D66
Maak extra geld vrij voor kunst en cultuur
18 september 2008
D66 heeft in haar tegenbegroting 50 miljoen euro extra gereserveerd
voor cultuur. De sociaal-liberalen willen met dit geld onder andere
meer gezelschappen in de basisinfrastructuur toelaten, extra geld
investeren in de Nederlandse film en het profijtbeginsel ongedaan
maken.
Meer gezelschappen in basisinfrastructuur
De basisinfrastructuur is volgens D66 in essentie een goed systeem.
Enkele instellingen krijgen een structurele vier-jaarlijkse subsidie,
de meesten moeten echter steeds opnieuw bewijzen dat zij een subsidie
verdienen. Helaas heeft minister Plasterk (Cultuur, PvdA) de
basisinfrastructuur wel heel minimaal uitgevoerd; zijn beleid komt
erop neer dat per stad, per discipline er maar één instelling in de
basisinfrastructuur mag zitten. Een keuze op basis van geografische
spreiding in plaats van op artistieke waarde en kwaliteit.
D66 pleit voor de toelating van extra gezelschappen tot de
basisinfrastructuur. In steden als Amsterdam, Den Haag en Rotterdam
zou dit een volstrekt logische stap zijn, omdat daar historisch gezien
altijd meerdere toneel- en muziekgezelschappen zijn geweest. Dus
waarom daar niet meerdere instellingen in de basisinfrastructuur? Zo
voorkom je dat vernieuwende instellingen met een breed publiek het
louter vanwege de geografische spreiding afleggen tegen kwalitatief
mindere gezelschappen.
Extra geld voor Nederlandse film
D66 wil meer geld uittrekken voor de Nederlandse filmsector. Het
marktaandeel van de Nederlandse film is de afgelopen tien jaar
gestegen van 1 á 2 procent naar tussen de 10 en 15 procent. Er zit
veel potentie in de Nederlandse film, waardoor die positie de komende
jaren kan worden uitgebouwd. D66 zet daarbij specifiek in op de
animatiefilm. Volgens D66 is dit "een internationale en innovatieve
tak van de Nederlandse filmsector die een zeer breed publiek
aanspreekt."
D66 richt zich niet alleen op de Nederlandse film, ook de
filmfestivals in ons land moeten verstevigd worden. Pechtold: "De
Nederlandse filmfestivals zoals het Rotterdamse filmfestival, het
Nederlandse filmfestival in Utrecht maar ook het Documentairefestival
IDFA zijn van een hoog niveau en bekend in binnen- en buitenland."
Profijtbeginsel ongedaan maken
Ook wil D66 het profijtbeginsel ongedaan maken. Dat houdt in dat de
gebruiker van kunst en cultuur betaalt, en dit heeft direct gevolgen
voor de inkomsten aan de kassa's van musea en theaters. De maatregelen
hebben dermate forse prijsstijgingen tot gevolg dat een groot deel van
het cultureel aanbod alleen nog toegankelijk is voor de beter
gesitueerden. Middelgrote en met name kleine instellingen en
gezelschappen hebben moeite hun hoofd boven water te houden.
D66 vindt het eeuwig zonde dat alles wat niet in staat is z'n eigen
hoofd boven water te houden wordt wegbezuinigd, of alleen nog maar
toegankelijk is voor mensen met een hele dikke portemonnee. Met extra
geld moet die ontwikkeling tegengegaan worden.