Ingezonden persbericht


P E R S B E R I C H T

Overheid heeft te hoge verwachtingen van burgers

Slechts 28% van de burgers hecht belang aan participeren in maatschappelijke discussies en debatten. Terwijl twee derde van de bestuurders van burgers verwacht dat zij op die manier hun bijdrage leveren aan het beleid. Dit blijkt uit een onderzoek van het PON, een onderzoeks- en adviesbureau in Tilburg, onder bestuurders en burgers over hun verwachtingen van elkaar. Het is opvallend dat burgers redelijk goed te spreken zijn over hun bestuurders. De helft van de bestuurders denkt dat de burgers steeds meer van hen verwachten. Uit de burgerpeiling blijkt dat in werkelijkheid slechts 26% van de burgers meer is gaan verwachten van de overheid. De vraag dringt zich op of de overheid wel een goed beeld heeft van haar burgers.

Het onderzoek is uitgevoerd onder ruim 900 burgers en 170 raadsleden, griffiers, burgemeesters, wethouders en ambtenaren. De resultaten maken deel uit van een vandaag uitgebracht jaarboek getiteld Dubbele Verwachtingen: over de relatie tussen de lokale overheid en haar burgers .

Het PON concludeert dat de wijze waarop de overheid vormgeeft aan participatie van burgers aan het beleid aan herziening toe is. Burgerparticipatie geeft vaak een te eenzijdig beeld. Nu wekt participatie te vaak frustratie, teleurstelling en wantrouwen op. Terwijl het instrument aanvankelijk is ingezet om vertrouwen te winnen tussen burgers en overheid.

Het PON Jaarboek 2008 schetst een zorgelijk beeld van de relatie tussen de burger en zijn lokaal bestuur. Beide partijen houden elkaar vast in een houdgreep van valse verwachtingen. De veeleisende, mondige en snel geïrriteerde burger verwacht dat de overheid geluk per decreet afkondigt en de overheid is niet bij machte hier voldoende weerwerk aan te bieden.

Wat opvalt is dat de twee spelers in deze arena zich bedienen van verschillende beelden. De overheid denkt in termen van actieve burgers en ziet inspraak en burgerparticipatie als probate instrumenten om hen te laten meedenken en meepraten over nieuw beleid, zodat er aan de basis draagvlak voor bepaalde maatregelen ontstaat. Diezelfde burgers zijn echter veel sceptischer in hun beleving, voelen ze zich op voorhand al niet gebruikt als vlag op de modderschuit dan hebben ze weinig fiducie in de uitkomst.

Het is hoog nodig om het instrument te verfijnen. De traditionele vormen van medezeggenschap, veelal verankerd in rotsvaste overlegstructuren en protocollen, vertonen sleet doordat ze tot een soort eenheidsworst zijn verworden. In alle gevallen en situaties, groot of klein, worden de vertrouwde draaiboeken door de overheid uit de kast gerukt. Dat levert steeds vaker verplichte oefeningen in inspraak op die gedomineerd worden door gouvernementele organisaties en instituties. De overheid communiceert daardoor steeds vaker met een maatschappelijke voorhoede en steeds minder met de burger.


---



Ingezonden persbericht