Ministerie van Buitenlandse Zaken
Kamerbrief inzake de Nederlandse deelname aan de EVDB-waarnemingsmissie in Georgië
19-09-2008
Conform de afspraken in de notitie 'Inzet Nederlandse politie en Koninklijke
marechaussee bij internationale civiele politie-operaties' (brief aan de Tweede
Kamer 27 476, nr 1, d.d. 27 oktober 2000), informeer ik u, mede namens de
ministers van Defensie, Justitie, Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en
voor Ontwikkelingssamenwerking, hierbij over de Nederlandse deelname aan de
EVDB-waarnemingsmissie in Georgië, EUMM Georgië.
De minister van Buitenlandse Zaken
Drs. M.J.M. Verhagen
Op 15 september besloot de Raad van de Europese Unie tot de ontplooiing van
de EVDB-waarnemingsmissie in Georgië, EUMM Georgië. De regering acht een
Nederlandse bijdrage aan deze missie mogelijk en wenselijk. Nederland ambieert
een proportionele bijdrage van circa 6 tot 10 functionarissen aan de missie. Het
heeft, onder voorbehoud van politieke goedkeuring, twee tot drie teams
voorgedragen voor de initiële capaciteit. Deze teams zullen na een tot drie
maanden vervangen worden door regulier geworven functionarissen. Ook heeft
Nederland, tevens onder voorbehoud van politieke goedkeuring twee individuele
kandidaten voor de missie voorgedragen, waarvan een is aangenomen.
Hieronder wordt uw Kamer geïnformeerd over de politieke context, de grondslag
voor de Nederlandse deelname en de opzet van deze missie. Uw Kamer is reeds op
de hoogte gesteld van de beoogde Nederlandse deelname aan de missie in het
verslag van de RAZEB van 15 september 2008.
Hoewel dit een civiele missie betreft, worden in deze informatievoorziening
alle relevante elementen uit het Toetsingskader 2001 behandeld.
Politieke context en grondslag Nederlandse deelname
Op 7 augustus heeft Georgië een aanval uitgevoerd op Zuid-Ossetië, waarop
Rusland reageerde met grootschalige militaire acties in Zuid-Ossetië en
Abchazië, alsmede op delen van het grondgebied van Georgië buiten die twee
autonome regio's. Op dinsdag 12 augustus hebben alle partijen het zespuntenplan
ondertekend, dat o.a. voorziet in een staakt-het-vuren, de vrije doorgang van
humanitaire hulp, terugtrekking van troepen naar de status-quo (van 6 augustus)
en de start van internationale besprekingen over de veiligheid en stabiliteit
van Zuid-Ossetië en Abchazië. Rusland stelt dat het, volgens het zespuntenplan,
troepen in genoemde delen van Georgië mag houden, in afwachting van een
internationaal monitoring mechanisme. De RAZEB van 13 augustus heeft aangegeven
dat er een vreedzame en duurzame oplossing moet worden gevonden waarbij de
onafhankelijkheid, soevereiniteit en territoriale integriteit van Georgië worden
gerespecteerd.
Rusland is een belangrijk deel van zijn verplichtingen op basis van het
zespuntenplan tot dusverre nog niet nagekomen. Met name heeft het zijn eenheden
nog niet teruggetrokken tot de posities die werden ingenomen voor het begin van
de vijandelijkheden. Rusland heeft ten zuiden van Abchazië en Zuid-Ossetië
zogenaamde veiligheidszones ingericht, waar het effectief gezag uitvoert. De
Russische Federatie geeft aan deze zones pas te willen ontruimen, zodra een
internationaal monitoring mechanisme in deze gebieden actief is om toezicht te
houden op Georgische naleving van het zespuntenplan.
Met de ontplooiing van EUMM Georgië beoogt de EU om, op de lange termijn, bij
te dragen aan duurzame stabiliteit in Georgië en de omliggende regio. Op de
korte termijn beoogt EUMM Georgië het risico van hervatting van de
vijandelijkheden te verkleinen en bij te dragen aan implementatie van het
zespuntenplan, in het bijzonder het totstandkomen van het in dat plan genoemde
'internationaal mechanisme'. Rusland heeft dit mechanisme als voorwaarde gesteld
voor terugtrekking van zijn/haar troepen uit Georgië (zonder de gebieden
Abchazië en Zuid-Ossetië).
