Datum: 16 september 2008
Inlichtingen bij: Johan Verbruggen (tel. 070-3383404), Jacqueline
Timmerhuis (tel. 070-3383477) en Dick Morks (tel. 070-3383410)
Macro Economische Verkenning 2009: Economische groei vlakt af
De kredietcrisis en de in het spoor daarvan vertragende
wereldconjunctuur leiden ertoe dat de economische groei scherp
terugvalt, tot 2¼% in 2008 en 1¼% in 2009. Desalniettemin blijft de
arbeidsmarkt gespannen en de werkloosheid laag. De inflatie komt boven
de 3% uit, terwijl de koopkracht van gezinnen in 2008-2009 grosso modo
gelijk blijft. Het begrotingsoverschot van de overheid verbetert in
beide jaren tot 1,3% van het BBP.
Dit zijn de hoofdlijnen uit de vandaag gepresenteerde Macro
Economische Verkenning (MEV) 2009. Het Centraal Planbureau (CPB)
presenteert hierin analyses en prognoses voor de Nederlandse en voor
de wereldeconomie in de jaren 2008 en 2009. Tevens bevat de MEV 2009
twee speciale onderwerpen: 'Prijsstijgingen van voedsel' en
'Kinderopvang'. In diverse kaders belicht het CPB een aantal actuele
onderwerpen, zoals de gevoeligheid van Nederland voor de
kredietcrisis, de vraag of er voor Nederland een huizenprijsdaling in
het verschiet ligt, de kans op een sterke loon-prijsspiraal en de
effectiviteit van de buitengewone-uitgavenaftrek.
Mondiale groei gaat nog verder terugvallen
In de eerste helft van dit jaar hield de onrust op de financiële
markten aan, zwakte de mondiale economische groei af, stegen de olie-
en voedselprijzen tot recordhoogten en bereikte de inflatie daardoor
in veel landen een zorgwekkend hoog peil. De situatie op de
Amerikaanse huizenmarkt verslechterde dramatisch, terwijl in een
aantal Europese economieën de huizenprijsstijging sterk terugliep en
investeringen in woningen begonnen af te nemen. De financiële onrust
trof niet alleen de Amerikaanse subprime-hypotheken en gerelateerde
complexe financiële producten, maar ook de geld-, obligatie-, valuta-
en aandelenmarkten wereldwijd. Eind augustus lagen de Europese
aandelenkoersen ruim 25% lager dan vóór het uitbreken van de
kredietcrisis in juli vorig jaar. De euro werd opnieuw sterker ten
opzichte van de dollar, met nadelige gevolgen voor de
concurrentiepositie van eurolanden, ook al steeg de dollar in augustus
weer wat in waarde.
De kredietcrisis houdt vermoedelijk nog enige tijd aan. Pas in de loop
van volgend jaar kunnen financiële markten gaan normaliseren. De
ramingen van de Amerikaanse en Europese economische groei in 2009 zijn
dan ook mager, respectievelijk ¾% en 1%. De onzekerheden omtrent de
wereldeconomie blijven overigens groter dan gewoonlijk. Het risico
bestaat dat de kredietcrisis langer zal aanhouden en de economische
groei scherper zal drukken, maar een gunstiger scenario is ook
denkbaar indien de prijzen van olie en andere grondstoffen dalen.
Nederlandse economie: neergang nu echt ingezet
Nederland is de top van de hoogconjunctuur in termen van groei
gepasseerd. Na twee zeer goede kwartalen eind 2007, bedroeg de
kwartaal-op-kwartaalgroei in het eerste kwartaal van 2008 nog slechts
0,4%. In het tweede kwartaal van dit jaar nam de productie voor het
eerst in drie jaar op kwartaalbasis zelfs helemaal niet meer toe. De
lagere wereldhandelsgroei leidt tot een geringere toename van de
uitvoer. Ook de particuliere consumptie en de bedrijfsinvesteringen
ontwikkelen zich dit en komend jaar aanzienlijk minder gunstig dan in
de voorbije jaren. Toch komt op jaarbasis de BBP-groei in 2008 naar
verwachting nog uit op 2¼%. Dit is echter voornamelijk te danken aan
de zogenoemde overloop vanuit 2007. Op kwartaalbasis groeit de
economie dit jaar slechts mondjesmaat. De prognose voor volgend jaar
is met een groei van 1¼% nog gematigder.
