Kabinetsreactie op de Natuurbalans 2008
12 september 2008 - kamerstuk
Kamerbrief over de natuurbalans 2008 met een reactie van het kabinet. Het kabinet blijft zoeken en streven naar de balans tussen menselijke activiteiten en ruimte voor biodiversiteit en landschap.
Ministerie van Landbouw,
Natuur en Voedselkwaliteit
Directie Natuur
Willem Witsenplein 6
Postadres: Postbus 20401
2500 EK 's-Gravenhage
Telefoon: 070 - 3786868
Fax: 070 - 3786100
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA 's-GRAVENHAGE
DN. 2008/2774 12 september 2008
Kabinetsreactie op de natuurbalans 2008
uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum
onderwerp bijlagen
D i rectie Natuur
Geachte Voorzitter,
Het Planbureau voor de Leefomgeving heeft onlangs de Natuurbalans 2008 opgesteld.
Hierbij bied ik u de Natuurbalans aan. De wettelijke verplichting voor de Natuurbalans is
vervat in artikel 9a, lid 2 van de Natuurbeschermingswet. Conform deze verplichting,
beschrijft de Natuurbalans jaarlijks, mede in het licht van in eerdere rapporten beschreven
ontwikkelingen, de stand van zaken in de uitvoering van het natuur- en landschapsbeleid,
de voortgang ervan, en nieuwe ontwikkelingen.
Hierbij geef ik u de reactie van het kabinet op de Natuurbalans 2008 en het daarin
opgenomen themadeel 'natte natuur'. Ik geef eerst enige algemene noties over
biodiversiteit en landschap, en de ambities van het beleid. Daarna volg ik de Natuurbalans
op hoofdlijnen en ga ik achtereenvolgens in op de onderdelen biodiversiteit (natuur),
landschap, en het thema 'natte natuur', dat wil zeggen, biodiversiteit van respectievelijk
zoet en zout water.
A: Biodiversiteit en landschap (algemeen)
Het kabinet onderstreept dat er in ons land een voortdurende noodzaak bestaat voor het
zoeken naar balans tussen activiteiten van mensen enerzijds en ruimte voor biodiversiteit
en landschap anderzijds. Nederland behoort tot de dichtst bevolkte landen ter wereld, met
een intensief ruimtegebruik voor woningbouw, bedrijventerreinen en infrastructuur.
Zo heeft Nederland de hoogste snelwegennetdichtheid van Europa1. Ook kent Nederland
een hoog-productieve landbouw, waardoor meststoffen in het milieu komen en waarvoor
verlaging van de grondwaterstand wordt gevraagd. Verder heeft de visserij effecten op
vispopulaties en het zeemilieu. Nederland is ook handels- en transportland.
De bewegingen die dat met zich meebrengt, maar ook het ongewenst verspreiden van
dieren en planten in de natuur, bevorderen de vestiging van exotische soorten in ons land.
Bovendien verandert het klimaat onder invloed van menselijke activiteiten wereldwijd.
1 Snelwegennetdichtheid: weglengte per oppervlak; bron: Ruimtelijk Planbureau (2004).
Ruimtemonitor.
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
12 september 2008 DN. 2008/2774 2
Al deze activiteiten veroorzaken druk op de van nature in ons land aanwezige biodiversiteit,
op ons landschap, of op allebei. Tegelijk heeft het kabinet stevige ambities verwoord
over het behoud en duurzaam gebruik van onze van nature aanwezige biodiversiteit.
Daarnaast willen we een waardevol landschap. Het komt op voorhand dan ook niet
onverwacht dat de Natuurbalans 2008 een deels kritisch beeld geeft van de toestand van
biodiversiteit en landschap in ons land.
Het kabinet is zich bewust van de noodzaak om balans te blijven zoeken tussen enerzijds
consumptie, productie en handel in eigen land en anderzijds de daarmee verbonden
negatieve effecten ('voetafdruk'). Nederland heeft een hoog consumptieniveau en een
nog steeds stijgend energiegebruik. Via productie- en handelsketens oefenen we in het
buitenland druk uit op onder meer waterhuishouding en tropische biodiversiteit, en via
onze visserij, op mariene biodiversiteit.
Nederland heeft afspraken uit het Biodiversiteitsverdrag (CBD) deels vertaald in het doel
om in 2020 de condities van instandhouding voor alle in 1982 van nature in ons land
voorkomende soorten zeker te hebben gesteld. Als EU-lidstaat onderschrijft Nederland
bovendien het streven om per 2010 de achteruitgang van biodiversiteit te hebben gestopt.
Bij dat laatste heeft het kabinet goede nota genomen van de zorg van de Europese
Commissie dat lidstaten op zich hebben genomen om in 2010 het verlies van biodiversiteit
te stoppen, maar dat het niet waarschijnlijk is dat deze doelstelling wordt gehaald. Het
kabinet heeft eerder al uitgesproken de zorg van de Commissie ook voor Nederland te
delen. De Natuurbalans 2008 spreekt inmiddels de concrete verwachting uit dat Nederland
de EU-2010-doelstelling waarschijnlijk niet haalt. Ingegeven door de urgentie van het
biodiversiteitsprobleem, heeft het kabinet in het nieuwe beleidsprogramma 'Biodiversiteit
werkt: voor natuur, voor mensen, voor altijd' een aantal beleidsprioriteiten benoemd voor
de komende periode (2008-2011).
Hoewel landschap relatief 'maakbaar' is en de beleving ervan deels persoonlijk, hebben
aanleg en bouw van onder meer infrastructuur, woningen, bedrijventerreinen, intensieve
landbouwbedrijven en windturbines geleid tot landschappen die volgens velen esthetisch
te wensen overlaten ('verrommeling'). Ook liggen er onbenutte kansen om met een
aantrekkelijker inrichting of beheer van het landschap tevens gunstiger omstandigheden
voor biodiversiteit te creëren. Zoals de Natuurbalans 2008 constateert, zetten de huidige
ruimtelijke ontwikkelingen de bestaande doelstellingen voor algemene landschapskwaliteit
en Nationale Landschappen onder druk. Het kabinet werkt dan ook aan de
Agenda Landschap, die aanvullende beleidsvoornemens zal bevatten. Het kabinet werkt
hiervoor intensief samen met andere bestuurslagen. Daarbij is de verdeling van verantwoordelijkheden
en bevoegdheden onder meer verwoord in de Nota Ruimte. Deze
verdeling wordt nader ingevuld in bestuurlijke afspraken (Samenwerkingsagenda 'Mooi
Nederland'), de AMvB 'Ruimte', en de Agenda Landschap. Verder brengt de Rijksdienst
voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten in 2008 voor het eerst de Erfgoedbalans
uit. Deze behandelt naast het archeologische, gebouwde, stedenbouwkundige
erfgoed, ook de staat van het cultuurhistorische landschap.
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
12 september 2008 DN. 2008/2774 3
B: Biodiversiteit
Biodiversiteit
Zoals aangegeven, heeft het kabinet in het nieuwe beleidsprogramma 'Biodiversiteit
werkt: voor natuur, voor mensen, voor altijd' een aantal beleidsprioriteiten benoemd voor
de komende periode (2008-2011). Deze vijf inhoudelijke prioriteiten gaan over behoud en
duurzaam gebruik van biodiversiteit binnen en buiten Nederland:
(1) 'Handelsketens en biodiversiteit': verduurzaming van handel in hout, soja,
palmolie, biomassa en veen;
(2) 'Betalen voor biodiversiteit': het creëren van betalingsmechanismen voor
biodiversiteit ('de gebruiker betaalt');
(3) 'Biodiversiteit werkt': het actiever benutten van ecosysteemdiensten, onder meer
in de landbouw;
(4) 'Ecologische netwerken': het creëren van ecologische netwerken in binnen- en
buitenland;
(5) Mariene biodiversiteit: behoud en duurzaam gebruik van biodiversiteit van zeeën
en oceanen.