Op maandag 8 september heeft de EU-troika o.l.v. president Sarkozy gesproken
met president Medvedev. President Medvedev heeft hierbij aangegeven binnen 10
dagen na ontplooiing van minimaal 200 internationale waarnemers, de Russische
troepen uit Georgië (zonder de gebieden Abchazië en Zuid-Ossetië) te willen
terugtrekken. Ook is er afgesproken dat er vanaf 15 oktober internationale
onderhandelingen in Genève zullen worden gestart om tot een duurzame
vredesoplossing te komen omtrent Abchazië en Zuid-Ossetië, met het oog op de
uitvoering van punt 6 van het zespuntenplan.
De meerwaarde van de EU inspanningen ten opzichte van de VN en OVSE
inspanningen is gelegen in het feit dat de EU ook civiele monitoring verschaft
in tegenstelling tot de OVSE en VN die vooralsnog uitsluitend militaire
monitoring verzorgt in Georgië. Bovendien is de totstandkoming van de missie
niet afhankelijk is van een akkoord van Rusland. De onderhandelingen over
modaliteiten van ontplooiing zorgen in het geval van de OVSE en UNOMIG voor
vertraging bij het uitvoeren van het mandaat.
De EU zal bijdragen aan de stabilisatie van Georgië door te rapporteren over
de naleving van het zespuntenplan door betrokken partijen met daarbij aandacht
voor gedrag van zogenaamde spoilers en schendingen van de
mensenrechten. De missie wil bijdragen aan normalisatie door te rapporteren over
het herstel van het staatsfunctioneren. Het gaat hierbij met name over lokaal
bestuur, de rechtstaat en het strafrechtelijk apparaat. Daarnaast wordt er in
het kader van de normalisatie gerapporteerd over communicatieverbindingen in
Georgië, de zekerheid van energie-infrastructuur en -installaties en de
terugkeer van vluchtelingen.
Door proportioneel bij te dragen levert Nederland een nuttige bijdrage aan de
totstandkoming van de EUMM Georgië. Hiermee stelt Nederland de EU in staat om
een nuttige rol te vervullen bij de internationale aanpak van deze crisis. Op
verzoek van de Head of mission zou de missie verder kunnen worden
uitgebreid.
De stabiliteit van Georgië is voor Nederland van groot belang, mede omdat er
van stabiliteit in Georgië een positief uitstralend effect in de regio wordt
verwacht. Allereerst dreigt een verslechtering van de humanitaire situatie in
Georgië bij instabiliteit. Dit is reeds gebeurd tijdens de gebeurtenissen na 7
augustus in Georgië. Daarnaast is Georgië een belangrijk doorvoerland van gas en
olieproducten.
Internationale inspanningen
De EU heeft aangegeven in het CONOPS (Concept of Operations) dat de
EU inspanningen complementair zullen zijn aan de inspanningen van de OVSE en de
VN. Er is nog geen heldere taakverdeling opgesteld tussen de genoemde organen.
De EU heeft toegezegd deze taakverdeling helder te zullen omschrijven in het
OPLAN (Operational Plan) dat later zal verschijnen.
OVSE
Op basis van haar mandaat en het Sotchi Akkoord van 1992 is OVSE Georgië
missie voornamelijk belast met het monitoren van de militaire situatie
(troepenaanwezigheden en bewegingen) in en rondom Zuid-Ossetië. Er worden in
totaal 8 waarnemers door de Zuid-Ossetische de facto machthebbers
toegelaten in Zuid-Ossetië. Sinds 8 augustus zijn deze waarnemers niet meer
actief in Zuid-Ossetië.
Begin september heeft de OVSE 20 additionele militaire waarnemers naar
Georgië gestuurd. Deze waarnemers zijn actief in de veiligheidszone en in de
etnisch Georgische enclave in Zuid-Ossetië. Deze 20 waarnemers maken onderdeel
uit van een grotere groep van 100 waarnemers. De discussie over de modaliteiten
van uitzending van de resterende 80, waaraan Nederland proportioneel zal
bijdragen, verloopt, vooralsnog, moeizaam.
