PERSBERICHT ALTERRA

Nationale Parken moeten meer slagkracht krijgen

Het beleid voor de Nationale Parken in Nederland is dringend aan herziening toe, betogen onderzoekers van Alterra (onderdeel van Wageningen UR). De doelen, budgetten en overlegstructuren zijn op dit moment niet toegesneden op de toekomst. De ecologische, maatschappelijke en bestuurlijke functies van de Nationale Parken staan derhalve onder druk. Nu zijn het nog "geïsoleerde parels"; volgens de onderzoekers zouden het knooppunten in een netwerkomgeving moeten worden. Dit kan door meer omgevingsgericht te werken, door samenwerking niet alleen te zoeken met mensen en organisaties binnen de Nationale Parken, maar vooral ook buiten de Nationale Parken.

De 20 Nationale Parken in Nederland zijn het visitekaartje van de Nederlandse natuur. De mooiste voorbeelden van typisch Nederlandse natuur zijn hier te vinden. De parken bieden uitgebreide voorzieningen voor natuurgerichte recreatie en hebben een groot aanbod van activiteiten op het gebied van voorlichting en educatie. In 2006 is het 20e en laatste Nationale Park ingesteld, en daarom heeft het ministerie van LNV aan Alterra gevraagd om naar het huidige functioneren van de parken te kijken en aan te geven hoe de kwaliteit ervan in de toekomst kan worden verbeterd. Ook streeft LNV naar een betere presentatie van de Parken en meer bekendheid bij een breed publiek.

De onderzoekers hebben diverse aspecten van het functioneren van de Nationale Parken op dit moment in kaart gebracht (zie attach voor een samenvatting). Daaruit blijkt dat de verschillende parken verschillend scoren. Nationaal Park De Hoge Veluwe is het enige park dat in alle opzichten "goed" scoort. De Nationale Parken Lauwersmeer en Zuid-Kennemerland hebben gemiddeld de laagste scores. De scores zijn gegeven door betrokkenen uit het gebied en onderzoekers samen. Alterra-onderzoeker Marcel Pleijte: "Wanneer de parken sterker beoordeeld zouden zijn vanuit externe bedreigingen en de invloed van ander beleid op de Nationale Parken, zouden de scores minder hoog uitpakken."

Sommige Nationale Parken zijn naar binnen gericht: alle activiteiten en plannen spelen zich af binnen de grenzen van het park. Deze situatie doet zich vooral voor bij recent opgerichte parken. Dit is dan ook nodig, omdat men eerst de partijen die al betrokken zijn op één lijn moet krijgen en er binnen de grenzen van een Nationaal Park er nog veel te bereiken is. Naarmate een park langer bestaat komt er meer oog voor externe bedreigingen. Dit mede omdat interne knelpunten grotendeels opgelost zijn. Een verdere kwalitatieve groei of het stoppen van achteruitgang is veelal alleen te bereiken door buiten het Nationale Park ontwikkelingen te beïnvloeden. Een Nationaal Park heeft daar echter nagenoeg geen instrumentarium voor ter beschikking. De onderzoekers benadrukken het belang van doorgroeien naar een situatie waarbij de ontwikkelingen in de omgeving van het park niet alleen worden gezien als een bedreiging, maar ook als een kans om de doelen van het park te helpen realiseren. Sommige parken zijn hier al mee bezig, maar dit wordt bemoeilijkt door de huidige capaciteit in middelen, geld en daarmee in menskracht. De parken zullen op externe ontwikkelingen moeten kunnen inspelen door het maken van nieuwe spelregels in de vorm van aanpassingen in de bestuursstructuur, het herformuleren van de doelen en het bijstellen van budgetten. Alleen zo kunnen de parken effectief inspelen op invloeden vanuit de omgeving.

Marcel Pleijte: "De huidige stand van zaken overziend, concluderen wij dat de effectiviteit van de parken onder allerlei invloeden aan het eroderen is. Doorgaan op de huidige weg betekent ons inziens dat het voortbestaan in de huidige vorm onzeker wordt. Er moet een omslag in het denken van de bestuurders van de Nationale Parken, provincies, gemeenten en bij het ministerie van LNV komen. De Nationale Parken moeten meer slagkracht krijgen. Het zijn nu nog geïsoleerde parels, maar het moeten knooppunten worden in een netwerkomgeving."


---

Meer informatie over dit onderwerp kunt u krijgen bij Alterra:

drs. Marcel Pleijte, 0317 481814 of 06 13946627 of marcel.pleijte@wur.nl.