ketenuitvoerbaarheidstoets bij Wtcg
Aanpassing huurtoeslag en ketenuitvoerbaarheidstoets bij Wtcg
Kamerstuk, 16 september 2008
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
MEVA/AEB-2876033
16 september 2008
Op 16 september 2008 is het voorstel voor de Wet tegemoetkoming
chronisch zieken en gehandicapten (Wtcg) bij uw Kamer ingediend.
Vooruitlopend op de parlementaire behandeling van dit wetsvoorstel
willen wij u over een tweetal onderwerpen nader informeren. Het
betreft een aanpassing van de Wet op de huurtoeslag in het kader van
de Wtcg en de door de Kamer gevraagde toets op de uitvoerbaarheid van
de nieuwe regeling, de zogenoemde ketenuitvoerbaarheidstoets.
Aanpassing huurtoeslag
Een van de maatregelen waarin het wetsvoorstel Wtcg voorziet, is een
aanpassing van de Wet op de huurtoeslag. Het doel van deze aanpassing
is de (gedeeltelijke) compensatie voor ouderen voor het verlies aan
huurtoeslag als gevolg van het afschaffen van de fiscale
aftrekmogelijkheid voor buitengewone uitgaven. Door het vervallen van
deze aftrekmogelijkheid en de vervanging daarvan door de voorgestelde
regeling voor specifieke zorgkosten stijgt het verzamelinkomen van de
groep die van de aftrekmogelijkheid gebruik maakte. Omdat de Wet op de
huurtoeslag voor de vaststelling van het recht op de huurtoeslag
uitgaat van het verzamelinkomen, werkt deze stijging van het
verzamelinkomen door in de hoogte van de huurtoeslag van degenen die
gebruik maken van de aftrekmogelijkheid voor buitengewone uitgaven.
Als het verzamelinkomen stijgt, neem de hoogte van de huurtoeslag af.
De regering wenst ouderen hiervoor gedeeltelijk te compenseren. Alle
ouderen hebben immers generiek recht op aftrek van een ouderenforfait
binnen de regeling buitengewone uitgaven. Bovendien worden ouderen als
afzonderlijke categorie in de huurtoeslag onderscheiden, wat gerichte
compensatie ook mogelijk maakt.
De compensatie waarin het wetsvoorstel voorziet, vindt plaats door een
verhoging van de zogenoemde inkomensparameters (norminkomen,
minimum-inkomensijkpunt en referentie-inkomensijkpunt) van de Wet op
de huurtoeslag voor ouderenhuishoudens met een bedrag van EUR 665 voor
eenpersoonshuishoudens onderscheidenlijk EUR 1462 voor
meerpersoonhuishoudens.
Beoogd wordt deze wijziging te laten ingaan per 1 januari 2009. Om
hieraan uitvoering te kunnen geven, is het noodzakelijk om bij de
vaststelling van de voorschotten huurtoeslag voor 2009 uit te gaan van
de conform het wetsvoorstel verhoogde inkomensparameters huurtoeslag.
Deze voorschotten worden voor het einde van 2008 vastgesteld, zodat in
december 2008 het voorschot voor januari 2009 kan worden betaald.
Daartoe moeten de gewijzigde parameters uiterlijk op 1 oktober 2008
aan de Belastingdienst/Toeslagen worden aangeleverd ter implementatie
in het geautomatiseerde behandelingssysteem. Een latere aanlevering
betekent onaanvaardbare risico's voor de juiste verwerking van
huurtoeslagparameters en daarmee ook voor de correcte en tijdige
vaststelling van de voorschotten huurtoeslag voor 2009.
Gegeven het feit dat de behandeling van het wetsvoorstel in uw Kamer
niet voor 1 oktober kan zijn afgerond, is het voor een tijdige
implementatie van de beoogde wijziging van de Wet op de huurtoeslag
onvermijdelijk om vooruit te lopen, niet alleen op de formele
publicatie en inwerkingtreding van de Wtcg, maar ook op de
parlementaire behandeling van het wetsvoorstel.
De regering hecht er zeer aan dat de compenserende maatregelen waarin
de Wtcg voorziet, per 1 januari 2009 in werking treden en dan ook
daadwerkelijk worden geïmplementeerd. De inkomensgevolgen van het
afschaffen van de aftrek van de bijzondere uitgaven treden immers ook
vanaf 1 januari 2009 op.
Wij zijn daarom voornemens bij de wijziging van de inkomensparamaters
huurtoeslag voor 2009, vooruitlopend op parlementaire goedkeuring, uit
te gaan van de verhoging van deze parameters zoals voorgesteld in het
wetsvoorstel Wtcg.
Indien het wetsvoorstel Wtcg onverhoopt niet door het parlement wordt
aanvaard, zal vanuit een oogpunt van rechtszekerheid, behoorlijk
bestuur, maar ook om uitvoeringstechnische redenen deze verhoging van
de parameters in 2009 voor dat jaar niet kunnen worden teruggedraaid.
De hiervoor bedoelde verhoging van de huurtoeslagparameters zal dan
per 1 januari 2010 worden teruggedraaid. Dat zou dan dus voor één jaar
(namelijk 2009) een voordeel voor de betrokken groep ouderen
betekenen.
Ketenuitvoerbaarheidstoets
Tijdens het VAO "financiële tegemoetkoming chronisch zieken en
gehandicapten" van 3 juli jongstleden is een motie aangenomen waarin
het kabinet verzocht wordt een integrale en onafhankelijke
ketenuitvoerbaarheidstoets uit te voeren. In reactie op die motie
heeft het kabinet laten weten een audit te willen laten uitvoeren op
de keten van verantwoordelijkheden inzake dit wetsvoorstel en de
resultaten daarvan voor het herfstreces aan de Tweede Kamer te melden.
Hierbij laat ik u weten dat de ketenuitvoerbaarheidstoets intussen in
gang is gezet. Zoals bekend kent de nieuwe regeling een drietal
onderdelen die specifiek op chronisch zieken en gehandicapten zijn
gericht: de forfaitaire tegemoetkoming, verlaging van de eigen
bijdrage AWBZ en een fiscale regeling voor uitgaven voor specifieke
zorgkosten. Vanuit de optiek van de uitvoering is alleen de
forfaitaire tegemoetkoming voor chronisch zieken en gehandicapten een
wezenlijk nieuw element. Het kabinet heeft er daarom voor gekozen de
ketenuitvoerbaarheidstoets op dat onderdeel toe te spitsen.
Het onderzoek wordt verricht door Berenschot Groep B.V. Berenschot
voert reeds onderzoek uit bij het Centraal Administratiekantoor
Bijzondere Zorgkosten (CAK-BZ). Het CAK-BZ speelt een centrale rol bij
de uitvoering van de nieuwe regeling en dus bij de
ketenuitvoerbaarheidstoets. Door aan te sluiten bij het lopende
onderzoek van Berenschot, is het naar verwachting mogelijk de
ketenuitvoerbaarheidstoets rond 1 oktober aan de Kamer te doen
toekomen.
De actoren in de uitvoeringsketen die in de toets betrokken worden
zijn:
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport