Wettelijke regels voor gemeentelijke schuldhulpverlening

Staatssecretaris Aboutaleb van Sociale Zaken en Werkgelegenheid gaat wettelijke eisen stellen aan de gemeentelijke schuldhulpverlening. In de regels komt bijvoorbeeld te staan hoe lang iemand met schulden maximaal op een gemeentelijke wachtlijst mag staan en hoe lang de gemeente erover mag doen om een oplossing voor te stellen. Ook kan Aboutaleb regelen welke vormen van hulp de gemeente aan moet kunnen bieden. Dit staat in een reactie van Aboutaleb en minister Bos van Financiën op een onderzoek naar de effectiviteit van de schuldhulpverlening die is verzonden naar de Tweede Kamer.

Uit het onderzoek blijkt dat gemeentelijke schuldhulpverlening een heel stuk effectiever kan: in ongeveer een kwart van de gevallen biedt de hulp een oplossing. Vaak willen schuldeisers niet meewerken aan een oplossing of haken schuldenaren toch af. Belangrijke factor in het welslagen is de manier waarop gemeenten de schuldhulpverlening organiseren. De prestaties van gemeenten lopen fors uiteen. Zo varieert de lengte van de wachtlijsten in gemeenten tussen de twee en dertien weken.

Aboutaleb denkt dat de wettelijke regels met 'centrale kaders' leiden tot 'meer (politieke) aandacht voor schuldhulpverlening en verbetering van de kwaliteit en verkorting van de wachttijden in gemeenten'. Ook verwacht Aboutaleb dat schuldeisers vaker mee zullen werken aan een schuldregeling, omdat ze meer vertrouwen hebben in de kwaliteit van de gemeentelijke schuldhulpverlening. Aboutaleb gaat met de betrokken partijen overleggen over de precieze regels en stuurt eind 2008 een uitgewerkt plan naar de Tweede Kamer.

In zijn brief schrijft Aboutaleb verder dat hij - met de minister van Justitie - de mogelijkheden onderzoekt voor een zogenoemd 'moratorium'. Dat houdt in dat schuldeisers hun vorderingen 'bevriezen', als mensen hulp zoeken voor hun schulden. De gemeente heeft dan de tijd en de rust om een oplossing te zoeken. Aboutaleb vindt dat vorderingen van individuele schuldeisers de totstandkoming van een schuldregeling niet moeten frustreren, anderzijds moet ook met de belangen van schuldeisers rekening worden gehouden. Hij wil nagaan of een moratorium het beste middel is om die belangen te verenigen.

Tot slot geven Aboutaleb en Bos de Kamer meer informatie over de strengere regelgeving voor pandjeshuizen. In december moet een wetsvoorstel klaarliggen, waarin in ieder geval aandacht wordt besteed aan de minimale beleentermijn, de hoogte van de kredietvergoeding en de informatie die aan de consument moet worden verstrekt.

Categorieën: Bestuur, Cultuur en recreatie, Economie, Financiën, Huisvesting, Internationaal, Landbouw, Migratie en integratie, Natuur en milieu, Onderwijs en wetenschap, Openbare orde en veiligheid, Overig, Recht, Ruimte en infrastructuur, Sociale zekerheid, Verkeer , Werk, Zorg en gezondheid

Bron: Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid