TaskForce recreatietoervaart onderzoekt mogelijkheden watersportbijdrage
Minister Verburg van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) stelt een Taskforce Versterking Recreatietoervaart in, onder leiding van de heer drs. J.D. (Dzsingisz) Gabor, voormalig staatssecretaris van LNV. De taskforce gaat onderzoeken of het mogelijk is om watersporters te laten bijdragen aan de verbetering van de voorzieningen voor de recreatietoervaart. Uitgangspunt daarbij is het rapport van de Werkgroep Vaarbelasting (Commissie Kamminga november 1999) en de Agenda Vitaal Platteland van het ministerie van LNV.
Mede op basis van dit advies neemt het kabinet een besluit over de eventuele invoering van de watersportbijdrage. De minister heeft de taskforce gevraagd om het advies voor 1 november af te ronden. Andere leden van de taskforce zijn: de heer J.H.M. Bond MCI, de heer G.J. Kuiper, de heer prof. dr. L. van Leeuwen, de heer prof.dr. J.A. Monsma en mevrouw dr. ir. M.P.M. Ruijgh-van der Ploeg.
De watersportbijdrage zou moeten worden ingezet om knelpunten in het basistoervaartnet op te lossen. Het basistoervaartnet - de belangrijkste verbindings- en ontsluitinngswateren voor toervaart in Nederland - is circa 4400 kilometer lang. Op ongeveer 150 plaatsen zijn nog knelpunten ten aanzien van diepgang, doorvaarthoogte, bediening van sluizen en bruggen, veiligheid, capaciteit en ontbrekende schakels. Dit blijkt uit de Beleidsvisie Recreatie Toervaart Nederland van de Stichting Recreatietoervaart Nederland.
Naast het wegnemen van knelpunten is er ook aandacht nodig voor het verminderen van de milieubelasting, het vergroten van het aantal aanlegplaatsen en uitstapplaatsen en het terugdringen van het aantal plaatsen waar brug of sluisgeld wordt geheven. Ook hiervoor zou de watersportbijdrage kunnen worden ingezet.
De taskforce wordt gevraagd in ieder geval aandacht te besteden aan:
* Duidelijkheid over hoeveel geld voor welke maatregel nodig is.
* De concrete invoering: de juridische grondslag, maar ook eenvoudige inning en controle van de heffing.
* De bijdrage moet passen in bestaande en te verwachten internationale regels.
BIJLAGE: ENKELE CIJFERS OVER WATERSPORT IN NEDERLAND
Aantal watersporters en boten
Nederland heeft unieke mogelijkheden voor de watersport. Uit schattingen blijken er 1,5 miljoen watersporters en 0,5 miljoen pleziervaartuigen in Nederland te zijn. Van deze 500.000 pleziervaartuigen liggen er circa 300.000 op de wal, (voornamelijk surfplanken en kano's waarvan waarschijnlijk een derde deel nooit meer wordt gebruikt). Van 200.000 pleziervaartuigen in het water ligt ongeveer 80 procent in (jacht)havens en bij watersportbedrijven. (Bron: een onderzoek door 'waterrecreatie advies' in 2005.)
Economische betekenis watersport
Economische gegevens watersport 2007: 30.000 medewerkers in de sector, omzet in watersportsector circa ¤2,3 miljard en watersport draagt circa ¤4,1 miljarrd bij aan de Nederlandse economie. (Bron: Stichting Recreatietoervaart Nederland)
Een recreatietoervaartnet met knelpunten
Het basistoervaartnet - de belangrijkste verbiinding- en ontsluitingswateren voor toervaart in Nederland - is circa 4400 kilometer lang. De vaargeulen in open water en buitengaats zijn hierbij niet meegerekend. Het basistoervaartnet wordt voor een deel ook door de beroepsvaart gebruikt. Het basistoervaartnet omvat circa 1850 kilometer hoofdvaarwegen die beheerd worden door Rijkswaterstaat.
Voor dit basistoervaartnet zijn normen vastgesteld (in verschillende gradaties), maar op veel plaatsen zijn nog knelpunten ten aanzien van diepgang, doorvaarthoogte, bediening van sluizen en bruggen, veiligheid, capaciteit en ontbrekende schakels. Rijk, provincies en watersportorganisaties werken al enige jaren samen aan het inventariseren en wegnemen van deze knelpunten. In de afgelopen jaren zijn door bijdragen (van meer dan 50 miljoen euro) aan 231 projecten veel knelpunten weggenomen. Maar er zijn nog een groot aantal knelpunten over. Het aantal kilometer vaarweg met knelpunten wordt geschat op 1794 km. Het gaat om 150 knelpunten die zijn geïnventariseerd en waarover afspraken zijn gemaakt om ze voor 2013 weg te nemen. (Bron: Stichting Recreatietoervaart Nederland)
Bruggen, sluizen, tol en havengeld
In Nederland zijn 1.100 beweegbare bruggen en 260 sluizen. Bij een beperkt deel (in 2005 waren dat er 152) wordt tol geheven en moet de watersporter betalen, daarnaast zijn er op sommige plaatsen (18 in 2005) vaartrajectvergunningen waarvoor de watersporters moeten betalen.
Noot voor redacties (