18 september 2008
Het kabinet zal in het komende begrotingsjaar de Sociaal-Economische
Raad over vijf onderwerpen advies vragen. Dat kondigt minister Donner
van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aan in de zogenoemde derde
dinsdagbrief waarin het kabinet traditiegetrouw bekend maakt welke
onderwerpen het in ieder geval aan de raad wil voorleggen.
1. De regeling omtrent de inventarisatie en evaluatie van aanvullende
risico's
Het ministerie van SZW wil weten hoe de SER denkt over het al dan niet
wettelijk vastleggen van de regeling Aanvullende Risico Inventarisatie
en Evaluatie. Deze ARIE-regeling is een aanvulling op de standaard
inventarisatie en evaluatie van risico's die elke onderneming dient te
hebben, en geldt voor ongeveer 300 bedrijven die met gevaarlijke
stoffen werken. De minister van SZW wil deze regeling meer in lijn
brengen met de nieuwe Arbowet die vorig jaar van kracht werd. In die
wet heeft de overheid zich zoveel mogelijk beperkt tot het vastleggen
van de doelen van het arbobeleid waarna het aan de sociale partners
onderling is om af te spreken hoe ze die doelen het beste kunnen
bereiken. De ARIE-regeling daarentegen bevat nog steeds gedetailleerde
middelenbepalingen en de minister wil van de SER weten of die nog
steeds nodig zijn.
2. De invloed van diversiteitsbeleid op organisatieresulaten
Samen met de ministeries van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
en Volkgezondheid, Welzijn en Sport wil Sociale Zaken een
adviesaanvraag indienen over diversiteitsbeleid. Centrale vraag
daarbij is: hoe kan diversiteit in het personeelsbestand bijdragen aan
betere organisatieresultaten? Het kabinet hoopt dat het advies zal
bijdragen aan meer draagvlak voor diversiteitsbeleid binnen de
organisaties waarop het zelf geen directe invloed kan uitoefenen,
zoals het bedrijfsleven en de zorgsector.
3. Het Lissabonproces na 2010
Buitenlandse Zaken en Economische Zaken willen de visie van de SER op
de Lissabonstrategie na 2010. Deze Lissabonstrategie is het streven
van de Europese Unie om de meest concurrerende en dynamische
kenniseconomie ter wereld te worden, met meer en betere banen, een
hechtere sociale samenhang en voldoende aandacht voor het milieu. Deze
doelen, die hun oorsprong vinden op de bijeenkomst van de Europese
staats- en regeringsleiders in 2000 in Lissabon, moeten in 2010
gerealiseerd zijn. Tijdens hun vergadering van afgelopen maart hebben
de leiders van de 27 EU-landen afgesproken dat het proces ook na 2010
door moet gaan. Ze hebben de Europese en nationale overheden gevraagd
zich hierover te beraden.
4. Betalen voor biodiversiteit
Het ministerie van Landbouw Natuurbeheer en Voedselkwaliteit wil van
de SER weten hoe sociale partners kunnen bijdragen aan de ontwikkeling
van markten voor biodiversiteit. Het kabinet wil bevorderen dat, zowel
nationaal als internationaal, de waarde van biodiversiteit wordt
erkend en zichtbaar gemaakt als essentiële factor voor tal van
economische productieprocessen en maatschappelijke behoeften. Dit moet
leiden tot (verdere) ontwikkeling van markten voor ecosyteemgoederen
en diensten die op hun beurt zorgen voor investeringen in
biodiversiteitsbehoud, ook in landen die zelf minder geld hiervoor
beschikbaar hebben. Het ministerie wil weten welke maatregelen de
sociale partners kunnen nemen om een markt voor biodiversiteit te
creëren, hoe ze kunnen bevorderen dat Nederlandse investeringen een
duurzaam gebruik van biodiversiteit stimuleren en wat naar hun mening
de verantwoordelijkheden zijn van bedrijfsleven, consumenten en
overheden.
5. Een duurzamere en gezondere voedselconsumptie en productie
Het ministerie van Landbouw Natuurbeheer en Voedselkwaliteit wil tot
een duurzamere en gezondere voedselconsumptie en productie komen. De
aanzetten daartoe staan in de nota Voedsel en Consument die naar
verwachting nog voor het eind van dit jaar verschijnt. Het ministerie
wil van de SER weten hoe de waarden die hierbij een rol spelen,
maatschappelijk verankerd en geborgd kunnen worden, welke instrumenten
hiervoor ingezet kunnen worden en wat hierbij de
verantwoordelijkheidsverdeling is tussen consumenten en producenten.
De derde dinsdagbrief is geen uitputtende lijst. Het staat het kabinet
vrij om in de loop van een begrotingsjaar ook nog met andere vragen
bij de SER aan te kloppen.
Sociaal-Economische Raad