Gepubliceerd op 18 september 2008
Interieur getuigt van noodlot Joodse familie
Gepubliceerd op 18 september 2008
In Amsterdam Oud-Zuid is een interieur ontdekt van een Joodse familie.
Het interieur van een voorkamer in de J.J. Viottastraat is niet
veranderd sinds de bewoners in 1942 werden afgevoerd naar
concentratiekampen. Alexander Westra, universitair docent
Erfgoedstudies (UvA), trof de kamer aan bij een project ter
inventarisatie van historische interieurs.
In 1942 werd de familie van bankier Lodewijk Korijn, die eerder dat
jaar gestorven was, op transport gesteld. Zijn vrouw Debora stierf in
maart 1945 in Bergen-Belsen. Hun drie dochters kwamen in 1943 om het
leven in Sobibor en Auschwitz.
De afgelopen decennia werd het pand in de J.J. Viottastraat gebruikt
als studentenhuis. De voorkamer werd een gemeenschappelijke ruimte,
maar de studenten veranderden er nooit iets aan. Het is buitengewoon
zeldzaam dat een Amsterdamse school-interieur de tijd zo gaaf
doorstaat.
`In het Anne Frank Huis zijn bijna alle authentieke elementen weg',
zegt Rob van der Laarse, erfgoedhistoricus aan de UvA. `Het is een
uniek tijdsdocument. In deze ruimte is het historisch interieur nog
aanwezig van het geassimileerde Joodse gezin dat daar woonde. Dat is
dus niet alleen interessant voor kunsthistorici, het hoort bij het
erfgoed van Amsterdam. Daar wil elke Amerikaanse of Israëlische
toerist natuurlijk naar komen kijken.'
Alexander Westra
Alexander Westra: `De kamer vertelt op een heel directe manier het
verhaal van de ondergang van de Amsterdamse Joden.'
Onlangs kocht een vastgoedontwikkelaar het pand. Daarom moet de
Amsterdamse politiek in actie komen, vinden de twee historici, die
bezorgd zijn over de toekomst van het erfgoed. Zij vinden dat een
instelling dit pand zou moeten aankopen.
Bron: In- en externe communicatie
Universiteit van Amsterdam