over babysterfte als gevolg van tekortschietende zorg
Antwoorden op kamervragen van Langkamp over babysterfte als gevolg van
tekortschietende zorg
Kamerstuk, 19 september 2008
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
CZ-K-U-2862063
19 september 2008
Antwoorden van minister Klink op kamervragen van het Kamerlid Langkamp
(SP) over babysterfte als gevolg van tekortschietende zorg
(2070824260).
Vraag 1
Wat is uw reactie op het bericht dat de zorg aan prematuren beter kan?
1)
Antwoord 1
In het artikel wordt geconstateerd dat Nederland voor wat betreft
perinatale sterftecijfers een middenpositie inneemt ten opzichte van
andere landen. Dit komt overeen met conclusies die ook al uit eerder
Peristat onderzoek naar voren kwamen. Verschillende oorzaken, die
overigens niet alleen met de kwaliteit van de zorgverlening
samenhangen, spelen daarbij een rol.
Vraag 2
Welke maatregelen bent u van plan te nemen om de zorg aan prematuren
te verbeteren? Wat zijn de richtlijnen op dit gebied?
Antwoord 2
Het is primair de beroepsgroep van de kinderartsen(neonatologen) om op
basis van de huidige kennis over de overleving en de risico's op
handicaps te bepalen of het wenselijk is de thans geldende richtlijnen
voor behandeling aan te passen. De belangrijkste richtlijn van de
Nederlandse vereniging voor Kindergeneeskunde op dit vlak is getiteld
"Grenzen levensvatbaarheid prematuren (24-26 weken)". Deze richtlijn
is voor het laatst geactualiseerd in 2007. Door het AMC is een
voorstel voor een richtlijn immaturen ingediend. Het voorstel wordt
thans beoordeeld. Ik ben bereid het voorstel te ondersteunen.
Vraag 3
Ligt in de tekortschietende zorg aan prematuren een oorzaak voor de
hogere babysterfte in Nederland ten opzichte van andere Europese
landen? Zo ja, welke maatregelen gaat u nemen? Zo neen, waarom niet?
Antwoord 3
Lang niet alle babysterfte hangt samen met premature geboorte. Uit het
interview komt ook naar voren dat de oorzaken voor verschillen in
babysterfte nog voor een groot een deel onbekend zijn. In de brief
"Ketenzorg zwangerschap en geboorte" die ik op 16 juli 2008 naar uw
Kamer heb gezonden, geef ik mijn visie op de aanpak van oorzaken van
babysterfte.
Vraag 4
Wat is de stand van zaken van de implementatie van de perinatale
audit?
Antwoord 4
Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) vervult een
kwartiermakersrol bij de inrichting van de perinatale audit.
Verloskundigen, huisartsen, gynaecologen en kinderartsen voeren straks
samen periodiek regionale audits uit van de sterfgevallen. Ik stel
daarvoor jaarlijks EUR 900.000 beschikbaar. Ik teken hierbij aan dat
de perinatale audit zich richt op alle oorzaken van vermijdbare
comorbiditeit en sterfte en dus niet alleen op de premature geboorte
die in het interview centraal staat.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport