Ingezonden persbericht
Persbericht
Kröller-Müller Museum draagt schilderij over aan erfgenamen
Otterlo, 15 september 2008
Het Kröller-Müller Museum is verheugd dat Jonge vrouw bij een bron van J.B.C. Corot
overgedragen kan worden aan de erfgenamen van de vooroorlogse bezitter, George Eduard
Behrens, die onvrijwillig het bezit ervan verloor.
Het museum is zich er steeds bewust van geweest dat dit
schilderij een problematische herkomst zou kunnen
hebben. Het schilderij is namelijk in 1942 in Berlijn
aangekocht met gelden uit het zogenaamde `zes-ton-
fonds'. Dit fonds is door de toenmalige machthebbers in
1941 aan het museum ter beschikking gesteld om nieuwe
kunstwerken voor de collectie te verwerven, nadat eerder
drie schilderijen uit de collectie voor het Führermuseum in
Linz gevorderd waren. Met het fonds kreeg deze confiscatie
het karakter van een ruil.
Ten tijde van het in 1998 door de Nederlandse
Museumvereniging geïnitieerde zelfonderzoek van musea
naar de herkomst van hun aanwinsten in de periode 1940-
1948 is het het museum niet gelukt de vinger te leggen op
een discutabele bezitsovergang in de herkomstgeschiedenis
van het schilderij.
Vanwege de ruime aandacht voor het sindsdien verruimde restitutiebeleid van de
Nederlandse overheid en de daarmee gepaard gaande publiciteit hebben rechthebbenden
zich gemeld. Door nader onderzoek van de Restitutiecommissie kon vervolgens de toedracht
van het onvrijwillig bezitsverlies uitgevonden worden.
De minister heeft op basis van het advies van de Restitutiecommissie het besluit genomen.
De lege plek aan de wand in het museum is inmiddels opgevuld door een stilleven van Simon
Saint-Jean uit dezelfde periode als het gerestitueerde schilderij.
# # # # #