Witteveen en Bos
Zoetwatervoorziening West-Brabant
Rijkswaterstaat heeft de eerste fase van de planstudie Waterkwaliteit
Volkerak-Zoom-meer afgerond. Het zoute alternatief komt hierin naar
voren als een effectief middel om de waterkwaliteit in het
Volkerak-Zoommeer te verbeteren. Dit zou echter leiden tot zout-
indringing in het Mark-Vlietsysteem in West-Brabant, hetgeen gevolgen
heeft voor de zoetwatervoorziening van de polders. Voor
Rijkswaterstaat en het Waterschap Brabantse Delta heeft Witteveen+Bos
de gevolgen in beeld gebracht.
Modelstudie
Voor peilhandhaving en kwaliteitsaspecten zijn veel West-Brabantse
polders afhankelijk van
de inlaat van zoet water vanuit de Mark-Vlietboezem. Zout water is
hiervoor minder bruikbaar, omdat dit schade geeft aan de
landbouwgewassen en de natuur. Met een modelstudie is onderzocht hoe
ver het zoute water in het Brabantse systeem opdringt en de knelpunten
die hierbij optreden. Vervolgens zijn maatregelen opgesteld om de
knelpunten op te lossen. De zoutindringing kan worden verminderd door
maatregelen bij de schutsluizen te treffen of door de Mark-Vlietboezem
door te spoelen met zoet water. Periodes met zout water kunnen ook
worden overbrugd door buffering van zoet water in de ondergrond of
door het zoute water te ontzilten.
Brede discussie
Enkele polders zijn momenteel voor de aanvoer van zoet water
afhankelijk van de Schelde-Rijnverbinding. Bij een zout
Volkerak-Zoommeer wordt ook de Schelde-Rijnverbinding zout.
Alternatieve aanvoerroutes van zoet water zijn onderzocht en
uitgewerkt tot een schetsontwerp met kostenraming. De kunstwerken en
watergangen zijn hierbij opnieuw gedimensioneerd. De
onderzoeksresultaten leveren een belangrijke bijdrage aan de Brede
Discussie Zoetwater-voorziening West-Brabant. Hierin participeren
onder andere de provincie, Rijkswaterstaat, Waterschap Brabantse Delta
en belangenor-ganisaties. Verder levert het eindrapport een
belangrijke bijdrage aan de voltooiing van de MER-Planstudie
Waterkwaliteit Volkerak-Zoommeer.