Wereld Natuur Fonds Nederland

Persbericht

18 september 2008

Omwisselprogramma in Latijns-Amerika groot succes

Vissers beschermen zeeschildpad met nieuwe vishaken

Het omwisselen van traditionele vishaken in de vorm van een 'J' door zogenoemde cirkel- of C-haken, door tonijnvissers in de Grote Oceaan vermindert de bijvangst van zeeschildpadden zonder dat het ten koste gaat van de vangst. Dat staat in een nieuw rapport van het Wereld Natuur Fonds (WNF) en de Inter-American Tropical Tuna Commission (IATTC). De bijvangst werd met 89 procent teruggebracht.

In totaal 1300 vissers uit Midden- en Latijns-Amerika, die in het oostelijk deel van de Grote Oceaan vissen op tonijn, zwaardvis, haai en goudmakreel, hebben vrijwillig aan het hakenomwisselprogramma meegewerkt. Het project begon in Ecuador, daarna volgden al snel vissers uit Mexico, Panama, Costa Rica, El Salvador, Guatemala, Colombia en Peru. De vissers wisselden niet alleen de haken om, maar namen ook onafhankelijke waarnemers aan boord om instructie te krijgen over het gebruik van de nieuwe haken, het loshalen van zeeschildpadden en om het resultaat van de nieuwe haken te meten. Vanwege het succes gaan ook vissers in Nicaragua dit jaar met de nieuwe haken aan de slag.

De visserij op tonijn en zwaardvis gebeurt met lange lijnen waaraan haken zitten (long-lines). De lijnen zijn soms kilometers lang en worden door het water getrokken. Zeeschildpadden kunnen de traditionele J-haak gemakkelijk inslikken en gaan dan dood. Maar de C-haak voorkomt dat de zeeschildpad zich met zijn bek erin kan vastbijten. Daar waar dat toch gebeurt, overleefde 95 procent van de zeeschildpadden het en konden ze weer levend overboord worden gezet, zo blijkt uit het onderzoek.

'Dit programma is een mooi voorbeeld van hoe vissers en natuurbeschermers elkaar kunnen vinden', aldus Carel Drijver, hoofd programma Oceanen & Kusten van het WNF. 'Maar er is nog veel te doen om deze visserij echt duurzaam te maken. Nederland is een belangrijke importeur van tonijn uit deze regio. Het omwisselprogramma is slechts een eerste stap. De volgende stap is om met de vissers te werken aan een beter beheer van de populatie, zodat niet alleen de bijvangst, maar ook de overbevissing wordt tegengegaan. Pas dan kan de visserij in aanmerking komen voor certificering door het Marine Stewardship Council (MSC) voor duurzame visserij."

Het hakenomwisselprogramma in Latijns-Amerika is zo succesvol dat het inmiddels ook door het WNF is begonnen in het westelijk deel van de Grote Oceaan, onder meer bij Bali. Hier werkt WNF samen met de Nederlandse visimporteur ANOVA.

////////////////////



Wereld Natuur Fonds Nederland