een Cultuur van Ontwerpen visie architectuur en
ruimtelijk ontwerp' een gemotiveerde reactie doen toekomen op de probleemanalyse zoals die in `Naar
een Nieuwe Aanbestedingscultuur' is gemaakt en op het voorstel om door middel van een
aanbestedingsautoriteit de negatieve aspecten van de Europese aanbestedingsregels op de kwaliteit
van de architectuur én de marktkansen van startende architecten en kleine architectenbureaus te
slechten? Zo neen, waarom niet?
Antwoord:
Zoals ik heb aangegeven in mijn antwoord op vraag 5 acht ik het oprichten of aansturen van een
aanbestedingsautoriteit voor de architectuursector, niet noodzakelijk. Voor het overige heb ik in mijn
antwoord op vraag 2 aangegeven dat de minister van Economische Zaken zich aan het bezinnen is op
nieuwe beleidsplannen om de knelpunten uit de aanbestedingspraktijk weg te nemen. Ik acht het
opportuun te wachten op deze nieuwe beleidsplannen.
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Rijnstraat 50, Postbus 16375, 2500 BJ Den Haag, T +31-70 - 4123457 F +31-70-4123456 www.minocw.nl