Rechterlijke uitspraak over private laboratoria
23 september 2008 - kamerstuk
Kamerbrief waarin de minister meldt dat een Europese richtlijn geen
ruimte laat voor betrokkenheid van private laboratoria bij officieel
fytosanitair onderzoek. De Kamerbrief gaat ook over Plantkeur.
Meer informatie
* Rechterlijke uitspraak over private laboratoria
Kamerstuk | 23-09-2008 | PDF-Document, 47 kB
Voor downloaden van PDF-bestanden:
Zie het origineel
Geachte Voorzitter,
Naar aanleiding van mijn brief van 14 juli 20081, en het verzoek van de vaste commissie
voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 3 september 2008, informeer ik u hierbij
over de gevolgen van de rechterlijke uitspraak van het College van Beroep voor het
bedrijfsleven (CBb) betreffende private laboratoria in relatie tot fytosanitair onderzoek.
Tevens bericht ik u over de stand van zaken rond Plantkeur.
Rechterlijke uitspraak fytosanitaire laboratoria
In mijn brieven van onder meer 13 december 20072 en 11 februari 20083, alsmede in het
mondelinge overleg daarover, is vastgesteld dat de Richtlijn 2000/29/EG (Fytorichtlijn)
geen ruimte laat voor betrokkenheid van private, commercieel opererende laboratoria bij
officieel fytosanitair onderzoek.
Op grond van het verzoek van de Europese Commissie om de betrokkenheid van private
laboratoria te beëindigen heb ik, na vooraankondigingen daartoe in 2006 en 2007,
besloten de aanwijzing van de betreffende private laboratoria als instanties die aardappelmoeheid-
vrijverklaringen (AM-vrijverklaringen) mogen afgeven met ingang van 1 juli 2008,
in te trekken. U bent hiervan op 15 mei 20074 op de hoogte gesteld. Deze intrekkingsbesluiten
zijn genomen op 2 augustus 2007.
Zoals ik in eerdere correspondentie heb aangegeven, betreft de intrekking de officiële
monstername en de afgifte van officiële verklaringen door de private laboratoria. Deze
taken zijn sinds 1 juli 2008 voorbehouden aan de vier plantaardige keuringsdiensten,
onder toezicht van de Plantenziektenkundige Dienst. De private laboratoria mogen na
1 juli 2008 de officiële laboratoriumanalyses vooralsnog blijven uitvoeren.
1 Kamerstukken II, 2007/08, 31 200 XIV, nr. 228.
2 Kamerstukken II, 2007/08, 31 200 XIV, nr. 158.
3 Kamerstukken II, 2007/08, 31 200 XIV, nr. 178.
4 Kamerstukken II, 2006/07, 30 800 XIV, nr. 103.
In een specifieke zaak waarin het fytosanitaire onderzoek een hoofdbestanddeel is van de
onderneming, heeft deze onderneming tegen het intrekkingsbesluit beroep ingesteld bij
het CBb. Het CBb heeft in deze zaak op 27 juni 2008 uitspraak gedaan. In mijn brief d.d.
14 juli 2008 heb ik uw Kamer op de hoogte gesteld van deze uitspraak. Zoals in betreffende
brief is gemeld, heeft het CBb vastgesteld dat de overheid terecht heeft geconcludeerd
dat de overdracht in Nederland van officiële fytosanitaire taken aan commercieel
opererende laboratoria, strijdig is met het communautaire recht (de Fytorichtlijn) en om
die reden ongedaan moet worden gemaakt. De intrekking is daarom rechtmatig, aldus het
CBb.
Gelet echter op de omstandigheden van het geval, waaronder het feit dat het fytosanitaire
onderzoek een hoofdbestanddeel van deze onderneming is, en daarmee de continuïteit
van de onderneming in het geding is, is de rechter wel van oordeel dat de onderneming
onevenredig is getroffen door de intrekking. Gelet op deze individuele situatie acht het
CBb de door de overheid getroffen overgangsperiode onvoldoende.
Het CBb heeft geoordeeld dat de overheid in deze individuele zaak vóór 1 november 2008
een nieuwe intrekkingsbeslissing moet nemen met een intrekkingsdatum die niet vóór
1 juli 2009 mag liggen. Tevens zal in dat intrekkingsbesluit een bepaling omtrent nadeelcompensatie
moeten worden opgenomen.
Ik heb besloten om onverkort uitvoering te geven aan de uitspraak van het CBb.
Overeenkomstig de uitspraak zal de intrekking in beginsel op 1 juli 2009 worden gezet
en zal de nadeelcompensatie worden bepaald met inachtneming van de geldende jurisprudentie.
Stand van zaken Plantkeur
Zoals ik uw Kamer per brief heb gemeld5, is Plantkeur per 1 september 2007 in werking
getreden, waarbij de fytosanitaire import- en exportinspecties, alsmede exportcertificering
in mandaat zijn overgedragen aan de vier plantaardige keuringsdiensten (NAK,
Naktuinbouw, BKD en KCB). De inwerkingtreding is soepel verlopen en het systeem
functioneert naar tevredenheid van zowel de betrokken diensten als het bedrijfsleven.
Met de Europese Commissie is vanaf 2006 intensief ambtelijk overleg gevoerd over de
voorgenomen wijzigingen in het fytosanitaire inspectiestelsel in Nederland. In de tweede
helft van 2007 heeft Nederland via ambtelijk overleg en correspondentie met name nadere
toelichting gegeven op zorgpunten van de Commissie ten aanzien van de onafhankelijkheid
van keuringsdiensten en de rol van laboratoria in relatie tot Richtlijn 2000/29/EG. Eind
2007 heeft het Inspectoraat van de EU (Food and Veterinary Office (FVO) een audit
uitgevoerd op het nieuwe Nederlandse inspectiestelsel. De FVO heeft daarbij geconstateerd
dat het nieuwe inspectiestelsel in de praktijk goed functioneert en heeft een positief
oordeel gegeven. De Europese Commissie kijkt op dezelfde wijze aan tegen het nieuwe
Nederlandse inspectiesysteem.
Wereldwijd is de nieuwe werkwijze geaccepteerd, alleen Rusland weigert vooralsnog
Plantkeur te accepteren. Daarom is er voor Rusland een tijdelijke overgangsregeling
waarbinnen de fytosanitaire exportinspecties plaatsvinden volgens het systeem van vóór
Plantkeur.
5 Kamerstukken II, 2007/08, 31 200 XIV, nr. 181.
Dat houdt in dat bij de Plantenziektenkundige Dienst acht inspecteurs op tijdelijke basis de
Rusland-keuringen verrichten. Mede gezien het feit dat de kosten voor deze overgangsregeling
hoog zijn, geef ik hoge prioriteit aan de acceptatie van Plantkeur door de
Russische Federatie. Als resultaat van overleg met mijn Russische ambtsgenoot in Moskou
begin september zal in de week van 1 oktober 2008 een Russische delegatie in Nederland
verblijven voor een audit van het inspectie- en certificeringssysteem.
Deze Russische missie is van cruciaal belang en ik reken erop dat deze bij zal dragen aan
een spoedige acceptatie van Plantkeur door Moskou. Nadat de resultaten van de missie
bekend zijn, zal ik mij beraden over verdere stappen.
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,
G. Verburg
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit