over het bericht dat jaarlijks duizenden ervaren verpleegkundigen
vroegtijdig de zorg verlaten en van Agema over het bericht dat het
verlies van ervaren personeel een acuut probleem is in de zorg
Antwoorden op kamervragen van Leijten over het bericht dat jaarlijks
duizenden ervaren verpleegkundigen vroegtijdig de zorg verlaten en van Agema
over het bericht dat het verlies van ervaren personeel een acuut probleem is
in de zorg
Kamerstuk, 23 september 2008
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
MEVA-K-U-2873998
23 september 2008
Antwoorden van minister Klink, mede namens de staatssecretaris van
Volksgezondheid, Welzijn en Sport, op de vragen van het Kamerlid
Leijten (SP) over het bericht dat jaarlijks duizenden ervaren
verpleegkundigen vroegtijdig de zorg verlaten (2070826980) en op de
vragen van het Kamerlid Agema (PVV) over het bericht dat het verlies
van ervaren personeel een acuut probleem is in de zorg (2070827510).
Vraag 1
Wat is uw reactie op de uitkomsten van het onderzoek van de
beroepsverenigingen VenVN en Nu91, waaruit blijkt dat 50 plussers die
in de zorg werkzaam zijn de sector vroegtijdig verlaten? 1)
Antwoord 1
Het krantenbericht is niet gebaseerd op (recent) onderzoek, maar op
ervaringen van een aantal verpleegkundigen die de zorg verlaten hebben
en zich gemeld hebben bij het meldpunt van NU'91 betreffende de
arbeidsmarktproblematiek.
Wat langer geleden heeft de V&VN een onderzoek onder 194 oudere
verpleegkundigen en verzorgenden in het noorden van het land
uitgevoerd. In dat onderzoek zijn geen gegevens opgenomen over de mate
waarin 50-plussers daadwerkelijk de zorg voortijdig verlaten. Wel gaat
het onderzoek in op de werkbeleving en de knelpunten daarbij van deze
groep 50-plussers. Het biedt daarmee goede aanknopingspunten voor de
betrokken zorginstellingen om tot een succesvol levensfasebewust
personeelsbeleid te komen.
Vraag 2
Wat is uw reactie op het bericht dat de kwaliteit van zorg, volgens
deze oudere en ervaren zorgverleners, slechter wordt, omdat zij door
tijdsgebrek ernstig tekort schieten in de zorgverlening?
Antwoord 2
Berichten over tekortschietende kwaliteit van zorg moeten altijd
serieus genomen worden. Goede zorg is voor degenen die het nodig
hebben zeer belangrijk. In het artikel in het Nederlands Dagblad staan
de meningen en ervaringen van enkele medewerkers die de zorg verlaten
hebben. Zonder iets af te willen doen aan hun ervaringen, ben ik voor
mijn beleidsvorming aangewezen op meer gefundeerd onderzoek,
bijvoorbeeld onderzoek van de inspectie op basis van kwaliteitsnormen
die inmiddels zorgbreed ontwikkeld worden. Wanneer zorgprofessionals
van mening zijn dat ze de kwaliteit van zorg in hun organisatie zien
verslechteren dan kan men altijd een melding doen bij het loket van de
IGZ.
Vraag 3
Hoeveel 50- plussers verlaten op dit moment de zorg en om welke
redenen? Hoe hoog is het ziekteverzuim onder deze groep? Indien deze
gegevens niet voorhanden zijn, bent u dan bereid dit vanaf 1 september
a.s. te onderzoeken en te laten monitoren? Zo neen, waarom niet?
Antwoord 3
Op basis van Prismant- cijfers (Arbeid in Zorg en Welzijn 2008, nog te
verschijnen) kan het volgende beeld worden geschetst. Van de 490.000
werknemers die als verpleegkundige of verzorgende werkzaam zijn in de
zorg is ruim een kwart ouder dan 50 jaar (132.000). Van deze
50-plussers hebben in 2007 6.600 werknemers hun baan opgezegd. Daarvan
zijn er 2.400 met (pré-)pensioen gegaan, 2.600 mensen zijn elders in
de zorg gaan werken en 1.600 personen zijn voortijdig gestopt met
werken of zijn in een andere sector gaan werken. Dit laatste aantal
(1.600) is de laatste jaren aanzienlijk gedaald en omvatte in 2007
circa 0,3% van het totaal aan verpleegkundig en verzorgend personeel
en circa 1% van alle werkzame 50-plussers.
Door deze 1.600 vertrekkers worden meer redenen genoemd voor hun
vertrek. Gezondheid en daaraan gerelateerde problemen worden het meest
genoemd (circa 50%). Veruit de grootste groep beschouwt het vertrek
uit de zorg als onvermijdbaar. Opvallend is overigens dat deze
vertrekkers gemiddeld een kleiner dienstverband hebben dan degenen die
blijven werken in de zorg.
Het ziekteverzuim (bron: Vernet) onder 55-plussers bedroeg in 2007
5,9% en dat van 46-55-jarigen 5,6%. In 2002 was dat respectievelijk
7,0% en 7,4%. Het verzuim van deze twee leeftijdsgroepen ligt boven
het gemiddelde verzuim van 5,1% in de zorg. Dat is overigens ook voor
andere sectoren het gebruikelijke beeld.
Verder onderzoek is op dit moment niet aan de orde. Ik zal dit wel
blijven monitoren.
Vraag 4
Erkent u dat, om zorgverleners te behouden voor de zorg (naast
scholing, carrièreperspectieven, goede secundaire voorwaarden,
leeftijdsbewust personeelsbeleid) ook maatregelen genomen dienen te
worden om het fysiek en geestelijk vol te houden, en dat deze
maatregelen vooral liggen in het verminderen van de werkdruk en het
behouden en uitbreiden van de mogelijkheden om goede kwaliteit van
zorg te kunnen geven? Zo ja, welke maatregelen gaat u treffen om er
voor te zorgen dat de werkdruk naar beneden gaat in de zorg en mensen
die werkzaam zijn in de zorg in staat worden gesteld hun beroep op de
juiste wijze uit te kunnen voeren? Zo neen, waarom niet?
Antwoord 4
Gegeven de (toekomstige) krapte op de arbeidsmarkt is het belangrijk
om zorgverleners zoveel mogelijk te behouden voor de zorg. Meer
aspecten spelen daarbij een rol, onder andere de aspecten die in de
vraag genoemd zijn. Voor de werkgevers in de zorg is het belangrijk om
te zorgen voor een goede mix, mede afgestemd op de individuele wensen
en behoeftes van de medewerkers.
Het is niet de primaire verantwoordelijkheid van de overheid om hier
beleid op te voeren. Wel vind ik het belangrijk om de zorginstellingen
waar nodig te ondersteunen bij het levensfasebewust personeelsbeleid,
zoals ook al in de arbeidsmarktbrief 2007 is aangegeven en verder
uitgewerkt wordt in de brief die binnenkort naar de TK gestuurd wordt
naar aanleiding van de motie-Schippers.
Vraag 5
Hoe verhouden de uitkomsten van het onderzoek en uw streven om meer
part-timers te stimuleren méér te gaan werken, zich tot elkaar?
Antwoord 5
Er blijkt geen recent onderzoek te zijn, alleen een krantenbericht
(zie mijn antwoord op vraag 1). Het is inderdaad mijn streven om
deeltijders te stimuleren meer uren te werken. Ik weet niet (positief
dan wel negatief) wat de directe samenhang daarvan is met de
uitkomsten in het krantenbericht. Wel blijkt dat 50-plussers met
kleine deeltijdbanen de zorg relatief meer voortijdig verlaten (zie
ook antwoord op vraag 3).
Vraag 6
Op welke wijze stimuleert u het voeren van een levensfasebewust
personeelsbeleid? Kunt u toezeggen dat in verdere plannen de oudere
werknemers eerder opgebouwde rechten behouden? (2)
Antwoord 6
Voor de wijze waarop ik het levensfasebewust personeelsbeleid
stimuleer verwijs ik naar het antwoord op vraag 4.
Het kamerstuk waar het tweede deel van de vraag betrekking op heeft
bevat geen 14 pagina's en gaat niet over de eerder opgebouwde rechten
van oudere werknemers. Ik kan overigens niet toezeggen dat deze
rechten behouden blijven, omdat ik daar niet over ga. Het is een
onderwerp voor de CAO-tafel, waar de overheid niet bij betrokken is.
1) Nederlands Dagblad 5 augustus :
http://www.nd.nl/Document.aspx?document=nd_artikel&id=118911
2) Kamerstuk 29282 nr.16, pag. 14
Antwoorden op Kamervragen van het Kamerlid Agema (PVV) over het
bericht dat het verlies van ervaren personeel een acuut probleem is in
de zorg.
(19 augustus 2008)
Vraag 1
Bent u bekend met de berichten "Verlies ervaring acuut probleem in
zorg" en "Ervaren, onmisbaar en opgebrand"? 1)
Antwoord 1
Zie mijn antwoord op vraag 1 van het Kamerlid Leijten.
Vraag 2
Wat is uw reactie op het feit dat ouder verpleegkundig personeel de
zorg verlaat omdat het werk fysiek en mentaal te zwaar is geworden,
terwijl deze mensen vanwege hun ervaring juist onmisbaar zijn?
Antwoord 2
Zie mijn antwoorden op de vragen 2 en 3 van het Kamerlid Leijten.
Vraag 3
Hoe gaat u bewerkstelligen dat aan deze zeer onwenselijke uitstroom
van ervaren personeel een eind komt?
Antwoord 3
Zie mijn antwoord op vraag 4 van het Kamerlid Leijten.
Vraag 4
Deelt u de mening dat het de hoogste tijd is voor een 'noodplan
zorgpersoneel', met landelijke plannen van aanpak voor de
verschillende problemen die spelen rond personeel in de zorg?
Antwoord 4
Ik deel uw mening niet dat er een `noodplan zorgpersoneel' dient te
komen. Wel ben ik van mening dat het belangrijk is dat in de zorg
geïnvesteerd wordt in het behouden, werven en opleiden van goed
personeel. In het zorgveld wordt daar inmiddels het nodige aan gedaan.
In de arbeidsmarktbrief 2007 heb ik medegedeeld op welke wijze de
overheid dat kan en gaat ondersteunen. In de brief die ik binnenkort
naar aanleiding van de motie-Schippers stuur wordt dat verder
uitgewerkt.
1) `Verlies ervaring acuut probleem in zorg', Nederlands Dagblad, 5
augustus 2008 en `Ervaren, onmisbaar en opgebrand', Nederlands
Dagblad, 5 augustus 2008
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport