Vlaamse Overheid

behandeling

Anker van de Belgica krijgt conserverende behandeling

Vlaamse overheid

dinsdag 16 september 2008

Op donderdag 18 september wordt in Raversijde het anker van het Antarctische expeditieschip van Adrien de Gerlache weer te water gelaten. Niet in zeewater deze keer, maar in een chemische oplossing die het ijzer tegen verder verval moet beschermen. Het Vlaams Instituut voor het Onroerend Erfgoed (VIOE) zorgt voor de wetenschappelijke begeleiding van die noodzakelijke conservatiebehandeling. De pers is van harte welkom bij de tewaterlating om 10.00u en zal er uitleg krijgen over het onderzoek van het anker en over de conservering van metalen scheepswrakvondsten.

Waar komt het anker vandaan?
Het anker met ijzeren stok is het grootste artefact dat uit het wrak van de Belgica werd gehaald. Dat wrak ligt op de zeebodem niet ver van de kust nabij Harstad (Noorwegen). Het enorme stokanker werd samen met andere artefacten geborgen tijdens de verkenningen door duikers de afgelopen jaren. Hoewel er in de loop van de negentiende eeuw al nieuwe types van ankers waren uitgevonden, was het eeuwenoude stokanker ten tijde van de Zuidpoolexpeditie met de Belgica (1897-98) nog altijd een nuttig, veilig en bijgevolg veelgebruikt attribuut aan boord van grote schepen.
Toen eigenaar Kristian Holst het wrak van de Belgica aan het Belgicagenootschap schonk, werd ook het anker aan het genootschap aangeboden door de plaatselijke duikclub die het had bovengehaald. De firma Maenhout uit Oostende transporteerde het anker bij wijze van sponsoring kosteloos naar het provinciedomein Raversijde. Nog tot 11 november 2008 loopt daar de tentoonstelling 'Eindbestemming Harstad?' over de geschiedenis van de Belgica, de Zuidpoolexpeditie en het onderzoek naar de huidige toestand van het wrak. De tentoonstelling is een gezamenlijke realisatie van het VIOE, de provincie West-Vlaanderen en het Belgicagenootschap.

Waarom moet het anker in bad?
Na de berging en voor het door de plaatselijke duikclub in de openlucht bij het clublokaal werd tentoongesteld, heeft men het anker van de Belgica enige tijd in een snelstromend riviertje gelegd om er zo veel mogelijk zeezout van af te spoelen. Een dergelijke behandeling geeft echter geen garanties voor het behoud omdat de ontzouting niet ver genoeg wordt doorgevoerd. Om verder verval tegen te gaan, is een doeltreffende chemische behandeling nodig. Zo niet blijft er van het ijzer waaruit het anker van de Belgica is gesmeed uiteindelijk niets over. De berging van vondsten uit de zee heeft immers zeer destructieve gevolgen als er geen efficiënte conserverende behandeling volgt.
Na een grondig onderzoek van het type en de toestand van het anker is op het provinciedomein Raversijde alles in gereedheid gebracht om het artefact volledig te ontzouten. Het ijzeren gevaarte zal neergelaten worden in een bak met gedemineraliseerd water waaraan kalium- en natriumhydroxide wordt toegevoegd. De kunststoffen bak met deksel, bestand tegen allerhande agressieve chemische stoffen, moest speciaal daarvoor worden gemaakt.
Later volgt op een andere locatie nog een verdere behandeling met een elektrische stroombron. Er wordt verwacht dat het anker binnen één tot vijf jaar volledig behandeld zal zijn tegen verder verval. Het zal dan zonder problemen de tand des tijds kunnen doorstaan op een door het Belgicagenootschap gekozen plaats.

Voor meer persinformatie kunt u terecht bij:

Mevr. Barbara Daveloose, pr-verantwoordelijke , Vlaams Instituut voor het Onroerend Erfgoed
Tel: 02 553 16 62
Fax: 02 553 16 50
Email: barbara.daveloose@rwo.vlaanderen.be