Technische Universiteit Delft

Meanders
door M&C

Promotie van mw. A. Crosato: "Analysis and Modelling of River Meandering"

22 september 2008 | 10:00 uur
plaats: Aula TU Delft

Mevrouw A. Crosato | Laurea in Ingegneria Civile, Italië promotor | Prof.dr.ir. H.J. de Vriend (CiTG)

Analysis and Modelling of River Meandering
De promovenda onderzoekt de morfologische veranderingen van meanderende rivieren zonder getij op de ruimteschaal van enkele meanders. Met dit doel is een op fysica gebaseerd wiskundig model, MIANDRAS, ontwikkeld voor het simuleren van de evolutie van meanderende rivieren op middellange en lange termijn. Toepassing op verschillende echte rivieren laat zien dat MIANDRAS zowel de evenwichtsbodemligging van de rivier als de veranderingen in plattegrond op juiste wijze kan simuleren. Drie modellen van verschillende complexiteit kunnen worden verkregen door verschillende graden van vereenvoudiging toe te passen op de vergelijkingen. Deze modellen vormen, samen met experimentele proeven en veldgegevens, de instrumenten voor verscheidene analyses. Onder omstandigheden van het begin van meanderen wordt gevonden dat rivierbochten stroomopwaarts en stroomafwaarts kunnen migreren. Dit hangt af van de meandergolflengte en de breedte-diepteverhouding, ongeacht of de parameters zich bevinden in het subresonante of het superresonante domein. Gevonden wordt dat variërende afstanden van naijling tussen stroomsnelheid en bodemtopografie een verklaring bieden waarom lokale snelheden van geulmigratie bij een bepaalde bochtscherpte een maximum bereiken, in aanvulling op eerdere verklaringen op basis van loslating van de stroming. Een nieuwe methode is ontwikkeld om het aantal banken te berekenen in een riviergeul met gegeven breedte. Deze voorspelt met succes of verkleining of vergroting van de rivierbreedte zou leiden tot meanderen of vlechten. Aangetoond wordt dat coëfficiënten van geulmigratie niet alleen afhangen van fysische eigenschappen van de eroderende oever, maar ook van fysische eigenschappen van de aangroeiende oever en het numerieke schema. Bovendien moeten zij de invloed verrekenen van stromingen als de rivier buiten haar oevers treedt. Modelresultaten en een hernieuwde analyse van experimentele waarnemingen suggereren dat het intrinsieke begin van meanderen niet noodzakelijk gerelateerd is aan stationaire banken als gevolg van een permanente verstoring bovenstrooms, maar mogelijk ook aan een stationaire vervorming van de bodem als gevolg van snel variërende periodieke of willekeurige verstoringen, bijvoorbeeld als gevolg van de aanwezigheid van migrerende alternerende banken. Deze laatste bevinding behoeft nog nadere bevestiging.

Laatst gewijzigd: 28 augustus 2008