Spanning op arbeidsmarkt blijft
Ondanks de gematigde groei op kwartaalbasis blijft de economische
situatie in 2008 gespannen. Het feitelijke productieniveau ligt dit
jaar naar verwachting 1¾% hoger dan het potentiële niveau. De spanning
komt vooral tot uiting op de arbeidsmarkt. Het aantal vacatures
schommelt al drie kwartalen rond de 245 000, een historisch
hoogtepunt. Ook komt de werkloosheid dit jaar met 4% ruim onder de
geschatte evenwichtswerkloosheid uit. Volgens de prognose loopt de
werkloosheid in 2009 licht op, tot 4¼% van de beroepsbevolking, maar
blijft ook dan in zowel historisch als internationaal opzicht laag.
Stijgende lonen en een oplopende inflatie
De hoge olieprijs heeft een opwaarts effect op de inflatie. De
stijging van de consumentenprijsindex loopt naar verwachting op tot
2¾% dit jaar en 3¼% in 2009. Ook de verhoging van enkele indirecte
belastingen draagt bij aan de stijging van het algemene prijspeil.
Bovendien groeit de arbeidsproductiviteit onder invloed van de
afzwakkende conjunctuur dit jaar en komend jaar relatief langzaam,
waardoor de bijdrage van de arbeidskosten per eenheid product aan de
inflatie toeneemt. In dit verband speelt ook een rol dat de hogere
inflatie en de blijvende krapte op de arbeidsmarkt de lonen opstuwen.
De contractloonstijging in de marktsector trekt naar verwachting aan
tot 3¼% in 2008 en 3½% volgend jaar.
In de jaren zeventig vertaalden stijgende olieprijzen zich via
automatische prijscompensatie in een loon-prijsspiraal. Hoge
inflatieverwachtingen werden destijds vertaald in hoge looneisen. Toen
de hoge inflatieverwachtingen eenmaal waren verankerd, bleken die
alleen tegen hoge kosten, in de vorm van forse werkloosheid, te kunnen
worden bijgesteld. Deze periode heeft ons land geleerd dat het
ruilvoetverlies als gevolg van de stijgende olieprijzen niet via
looneisen moet worden afgewenteld op de winsten, en dat
koopkrachtverlies onvermijdelijk is.
Consumptie neemt langzamer toe
De geraamde groei van het reëel beschikbaar gezinsinkomen ligt dit
jaar met ¾% beduidend lager dan de groei van 3,7% in 2007, wat de
consumptiegroei drukt tot 1½% dit jaar en 1% in 2009. Voorts ligt in
de prognose een minder gunstige ontwikkeling van de gezinsvermogens
besloten. In de raming wordt uitgegaan van een huizenprijsstijging die
dit jaar ongeveer gelijke tred houdt met de inflatie en die daar
volgend jaar wat bij achter blijft. De AEX sloot de eerste helft van
2008 ruim 17% lager dan de stand ultimo 2007, waardoor het
aandelenvermogen is gekrompen. Ook deze vermogensontwikkelingen
beïnvloeden de consumptie neerwaarts in beide ramingsjaren.
Verandering koopkracht schommelt rond de nul
De statische koopkracht van huishoudens - waarbij geen rekening wordt
gehouden met individuele veranderingen zoals promotie, huwelijk of
werkloosheid - neemt in 2008 in doorsnee af met ½%. De verschillen
tussen werkenden, uitkeringsgerechtigden en 65-plussers zijn
betrekkelijk gering. Het koopkrachtbeeld voor volgend jaar ziet er
volgens de raming anders uit. Dan neemt de statische koopkracht in
doorsnee juist toe met ½% en is de spreiding relatief groot.
Werknemers gaan er in doorsnee ½% op vooruit, terwijl
uitkeringsgerechtigden er ¼% op achteruit gaan. De koopkracht voor
65-plussers verandert gemiddeld naar verwachting niet.
Conjunctuurgevoelige investeringen over hoogtepunt heen
De groei van de conjunctuurgevoelige investeringen vertraagt dit jaar
sterk. Bedroeg deze groei vorig jaar nog 11,6%, dit jaar blijft daar
nog 2½% van over. Volgend jaar dalen deze investeringen zelfs met 4¾%.
De belangrijkste reden van de groeivertraging is de substantiële
afname van de productiegroei in de marktsector, waardoor
uitbreidingsinvesteringen minder noodzakelijk zijn. Voorts neemt de
winstgevendheid van bedrijven af, omdat ze niet in staat zijn de fors
gestegen productiekosten volledig en onmiddellijk door te berekenen in
de afzetprijzen. De totale bedrijfsinvesteringen ontwikkelen zich dit
jaar overigens gunstiger, omdat de conjunctuurongevoelige
investeringen in vliegtuigen en grote energieprojecten toenemen.
Stagnerende uitvoer remt de groei
Een groot deel van de vertraging in de economische groei in 2008 kan
op het conto van de uitvoer worden geschreven. De in Nederland
geproduceerde uitvoer neemt dit jaar toe met 2¼%, tegenover 5,0% vorig
jaar. Deze vertraging kan voor een belangrijk deel worden verklaard
door de verslechterde internationale economische situatie. De
wereldhandelsgroei neemt dit jaar mede als gevolg van de kredietcrisis
af van 6,3% naar 3¼%. Ook de relatief snelle stijging van de
arbeidskosten per eenheid product en de nog altijd dure euro remmen de
groei van de uitvoer. Volgend jaar neemt de binnenslands geproduceerde
uitvoer naar verwachting met 1¾% toe. De wederuitvoer laat eveneens
een lager groeitempo zien. In 2007 bedroeg de toename 9,5%, dit en
komend jaar zakt het groeitempo naar verwachting terug tot
respectievelijk 6½% en 4¾%.
Overheidsfinanciën
Diverse open-einderegelingen leiden tot tegenvallers. Het betreft
onder meer de kinderopvangtoeslag, de buitengewone-uitgavenaftrek voor
ziektekosten en de persoonsgebonden budgetten in de AWBZ. De doelgroep
die men bij introductie waarschijnlijk voor ogen had, blijkt in de
praktijk moeilijk af te bakenen, waardoor het gebruik hoger uitvalt
dan geraamd. Tegenover deze tegenvallers staan ook meevallers, met
name bij de EU-afdrachten. Bovendien is er extra bestedingsruimte
ontstaan, doordat de feitelijke prijs van de overheidsbestedingen
achterblijft bij de prijs waarmee is gerekend bij het vaststellen van
de uitgavenkaders. Een belangrijke verbetering op het terrein van het
begrotingsbeleid is de aanpassing van de voeding van het Fonds
Economische Structuurversterking (FES), waardoor de hogere
aardgasopbrengsten worden aangewend om de kosten van de komende
vergrijzing (deels) mee te financieren.
Verbetering EMU-saldo vooral door aardgasbaten
Het EMU-saldo komt naar verwachting zowel dit als volgend jaar uit op
1,3% BBP. Na overschotten in de afgelopen twee jaren zou dat betekenen
dat de overheidsinkomsten vier jaar op rij de uitgaven overstijgen.
Dat is niet meer voorgekomen sinds de jaren vijftig. De hogere
inkomsten uit aardgas spelen hierbij een belangrijke rol. Bovendien
krijgt Nederland vanaf 2007 per jaar korting op de afdracht aan de EU.
Volgend jaar wordt deze korting met terugwerkende kracht verrekend,
waardoor de afdrachten met bijna 3 mld euro afnemen, waarvan 1,7 mld
euro (0,3% BBP) eenmalig is. Onderliggend dat wil zeggen gecorrigeerd
voor deze bijzondere omstandigheid, de stand van de conjunctuur, de
gasopbrengsten en de netto rentebetalingen is in 2009 sprake van een
verslechtering van het begrotingssaldo met bijna 1%-punt.
Nauwelijks verschillen in inflatie tussen inkomensgroepen
In Nederland bestaan nauwelijks verschillen in inflatie tussen de
verschillende inkomensgroepen. In CPB Memorandum 207 staat dit
uitgebreid beschreven aan de hand van verschillen in consumptiepakket
en daarmee verschillen in inflatie tussen de diverse inkomensgroepen.
Naast CPB Memorandum 207 heeft het CPB nog drie achtergronddocumenten
in de vorm van CPB Memoranda uitgebracht (zie onder).
De Macro Economische Verkenning 2009, ISBN 978-90-1212-891-9, is vanaf
vrijdag 19 september verkrijgbaar bij:
Sdu Servicecentrum Uitgeverijen
Postbus 20014
2500 EA Den Haag
Tel. 070-3789880
Fax: 070-3789783
De prijs bedraagt: 28,15 euro
De Macro Economische Verkenning 2009 en de achterliggende CPB
Memoranda, 'Arbeidskosten per eenheid product Nederlandse verwerkende
industrie MEV 2009', 'Investeringen in woningen', 'De wereldhandel en
grondstoffenprijzen in 2008-2009', en 'Inflatie per inkomensgroep'
zijn (gratis) beschikbaar als PDF-bestand. Alle kaders uit de MEV 2009
zijn daar ook afzonderlijk te downloaden.
Macro Economische Verkenning 2009
CPB Memorandum 204, Arbeidskosten per eenheid product Nederlandse
verwerkende industrie CEP 2008
CPB Memorandum 205, Investeringen in woningen
CPB Memorandum 206, De wereldhandel en grondstoffenprijzen in
2008-2009
CPB Memorandum 207, Inflatie per inkomensgroep
Alle kaders uit de Macro Economische Verkenning 2009
Centraal Planbureau