ChristenUnie


Antwoord op kamervragen Ernst Cramer over uitval treinen

Antwoord op kamervragen Ernst Cramer over uitval treinen

woensdag 17 september 2008 16:12

Kamervragen
Geachte voorzitter,
Hiermee beantwoord ik de vragen die het lid Cramer heeft gesteld over uitval van treinen bij storingen.


1. Kent u het bericht "Vrachtwagen in Ermelo trekt bovenleiding kapot"?(De Stentor, 19 augustus 2008 )
Ja.


2. Deelt u de mening dat de informatie op www.ns.nl, Teletekst en www.9292ov.nl over alternatief vervoer in dit soort situaties regelmatig te summier is, door het ontbreken van specifiek advies voor stoptreinreizigers of van een vermelding van het specifieke traject waarlangs omgereisd kan worden?
In het algemeen acht ik de informatie die via de verschillende media tot de reiziger komt adequaat, maar er is zeker ruimte voor verbetering en uitbreiding van de beschikbare informatie. Hier wordt door vervoerders en ProRail hard aan gewerkt.
De informatie op www.ns.nl heeft als doel om de reiziger te informeren over de oorzaak van verstoringen, de verwachting over de duur van de verstoringen, en de reiziger een adequaat reisadvies te geven. Dit is inclusief de mogelijkheden van alternatief vervoer, specifieke adviezen voor stoptreinreizigers en vermelding van het specifieke traject waarlangs omgereisd kan worden. De informatie komt vanuit verschillende organisaties en moet op elkaar afgestemd worden. NS werkt er continue aan om dit proces verder te verbeteren. Vanaf maandag 1 september toont NS bijvoorbeeld meer informatie over de inzet van snel- en stopbussen bij de link Storingen op de homepage. Ook op het station probeert NS haar reizigers zo goed mogelijk te adviseren over de reismogelijkheden bij storingen. Op de huidige lichtkranten (bij de entree van het station) is te weinig ruimte om specifieke omreisadviezen (wél landelijke omreisadviezen) te geven. De nieuwe schermen op de perrons (zoals die nu al op Amersfoort hangen) zullen in de toekomst naast de eerstvolgende trein op dat perron, ook de volgende trein vanaf dat perron tonen en meer specifieke informatie per trein, bijvoorbeeld reistips (deze trein maakt een extra stop in x). Verder kan NS in de toekomst storingsinformatie op meer schermen dan alleen de lichtkranten tonen. ProRail is verantwoordelijk voor de informatie op Teletekst (en levering aan www.9292ov.nl ). Tussen medewerkers van NS en ProRail is goede afstemming over de consistentie in de berichtgeving over oorzaak, prognose en reisadviezen bij verstoringen.


3. Bent u bereid om op korte termijn met de vervoerders en ProRail een actieplan op te zetten om de informatievoorziening bij verstoringen te verbeteren?
Zoals genoemd bij het antwoord op vraag 2 lopen er verschillende initiatieven die de informatievoorziening in de toekomst verder moeten verbeteren. NS maakt binnen MOBIS-verband het plan "Kwaliteitsimpuls actuele OV-reisinformatie op nationale schaal ", waarin acties zijn opgenomen om de actuele OV-reisinformatie te verbeteren.


4. Is het waar dat op 23 juni door een verstoring tussen Rotterdam en Rotterdam Noord rond 14.00 uur geen intercities reden tussen Rotterdam en Gouda en reizigers werden omgeleid via Den Haag, terwijl het wel mogelijk was om intercities te laten rijden tussen Rotterdam Alexander en Gouda?
Ja, dat klopt. Er was op 23 juni een storing in het beveiligingssysteem van ProRail tussen Rotterdam CS en Rotterdam Noord. Hierdoor was er geen treinverkeer mogelijk tussen Rotterdam CS en Rotterdam Noord. Om de reizigers toch zo snel en zo goed mogelijk te kunnen vervoeren wordt gebruik gemaakt van eerder afgesproken plannen, zogenaamde versperringsmaatregelen. Deze maatregelen zijn door NS en ProRail samen gemaakt. Doordat deze maatregelen van tevoren uitgewerkt zijn kan de dienstverlening aan de reizigers zo snel en goed mogelijk ingevuld worden.
Bij de bewuste versperring is door NS en ProRail gekozen voor één van de vooraf uitgewerkte maatregelen. Het effect van deze maatregel is dat reizigers die NS vanuit Utrecht, Gouda of Amersfoort via Den Haag of Schiphol naar Rotterdam Centraal vervoert een verlenging van de reistijd van 30 minuten hebben. NS heeft voldoende vervoerscapaciteit om deze dienstverlening in te vullen. De reistijd met de metro vanaf Rotterdam Alexander naar Rotterdam Centraal is vergelijkbaar (28 tot 33 minuten).
Doordat NS voldoende vervoerscapaciteit kan inzetten is zij van mening dat hiermee de dienstverlening aan haar klanten de beste is op dit traject gegeven de omstandigheden.


5. Deelt u de mening dat bij een verstoring tussen Rotterdam en Rotterdam Noord in beide richtingen minder reizigers worden benadeeld als de intercities vanuit Gouda zouden doorrijden tot Rotterdam Alexander en aldaar of ter hoogte van Rotterdam Noord Goederen kop zouden maken aangezien reizigers van Rotterdam Alexander dan hun intercity-verbinding houden en doorgaande reizigers, als alternatief voor omreizen via Den Haag, kunnen kiezen voor de metro bij Rotterdam Alexander?
Voor mijn antwoord over de combinatie met de metro naar Rotterdam Alexander verwijs ik u naar het antwoord op vraag 4. Voor reizigers die in Rotterdam Alexander de reis beginnen zou het in stand houden van de intercity verbinding tussen Rotterdam Alexander en Gouda een voordeel kunnen zijn. Voor deze groep reizigers gaat NS onderzoeken of het door u genoemde alternatief een betere dienstverlening oplevert.


6. Deelt u de mening dat de prestatie-indicator "gereden treinen" van het zorggebied "op tijd rijden" in het vervoerplan 2008 de NS niet stimuleert om bij verstoringen als deze zo veel mogelijk treinen zo ver mogelijk door te laten rijden omdat bij de prestatie-indicator alleen wordt gekeken naar de gerealiseerde aankomstactiviteiten op de in de concessie vastgestelde knooppuntstations? De indicator 'gereden treinen' stimuleert NS in het algemeen om zo veel mogelijk volgens plan een trein te rijden. Bij een stremming stimuleert de indicator om voorbij het gestremde traject een vervangende trein in te zetten. Die telt namelijk mee als gereden trein. Op het gestremde traject zelf is het NS-belang om zoveel mogelijk reizigers per trein te vervoeren. Dat scheelt immers kostbare ingehuurde bussen, waar inzet van eigen treinen en personeel geen extra kosten veroorzaken. Ook in de scenario's die NS hanteert wordt dit principe toegepast. Dat NS niet altijd tot het laatste station voor de stremming doorrijdt, heeft ermee te maken dat niet op elk station technische voorzieningen aanwezig zijn om treinen te kunnen keren (een zogenaamde keervoorziening, waardoor het seinstelsel veilig heen en weer bereden kan worden). Het aanleggen van zo'n keervoorziening is een kostbare zaak en wordt daarom per lokatie afgewogen, afhankelijk van de vraag hoe vaak er gebruik van gemaakt zal gaan worden.


7. Bent u bereid om met NS en ProRail in overleg te treden om te kijken of verfijning van de gestandaardiseerde bijsturingsafspraken en/of de prestatieindicatoren in het vervoerplan mogelijk is, zodat minder treinen uitvallen en de uitval wordt beperkt tot zo kort mogelijke trajecten waardoor zo min mogelijk reizigers bij verstoringen worden benadeeld?
Dit proces loopt al bij NS en ProRail, zowel qua bijsturing (de zogenaamde "warme logistiek") als qua prestatieafspraken. De stappen die NS en Prorail hierin zetten worden afgestemd met V&W en de consumentenorganisaties.
De nieuwe indicator reizigerspunctualiteit geeft extra aandacht aan grote stromen, waardoor op knelpunten/ontregelde situaties zo goed mogelijk afwegingen kunnen worden gemaakt. In het NS vervoerplan 2009 zal deze indicator als informatie-item worden opgenomen. NS wil 2009 gebruiken om ervaring met de nieuwe indicator op te doen. Afhankelijk van de opgedane ervaring zou deze indicator in overleg tussen V&W, NS en de consumentenorganisaties na 2009 als output prestatieafspraak kunnen worden gehanteerd.

Hoogachtend,
DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT,
Camiel Eurlings