VN
Sinds de eerste helft van de jaren 90 van de vorige eeuw, zijn de VN aanwezig
geweest in Abchazië (UNOMIG, 130 waarnemers), in het kader van de vredesregeling
die is getroffen na de Georgische conflicten in 1992. Een regio waar de EUMM
Georgië niet in eerste instantie zal worden ontplooid. Het mandaat van de UNOMIG
missie loopt af op 15 oktober 2008. Voor verlenging is een nieuwe resolutie van
de VN-Veiligheidsraad noodzakelijk. Totstandkoming daarvan wordt bemoeilijkt
door passages in de huidige resolutie die spreken over het bij Georgië horende
Abchazië en de verplichting van alle lidstaten van de VN om de soevereiniteit,
onafhankelijkheid en territoriale integriteit van Georgië te respecteren.
Rusland, dat inmiddels de onafhankelijkheid van Abchazië en Zuid-Ossetië heeft
erkend, zal zich vermoedelijk verzetten tegen deze passages, terwijl andere
leden van de Veiligheidsraad er juist aan zullen willen vasthouden. Een
technische verlenging van de huidige resolutie met een beperkt aantal maanden
kan een tijdelijke uitweg uit deze impasse bieden.
NAVO
Naast deze organisaties is de NAVO actief betrokken in het verlenen van steun
aan de Georgische regering in het kader van het Partnership for Peace.
De NAVO heeft onder meer waarnemers gestuurd om een inventarisatie te maken
van de schade aan de militaire infrastructuur, deelt radarbeelden t.b.v. de
civiele luchtvaart met Georgië, ondersteunt de Georgische regering wat betreft
cyber defence en ondersteunt de VN-, OVSE- en EU-missies in Georgië als het
aankomt op explosieven en medische ondersteuning.
Overige EU-inspanningen
Momenteel zijn er tussen de 30 en 40 EU-functionarissen ontplooid in Georgië
als staf van de speciaal Vertegenwoordiger van de Europese Unie (Semneby), het
Border Support Team (BST) of de exploratory mission. Daarnaast
voert de delegatie van de Europese Commissie een programma uit en zijn
noodhulpexperts en een damage assessment team van de Commissie actief
in het gebied. De staf van de Speciaal Vertegenwoordiger ziet toe op de
democratisering van de landen in de zuidelijke Kaukasus en op regionale
conflictbeslechting. Het BST ondersteunt de Georgische regering bij het
uitvoeren van douane taken. Deze twee EU missies hebben een duidelijk ander
mandaat.
De EUMM missie gaat in nauwe samenhang functioneren met de overige
internationale inspanningen. In de eerste blauwdruk van de missie wordt
benadrukt dat de EUMM missie complementair is aan de VN en OVSE inzet. Hierbij
wordt zowel gedoeld op de al bestaande missies, als op de verwachte ontplooiing
van 80 additionele militaire waarnemers onder OVSE mandaat.
Ontwikkelingssamenwerking
Nederland heeft 1.3 miljoen EUR bijgedragen aan humanitaire hulp voor de
getroffen bevolking in Georgië. De Nederlandse bijdrage is gekanaliseerd via het
ICRC (500.000 EUR) en UNICEF (800.000 EUR). Daarnaast is Nederland van plan om
deel te nemen aan de donorconferentie die half oktober wordt gehouden tbv
Georgië.
Naar schatting van UNHCR zijn 158.700 personen intern ontheemd geraakt,
waarvan 128.700 personen hun toevlucht hebben gezocht in Georgië en nog eens
30.000 personen in Noord-Ossetië (RF). De humanitaire situatie in Georgië is
zeer recentelijk verbeterd en veel vluchtelingen en ontheemden zijn teruggekeerd
naar hun woonplaatsen. Een complicatie hierbij is de aanwezigheid van Russische
militairen en Zuid-Ossetische en Abchazische milities in en rond de
grensgebieden tussen Zuid-Ossetië, Abchazië en Georgië. Deze eenheden staan
vluchtelingen vaak niet toe om terug te keren naar hun woonplaatsen.
Hulporganisaties hebben toegang tot Gori en tot Oost- en West Georgië, In andere
gebieden wordt hen, tot dusver, geen toegang verleend door Rusland. Zuid-Ossetië
is alleen via het noorden, door Rusland, te bereiken. Naar schatting zijn er
zo'n 30.000 mensen voor langere tijd ontheemd geraakt. Het merendeel van deze
mensen is afkomstig uit Zuid-Ossetië en de veiligheidszone ten zuiden daarvan.
Mandaat en doelstelling van de missie
De belangrijkste taak van de missie is het in kaart brengen van en
rapporteren over acties en ontwikkelingen in het Georgische crisisgebied. in het
bijzonder voor zover deze acties gevolgen hebben voor het zespuntenplan. De EUMM
missie zal in nauwe afstemming werken met andere partners, waaronder
voornamelijk de OVSE en de VN. De missie heeft geen executieve bevoegdheden en
zal dus alleen actief zijn op het gebied van waarneming, monitoring en
rapportage. Volgens het militair advies van de EUMC op basis van het CONOPS zal
deze waarnemende functie een afschrikwekkend effect hebben op eventuele
gewelddadige acties vanwege het grotere risico dat deze acties bekend raken.
De taken van de missie zijn als volgt geformuleerd:
De missie zal worden ontplooid op uitnodiging van de Georgische regering
---
Er zal daarnaast zo snel mogelijk een Status of Mission Agreement
(SOMA) worden afgesloten met deze regering. Deze overeenkomst biedt een
mandaat voor de missie om in Georgië te opereren. Tevens zijn in dit akkoord de
noodzakelijke privileges en immuniteiten geregeld voor het EUMM missiepersoneel.
Het mandaat van de missie voorziet ook in het uitvoeren van de
waarnemersfunctie in Abchazië en Zuid-Ossetië, momenteel is nog onduidelijk hoe
er met de de facto machthebbers van deze gebieden tot een akkoord
omtrent ontplooiing van de missie aldaar kan worden gekomen. Geen van de
lidstaten van de EU erkent deze gebieden als onafhankelijk. Aanvankelijk zal de
missie naar verwachting alleen opereren in die delen van Georgie die niet
behoren tot Abchazië en Zuid-Ossetië. De Russische regering is op 8 september
akkoord gegaan met de ontplooiing van de missie in dit gebied.
Het Europees Parlement heeft gepleit voor een mandaat gebaseerd op een
resolutie van de VN-Veiligheidsraad. De kans hierop wordt echter klein geacht,
aangezien er in de VN-Veiligheidsraad geen overeenstemming kan worden bereikt
over een Georgië resolutie. Mocht de missie daarom in latere fases in Abchazië
en Zuid-Ossetië ontplooien, dan dienen opnieuw afspraken te worden gemaakt met
de plaatselijke de facto autoriteiten om privileges en immuniteiten van
de EUMM missie te garanderen.
Opzet en operationele aspecten van de missie
De ontplooiing van de missie staat gepland voor 16 september 2008, daags na
een eventueel definitief besluit van de RAZEB. Het gaat hierbij om een groep van
negen missieleden die de komst van de rest van de missie voorbereiden. Het
streven is om de missie in de twee weken na het RAZEB besluit op te bouwen tot
200 missieleden. De EU heeft vastgesteld dat de enige manier om de monitoring
capaciteit van 200 waarnemers, voor 1 oktober, in het veld te krijgen, is door
een initiële capaciteit uit te zenden, in afwachten van de definitieve
monitoring capaciteit die naar verwachting uiterlijk eind januari 2009
beschikbaar is.
De missie zal kandidaten zoeken met verschillende achtergronden. Daarbij gaat
het om experts op het gebied van mensenrechten, politie, justitie, politiek en
missieondersteunend personeel alsmede om kandidaten met militaire expertise.
Aanvankelijk zal er een hoofdkantoor worden opgezet in Tbilisi en zullen er
regiokantoren worden opgezet in Poti en Gori. Het waarnemersdeel van de missie
zal in 15 teams van tussen de 4 en 6 functionarissen haar taak uitvoeren. Elk
team zal bestaan uit verschillende experts.
Aanvankelijk zal de missie worden ontplooid in de gebieden die onder controle
staan van de Georgische autoriteiten. Volgens de afspraak tussen de presidenten
Sarkozy en Medvedev, zal de missie vervolgens ook worden ontplooid in de
gebieden die Rusland na het conflict als veiligheidszone heeft geclaimd ten
zuiden van de administratieve grens met Zuid-Ossetië en Abchazië. In een later
stadium van de missie, en nadat hierover afspraken zijn gemaakt met de
feitelijke machtshebbers in Abchazië en Zuid-Ossetië, zal deze in heel Georgië
worden ontplooid.
Het hoofd van de missie in Georgië rapporteert aan de Civiele Operatie
Commandant in Brussel. Deze rapporteert aan Hoge Vertegenwoordiger/SG Solana.
Het Politieke en Veiligheids Comité (PSC) oefent politieke en strategische
controle uit over deze missie. Daarnaast zal de EU Speciaal Vertegenwoordiger
(EUSV) de mogelijkheid hebben om politiek sturend advies te geven aan het hoofd
van de EUMM-missie in Georgië. Deze rapporteert eveneens aan Hoge
Vertegenwoordiger/SG Solana.
Risico's
De belangrijkste politieke risico's zijn verbonden aan de beperkingen die er
kunnen zijn ten aanzien van het geografisch mandaat van de missie en de daaraan
verbonden uitrol in fases. Mocht de missie niet in staat blijken om te
ontplooien in Abchazië of Zuid-Ossetië, of de bufferzones daaromheen, dan komen
het nut en de objectiviteit van EUMM Georgië in het gedrang. Voor Rusland zou
het aantrekkelijk kunnen zijn om de missie op een dergelijke manier te beperken
en aldus bij te dragen aan de legitimiteit van de bufferzones en de erkenning
van Abchazië en Zuid-Ossetië. De Russische erkenning van Abchazië en
Zuid-Ossetië als onafhankelijke landen vergroot het risico dat de missie alleen
zal kunnen opereren in Georgië zonder de gebieden Abchazië en Zuid-Ossetië. De
afspraak van 8 september 2008 tussen de presidenten Sarkozy en Medvedev maakt
het echter wel waarschijnlijk dat de missie in de bufferzones zal kunnen
opereren. Door middel van overleg en internationale druk zal Rusland ertoe
moeten worden bewogen om medewerking te verlenen aan volledige uitrol van de
missie.
Een ander risico schuilt in te verwachten moeilijkheden met het vinden van
een acceptabele onderhandelingspartner voor de gebieden Abchazië en
Zuid-Ossetië. Accepteren van de de facto machtshebbers in die
provincies als onderhandelingspartners zal gezien kunnen worden als een
impliciete erkenning van de onafhankelijkheid van deze gebieden.
Veiligheidssituatie
De missie, en de leden daarvan, lopen het risico slachtoffer te worden van
manipulatie, provocatie en instrumentalisatie (het gebruik, door één van de
partijen, van de missie voor de belangen van diezelfde partij) door alle
partijen die opereren in de instabiele situatie die in delen van Georgië
aanwezig is. Dit gevaar bestaat vooral in de aanwezigheid van een agressieve
informatie campagne die door beide partijen wordt gevoerd.
Het veiligheidsrisico in het door de Georgische regering gecontroleerd gebied
wordt als laag ingeschat. Een waarnemingsmissie die wordt ingevuld met Westerse
waarnemers zal brede steun genieten onder de etnisch Georgische bevolking. Het
risico van opereren in Abchazië en Zuid-Ossetië, alsmede het op dit moment door
het Russische leger gecontroleerd gebied, wordt ingeschat als gemiddeld tot
hoog. Over de verwachte effecten op de veiligheidssituatie in de zgn
'bufferzone', het gebied waar de EU waarnemersmissie in eerste instantie zal
opereren, van het op 8 september tussen de EU en Rusland overeengekomen akkoord,
is nog geen dreigingsanalyse beschikbaar.
De strijdkrachten van Zuid-Ossetië en Abchazië zijn geen strak georganiseerde
eenheden. Zij hebben over het algemeen een sterk anti-Georgische instelling en
de acties die zij op basis daarvan ontplooien worden door Russische
vredeshandhavers niet altijd tegengegaan. Er is een risico dat de EU-waarnemers
door de regionale milities worden geïdentificeerd met Georgië. In dit geval is
er een risico van intimidatie, de OVSE heeft hiermee ook te maken gehad bij het
uitvoeren van haar monitoringmissie in gebied dat gecontroleerd werd door
Zuid-Ossetische milities.
Voor geheel Georgië geldt dat er gevaar kan worden verwacht van explosieve
oorlogsresten. Dit gevaar is met name aanwezig aan de zuidgrens van Abchazië. De
NAVO ondersteunt EUMM Georgië bij het opereren in gebieden met deze explosieve
oorlogsresten.
Het hoofd van de missie zal door EU SITCEN op regelmatige basis worden
voorzien van een inschatting van de veiligheidssituatie. Ook zullen er
Minimum Security Operation Standards (MSOS) worden opgesteld voor EUMM
Georgië. Indien nodig kan het hoofd van de missie besluiten om de missie geheel
of gedeeltelijk te evacueren.
Het hoofd van de missie is verantwoordelijk voor de veiligheid, gezondheid en
het welzijn van uitgezonden personeel. In het OPLAN zal een gedetailleerd
medisch plan worden uitgewerkt om te garanderen dat missieleden toegang hebben
tot medische zorg die voldoet aan Europese standaarden. Hiervoor zal onder meer
worden samengewerkt met de VN.
Karakter en omvang van de Nederlandse bijdrage
Het streven is om een proportionele bijdrage van circa 6 tot 10
functionarissen aan deze missie bij te dragen. Deze functionarissen kunnen zowel
van binnen als van buiten de overheid worden aangetrokken. De Nederlandse
kandidaten worden in principe voor de duur van één jaar beschikbaar gesteld.
Nederland zal een bijdrage leveren aan de door de EU verzochte initiële
capaciteit in vorm van drie voertuigen, drie tot vijf Marechaussee en vier tot
zeven civiele experts. Deze bijdrage zal naar verwachting uiterlijk eind januari
worden opgevolgd door de reguliere capaciteit geworven conform de gebruikelijke
procedures van de EU.
Voordat personeel van het Ministerie van Justitie uitgezonden kan worden, op
basis van dit stuurgroepadvies, dienen er afspraken te worden gemaakt over
aansprakelijkheid in het geval van arbeidsongeschiktheid.
De betrokken ministers behouden het arbeidsrechtelijke gezag over het
Nederlands uitgezonden personeel.
Bijdrage andere landen
Naar verwachting zal de grote meerderheid van de lidstaten van de EU een
bijdrage leveren aan deze civiele EVDB-missie. Het CONOPS laat zoals
gebruikelijk expliciet de mogelijkheid open voor EU kandidaatslidstaten en
andere landen om deel te nemen aan EUMM Georgië. De verwachting is dat dit ook
zal gebeuren.
Duur van de missie
De duur van de missie bedraagt één jaar van 22 september 2008 tot dezelfde
datum een jaar later, met de mogelijkheid tot verlening. Het eindresultaat dat
de missie beoogt is om te komen tot een duurzame politieke oplossing voor de
situatie in de regio. Na zes maanden zal de missie worden geëvalueerd. In deze
evaluatie zal de ontwikkeling van de politieke veiligheidssituatie worden
meegenomen. Aan de hand van deze evaluatie kan worden besloten om het mandaat of
de invulling van de missie aan te passen.
Samenhang
Deze missie zal zijn taken gaan verrichten in het bredere kader van de
internationale inspanningen die bijdragen aan de vredesopbouw in Georgië. Voor
zover relevant wordt daarbij militaire expertise betrokken. Op het terrein van
wederopbouw is de Europese Unie eveneens zeer actief in deze context. De
Europese Raad heeft op 1 augustus jl. besloten om een donorconferentie te
organiseren ten behoeve van de wederopbouw in Georgië. De EU, en ook Nederland,
leveren humanitaire hulp aan de getroffenen in Georgië. De EUMM Georgië, en de
Nederlandse bijdrage daaraan, maken in dat opzicht deel uit van een
geïntegreerde benadering.
Financiële aspecten
De kosten van EUMM Georgië worden gedragen door het algemeen budget van de
Europese Gemeenschappen en bijdragen van lidstaten.
Het grootste deel van de kosten van de missie, inclusief 'per diems' voor de
deelnemende functionarissen, wordt gedragen door de EU. Nederland betaalt de
salariskosten en de additionele uitgaven die niet door de EU worden gedragen.
Afhankelijk van de functionaris zullen de kosten uit verschillende
financieringsmechanismen komen. De additionele uitgaven komen, voor wat betreft
de deelname aan de EVDB operatie door BZK en Defensie, ten laste van de
structurele voorziening "uitvoeren crisisbeheersingsoperaties" van de Homogene
Groep Internationale Samenwerking (HGIS).
Voor uitzending van personen in de justitie- en douanesector geldt dat
salariskosten en additionele kosten uit het Stabiliteitsfonds gefinancierd
zullen worden. De kosten van uitzending van 6-10 functionarissen worden geschat
op 600.000- 1 miljoen Euro gedurende de missieperiode van één jaar.
---
Ministerie van Buitenlandse Zaken