Beantwoording vragen van de leden Cörüz en Haverkamp over het levend
begraven van vijf vrouwen in Pakistan
18-09-2008 | Kamerstuk | Nederlands Ministerie van Buitenlandse Zaken
Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen
gesteld door de leden Cörüz en Haverkamp over het levend begraven van
vijf vrouwen in Pakistan. Deze vragen werden ingezonden op 4 september
2008 met kenmerk 2008Z01682.
De minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen
Antwoorden van de heer Verhagen, Minister van Buitenlandse Zaken op
vragen van de leden Cörüz en Haverkamp (CDA) over het levend begraven
van vijf vrouwen in Pakistan.
Vraag 1
Hebt u kennisgenomen van de berichten dat in Pakistan vijf vrouwen,
waaronder drie tieners, levend zijn begraven omdat ze zelf hun
echtgenoot wilden kiezen en dat een Pakistaans politicus deze
"traditie" in het parlement heeft verdedigd?
Antwoord
Ja.
Vraag 2
Hebt u reeds uw afschuw uitgesproken over deze executies richting de
Pakistaanse autoriteiten, zeker aangezien uitbanning van de doodstraf
en vrouwenrechten hoofdpunten zijn van het Nederlands buitenlands
beleid? Zo neen, waarom niet? Zo ja, wat was daarop de reactie van de
Pakistaanse autoriteiten? Heeft u tevens uw steun betuigd aan de
Pakistaanse parlementsleden die protesteren tegen dergelijke
`barbaarse' moordpartijen?
Vraag 3
Wat is de reactie van de Pakistaanse regering op deze executies? Heeft
zij reeds een onderzoek ingesteld naar de exacte aanleiding en zijn de
executanten opgepakt ter veroordeling? Zo neen, bent u bereid hierop
aan te dringen bij de Pakistaanse autoriteiten in bilateraal dan wel
multilateraal verband? Bent u eveneens bereid er bij de Pakistaanse
autoriteiten op aan te dringen dat het rechterlijk en politieapparaat
zo ingericht wordt dat dergelijke executies niet meer plaats kunnen
vinden? Zo neen, waarom niet?
Antwoord
Het betreft een ernstige schending van mensenrechten. De Pakistaanse
premier Gilani heeft zijn afschuw over deze zaak uitgesproken. Hierin
zag hij zich gesteund door de Pakistaanse Senaat die een resolutie
heeft aangenomen die dit incident sterk veroordeelt. De Pakistaanse
autoriteiten hebben een spoedonderzoek gelast dat helderheid moet
scheppen over de omstandigheden en dat schuldigen voor het gerecht zal
brengen. Dit wordt in EU-kader gemonitord. De EU heeft haar
verontwaardiging en bezorgdheid geuit over deze extreme vormen van
geweld. Zij benadrukt de internationale verplichtingen van Pakistan op
het gebied van mensenrechten, specifiek het veroordelen van elke vorm
van vrouwendiscriminatie. Bij gelegenheid zal ik mijn collega onze
zorg over deze zaak overbrengen. Voor mogelijke vervolgstappen van
mijn kant wacht ik vooralsnog de resultaten van het onderzoek van de
Pakistaanse autoriteiten af.
In de relatie met Pakistan nemen mensenrechten een prominente plaats
in. Minister Koenders heeft tijdens zijn laatste bezoek aan Pakistan
in september 2007 de aandacht gevestigd op het belang van het respect
voor mensenrechten.
Vlak na het aantreden van de huidige regering heeft de EU in april jl.
een (mensenrechten)demarche terzake uitgevoerd. De volgende ronde van
de mensenrechtendialoog tussen Pakistan en de EU wordt eind 2008
verwacht.
Vraag 4
Herinnert u zich de vragen van Van Gennip, Ferrier en Çörüz van 24
juni 2008 waarin aandacht werd gevraagd voor de mensenrechtensituatie
in Pakistan? 2) Beaamt u dat de actuele berichten weinig vertrouwen
geven in het effect van uw kritische dialoog met de Pakistaanse
autoriteiten? Kunt u daarom concreet aangeven hoe vorm wordt gegeven
aan deze dialoog en wat concreet de uitkomsten zijn geweest van deze
dialoog in de afgelopen paar maanden?
Antwoord
Sinds april 2008 is de OS-relatie met Pakistan gedeeltelijk hervat.
Aanleiding hiervoor was het aantreden van de democratisch gekozen
regering van premier Gilani eind maart. Volledige hervatting van de
hulprelatie is afhankelijk gesteld van verdere democratische
ontwikkelingen. De ontwikkelingsrelatie met Pakistan gaat samen met
een voortdurende kritische dialoog met de Pakistaanse autoriteiten.
Binnen het bilaterale ontwikkelingsprogramma geldt respect voor
mensenrechten (met speciale aandacht voor de positie van vrouwen) als
belangrijk uitgangspunt. Herhaalde oproepen aan Pakistan om relevante
VN-conventies te ondertekenen of te ratificeren hebben eraan
bijgedragen dat de Pakistaanse autoriteiten het belang van respect
voor mensenrechten steeds meer inzien.
Zo ratificeerde Pakistan onlangs het Internationale Verdrag inzake
Economische, Sociale en Culturele Rechten (ESOCUL-verdrag). Ook heeft
Pakistan het Internationale Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke
Rechten en het Antifolterverdrag ondertekend waarin normen voor een
eerlijke rechtsgang en de behandeling van gevangenen zijn vastgesteld.
Pakistan heeft tevens toegezegd een onafhankelijke nationale
mensenrechtencommissie op te richten.
* Ministerie van Buitenlandse Zaken
* Bezuidenhoutseweg 67
* Postbus 20061
* 2500 EB Den Haag
* Tel.: 070-3 486 486
* Fax: 070-3 484 848
* Internet: www.minbuza.nl
Ministerie van Buitenlandse Zaken