Daarnaast zijn drie prioriteiten benoemd ter ondersteuning hiervan: 'nieuwe coalities voor
biodiversiteit', 'kennis voor biodiversiteit' en 'communicatie voor biodiversiteit'. Omdat
waarden en functies van biodiversiteit nog onvoldoende bekend zijn en omdat veel van de
biodiversiteit zich aan onze dagelijkse waarneming onttrekt, vindt het kabinet het belangrijk
dat bij de uitvoering van het beleidsprogramma de biodiversiteit en de waarden en
functies van biodiversiteit zichtbaarder worden. Omdat de acties van het beleidsprogramma
zich vooral richten op de periode 2008-2011, zal ook een taskforce
'Biodiversiteit en natuurlijke hulpbronnen' worden ingesteld voor het ontwikkelen van
een langeretermijnvisie. De taskforce moet ondertussen het kabinet van concrete en
implementeerbare suggesties voorzien voor nadere maatregelen voor behoud en
duurzaam gebruik van biodiversiteit voor de langere termijn.
Ecologische netwerken
De Ecologische Hoofdstructuur (EHS), waarvan ook Natura 2000-gebieden en robuuste
verbindingen deel uitmaken, is de ruggengraat van het natuurbeleid en is ook één van de
prioriteiten van het nieuwe beleidsprogramma over biodiversiteit. De Natuurbalans
constateert dat door de realisatie van de EHS de oppervlakte natuur toeneemt. Wel
constateert de Natuurbalans nu een afvlakking van het tempo van realisering van de
hectaredoelstellingen. De ambitie van het kabinet blijft om de EHS in 2018 gereed te
hebben met een totale oppervlakte van 728.500 hectare. Terreinbeherende organisaties
hebben hierin een belangrijke rol, maar ook zijn er taakstellingen voor agrarisch
natuurbeheer (97.685 hectare in de EHS) en particulier beheer (ruim 42.000 hectare van de
taakstelling nieuwe natuur).
Prestatieafspraken over realisatie van EHS-taakstellingen zijn voor een belangrijk deel
vastgelegd in overeenkomsten tussen rijk en provincies over het Investeringsbudget
Landelijk Gebied (ILG). Het kabinet heeft grote aandacht voor de realisatie van de EHS,
maar ziet nog geen aanleiding voor verlenging van termijnen of herijking van doelen of
inzet, zoals de Natuurbalans suggereert.
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
12 september 2008 DN. 2008/2774 4
Het ILG is pas vorig jaar van start gegaan en moet nu goed op gang komen. Na eerdere
kanttekeningen van het Planbureau voor de Leefomgeving en de Algemene Rekenkamer
bij de planologische doorwerking van de EHS is een discussie met provincies en andere
belanghebbenden gestart over de verbetering daarvan op punten als eenduidigheid van
begrenzingen en ecologische effectiviteit. Naast deze inhoudelijke discussie wordt via de
AMvB 'Ruimte' de planologische doorwerking van nationale doelen uit de Nota Ruimte
voor de EHS zeker gesteld. Dat gebeurt in samenhang met de Agenda Vitaal Platteland en
de komende Agenda Landschap.
Het EHS-beleid kent voortgang. Dat biedt ook ruimte om te kijken naar eventuele
aanpassingen van de EHS-begrenzing, als dat de kwaliteit en kosteneffectiviteit van de
realisatie van EHS ten goede zou komen, of de ruimtelijke samenhang van de EHS. De in
2007 vastgestelde 'Spelregels EHS' beschrijven voorwaarden voor herbegrenzingen van de
EHS. Bovendien worden dit jaar pilotstudies opgezet om te bekijken hoe, door slimmere
begrenzing en inrichting, de EHS robuuster kan worden gemaakt, ook met het oog op de
bijdrage van de EHS aan waterbeheer en klimaat-adaptatie. Ten slotte zal een vergroting
van de effectiviteit van het weidevogelbeheer plaatsvinden in het kader van de
omvorming van het agrarisch natuurbeheer. Het opvangbeleid voor ganzen wordt
gecontinueerd, waarbij de inpasbaarheid van de opvangpakketten wordt verbeterd.
Met deze inzet verwacht ik een aanzienlijk deel te hebben gerealiseerd van de in de
Natuurbalans als wenselijk beoordeelde intensivering en optimalisatie in het EHS-beleid.
Bij de 'Midterm review' van het ILG zullen eventueel wenselijke wijzigingen van de ILGbestuursovereenkomsten
worden besproken. Daarbij kan een ook diepgaander afweging
van kosteneffectiviteit van specifieke te bereiken doelen een plaats krijgen.
De Natura 2000-gebieden zijn grotendeels onderdeel van de EHS. In Natura 2000-gebieden
staat behoud van de biodiversiteit centraal waaraan op Europese schaal bijzondere
waarde wordt gehecht. Dat gebeurt door instandhoudingsmaatregelen voor specifieke
habitattypen en soorten, zoals vastgelegd in Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijn. Met de
aanwijzing van in totaal 162 Natura 2000-gebieden levert Nederland haar bijdrage aan een
coherent Europees ecologisch netwerk. Het proces van aanwijzing van Natura 2000-
gebieden is nu in volle gang. Inmiddels zijn 118 gebieden (waaronder zeven in het
Waddengebied) in procedure gebracht. Drie gebieden zijn inmiddels definitief
aangewezen, te weten 'de Voordelta', 'Voornes duin' en 'Duinen-Goeree & Kwade Hoek'.
Als onderdeel van de implementatie van Natura 2000 wordt hard gewerkt aan het
opstellen van Natura 2000-beheerplannen. Dat is ook nodig want 88% van de beschermde
habitats verkeert nog in een ongunstige staat van instandhouding. Maatregelenpakketten
in Natura 2000-beheerplannen moeten op termijn bijdragen aan een staat van instandhouding
die wel gunstig is. Zo zal er aandacht zijn voor depositie van ammoniak in
daarvoor gevoelige natuurgebieden. Mede daartoe is de taskforce 'Stikstof/ ammoniak in
relatie tot Natura 2000' ingesteld. Daarnaast wordt het ammoniakprobleem ook via het
spoor van het generieke milieubeleid (NEC-plafonds) aangepakt. Ook vraagt verdroging
aandacht.
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
12 september 2008 DN. 2008/2774 5
In het kader van het ILG zijn per 2007 middelen beschikbaar gesteld en afspraken gemaakt
voor verbetering van milieucondities van de EHS en Vogelrichtlijn- en Habitatrichtlijngebieden.
Dit geeft een belangrijke impuls aan het gebiedsgericht verminderen van
verdroging, maar ook van verzuring en vermesting van natuurgebieden.
Bij het opstellen van beheerplannen is een goede samenwerking tussen alle betrokkenen
cruciaal. De beheerplannen gaan immers behalve over natuurbeheer, ook over de mensen
in de gebieden, en over hoe we met tal van activiteiten in en rondom de gebieden
omgaan. Daarnaast hecht het kabinet eraan dat aan direct betrokkenen snel duidelijkheid
kan worden gegeven over de concrete effecten en mogelijkheden van Natura 2000.
In aanvulling op de realisatie van ecologische netwerken zijn voor een aantal waardevol
geachte specifieke soorten aanvullende instandhoudingsmaatregelen gewenst. Daartoe
zet ik in op de leefgebiedenbenadering, zoals ik de Kamer in oktober 2007 heb toegelicht.
Daarnaast vormt ook de vestiging van soorten van exotische herkomst een groeiend
probleem voor de biodiversiteit. Zoals ik de Kamer in december 2007 al heb gemeld, is
mijn beleid voor invasieve exoten vooral gericht op preventie van de vestiging van nieuwe,
schadelijke soorten. Mijn ministerie zal zich in samenwerking met (internationale)
onderzoeksinstellingen inzetten om exoten tijdig te signaleren en door middel van
risicoanalyse te beoordelen hoe schadelijk de soort is, teneinde maatregelen te kunnen
nemen.
Natuur in de samenleving
Naast een ecologische visie is met de nota 'Natuur voor mensen, mensen voor natuur'
(2000) de lijn ingezet dat het natuurbeleid wordt gerelateerd aan maatschappelijke
wensen. Nederlanders vinden natuur niet alleen belangrijk vanwege ecologische
motieven, maar ook vanwege ethische motieven (rentmeesterschap) en gebruiksmotieven
(onder andere recreatie). Ik vind het onverminderd van belang dat de relatie tussen natuur
en samenleving een plek heeft. Met een programma als 'Groen en de Stad' wordt recht
gedaan aan de maatschappelijke betekenis van natuur in de directe leefomgeving van
mensen. Ook steek ik veel energie in de doelgroep jeugd en daarmee in de toekomst.
Natuurbeleid is immers vooral een kwestie van de lange termijn.
C: Landschap
'Agenda Landschap'
Ontwikkelingen in het landschap, als verstedelijking, de aanleg van infrastructuur en
bedrijventerreinen, en schaalvergroting van de landbouw, leiden tot afname van de
landschapskwaliteit. Burgers zijn hier bezorgd over en doelstellingen uit de Nota Ruimte
voor generieke landschapskwaliteit en Nationale Landschappen komen hiermee onder
druk te staan. De Natuurbalans geeft aan dat er onduidelijkheid is over de concrete
beleidsdoelen van het Rjk voor behoud en ontwikkeling van de basiskwaliteit van het
landschap. Die onduidelijkheid wil ik wegnemen met de 'Agenda Landschap', die in het
najaar zal verschijnen. In de 'Agenda Landschap' streef ik naar een duidelijker uitwerking
van het rijksbeleid voor het landschap uit de Nota Ruimte en een grote gezamenlijke
ambitie van zowel overheden als burgers en bedrijfsleven.
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
12 september 2008 DN. 2008/2774 6
Investeren in landschap
'Investeren in het Nederlandse landschap; Opbrengst: geluk en euro's'. Dat is de titel van
de boodschap van de maatschappelijke kosten-batenanalyse 'Landschap' die wordt
onderschreven in de Natuurbalans. Om daadwerkelijke investeringen in landschapswaliteit
tot stand te brengen worden twee vervolgstappen in gang gezet: de taskforce
'Financiering landschap Nederland' en het benoemen van vier 'Voorbeeldgebieden
investeren in landschap'. De opgave voor een duurzame financiering is een belangrijk
onderdeel van de 'Agenda Landschap'.
De taskforce onder voorzitterschap van de heer Rinnooy Kan is in juni dit jaar gestart en
komt dit najaar met een advies over financieringsconstructies voor landschap. Dit zal
zoveel mogelijk worden meegenomen in de 'Agenda Landschap'. In maart van dit jaar heb
ik vier voorbeeldgebieden benoemd, te weten het 'Binnenveld', 'Amstelland', 'het Groene
Woud' en 'de Ooijpolder'. In deze gebieden zullen de komende drie jaar de conclusies uit
de MKBA in de praktijk worden getest en zal met innovatieve financieringsconstructies
worden gestreefd naar een brede maatschappelijke financiering. Mijn ministerie van LNV
speelt in dit proces een stimulerende en faciliterende rol.
Waardering van landschap
Ondanks de geconstateerde afname van de landschapskwaliteit blijkt de Nederlander zich
betrokken te voelen bij het landschap en krijgt landschap gemiddeld een rapportcijfer 7,3.
Dat verheugt mij. Tevens blijkt dat Nationale Landschappen gemiddeld nog hoger
gewaardeerd worden. Dit rechtvaardigt de bijzondere aandacht die deze gebieden van het
Rjk krijgen. Tevens blijken besloten landschappen meer te worden gewaardeerd dan open
landschappen. Voor beide typen landschap heb ik echter verantwoordelijkheid. Ook open
landschappen worden gewaardeerd en deze zijn bovendien internationaal gezien
zeldzaam en typerend voor de verhouding van Nederlanders met het water.
Ruimtelijke bescherming van landschap
Op 1 juli 2008 is de nieuwe Wet op de Ruimtelijke Ordening (Wro) ingegaan. Dit betekent
dat het Rjk voortaan vooraf moet aangeven welke ruimtelijke normen van nationaal
belang uitgewerkt moeten worden in de gemeentelijke bestemmingsplannen (centraal
wat moet). Dit kan door direct eisen te stellen aan de bestemmingsplannen (door middel
van een rijksinpassingsplan), of door het stellen van algemene regels. In dit laatste geval
kan het Rjk er ook voor kiezen de opdracht te geven aan provincies om eisen te stellen aan
de bestemmingsplannen door middel van een provinciale verordening. Samen met de
minister van VROM zal ik de ruimtelijke doorwerking van de landschapsdoelen uit de Nota
Ruimte borgen in de AMvB 'Ruimte'. De mogelijke risico's die in de periode tussen de
inwerkingtreding van de Wro en de AMvB optreden worden in een overgangsregeling
opgevangen. Dit is opgenomen in het document 'Realisatie nationaal ruimtelijk beleid
onder de nieuwe Wro'.
'Recreatie om de stad'
In de Natuurbalans wordt er terecht op gewezen dat de realisatie van de taakstelling voor
'Recreatie om de stad' (RodS) mogelijk niet in 2013 wordt bereikt.
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
12 september 2008 DN. 2008/2774 7
In overleg met betrokken partijen heb ik een tussenevaluatie uitgevoerd naar de oorzaken
van de trage voortgang en heb ik afspraken met de provincies gemaakt om te komen tot
een versnelling. Zo wordt gezamenlijk met de provincies een impulsprogramma opgezet
om de knelpunten bij de afzonderlijke RodS-projecten op te lossen. Tevens heb ik met de
Rods-provincies afgesproken dat ook particulier beheer kan bijdragen aan realisatie van
RodS-taakstellingen voor 2013. Verder is samen met de provincies een nieuwe tekst van
het RodS-beleidskader vastgesteld om de mogelijkheden voor exploitatie bij inrichting en
beheer beter te benutten. Tot slot heb ik met de provincies concrete afspraken gemaakt
over de financieringsverdeling van het beheer van RodS.
'Landelijke routenetwerken'
Ten aanzien van de 'Landelijke routenetwerken' heeft mijn ministerie een nulmeting
uitgevoerd naar de knelpunten voor wandelen en fietsen in de 'Landelijke routeneterken'.
Uit een eerste doorrekening van de kosten blijkt dat de huidige ambitie om alle knelunten
in 2013 op te lossen niet kan worden gehaald. In overleg met de provincies worden
afspraken voorbereid om in het kader van de ILG-bestuursovereenkomsten binnen het
beschikbare ILG-budget van Rjk en provincies de belangrijkste knelpunten op te lossen.
D: 'Natte natuur' in zoet water
Kaderrichtlijn Water, Ecologische Hoofdstructuur en Natura 2000
Naar aanleiding van de 'Ex Ante Evaluatie Kaderrichtlijn Water' van het Planbureau voor
de Leefomgeving heeft de saatssecretaris van Verkeer en Waterstaat tijdens het AO van
19 juni jl. met de vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat het beleid aangaande de
Kaderrichtlijn Water (KRW) toegelicht. Ik verwacht veel van de positieve impuls die de
KRW zal geven aan verbetering van milieucondities in de Ecologische Hoofdstructuur
(EHS) en Natura 2000-gebieden. De KRW beoogt de (ecologische) kwaliteit van het
oppervlakte- en grondwater in Europa in de periode 2015-2027 op orde te krijgen. De ex
ante-evaluatie laat zien dat een belangrijke stap voorwaarts wordt gezet naar realisatie
van de doelen van de KRW: het percentage waterlichamen dat ecologisch 'goed' scoort
neemt naar verwachting toe van 5% nu naar 40-60% in 2027. Daarnaast komt nog eens
30% in de eerstvolgende kwaliteitsklasse 'matig'. De ex ante-evaluatie laat ook zien dat
volledige realisatie van de KRW-doelen met de voorgenomen inzet niet mogelijk is. De ex
ante-evaluatie kent diverse onzekerheden, onder andere vanwege gebrek aan kennis over
de effectiviteit van nu voorgestelde maatregelen en mogelijke extra maatregelen. Daarom
bevatten de KRW-maatregelenpakketten een groot aantal onderzoeksmaatregelen en stelt
het kabinet ¤ 75 miljoen beschikbaar voor het stimuleren van innovaties om hardnekkige
knelpunten op te lossen, zoals ook de minister van VROM heeft gemeld in de brief bij het
'Uitvoeringsprogramma diffuse bronnen waterverontreiniging' (2007). Het kabinet zet in
op een stapsgewijze uitvoering van de KRW tot en met 2027. In 2021 zal worden bepaald
of en in welke mate bepaalde doelstellingen moeten worden bijgesteld.
De ministeries LNV, VenW en VROM hebben de afgelopen jaren veel aandacht besteed
aan de afstemming tussen het beleid voor de KRW en voor Natura 2000. Met de eerste
generatie stroomgebiedbeheerplannen worden in de periode 2009-2015 de watercondities
in 18 van de 30 zogenaamde sense-of-urgency-gebieden (Natura 2000-gebieden) op orde
gebracht; dat is 60%.
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
12 september 2008 DN. 2008/2774 8
Voor de overige 12 gebieden is het niet realistisch nog aanvullende maatregelen op te
nemen in de Stroomgebiedbeheersplannen 2010-2015. Voor de gebieden waarvoor de
eerste generatie Stroomgebiedbeheerplannen de watercondities voor natuur niet op orde
kan brengen, zal worden bezien of de knelpunten in de Natura 2000-beheerplannen dan
wel in de tweede generatie Stroomgebiedbeheerplannen kunnen worden opgelost. Naast
deze speciale aandacht voor de Natura 2000-gebieden zal er ook aandacht moeten worden
besteed aan de watercondities van EHS-gebieden buiten Natura 2000-gebieden.
Rivier en veiligheid
De Natuurbalans constateert dat het rivierengebied van groot belang is voor het instandhouden
van Natura 2000-habitattypen als 'stroomdalgrasland' en 'hardhoutooibos'. Een
opgave is om de realisatie van projecten die nu in uitvoering zijn, zoals de 'Nadere
uitwerking voor het rivierengebied' (NURG) en 'Ruimte voor de rivier', waar mogelijk
positief te laten uitwerken voor deze twee habitattypen, maar ook voor andere habitattypen.
De provincie Gelderland is initiatiefnemer voor het koepelplan 'Natura 2000 Rijntakken'
waarin op het schaalniveau van het gehele rivierengebied richting wordt gegeven aan de
wijze waarop veiligheid, KRW, EHS en Natura 2000 worden afgestemd. Dit koepelbeheerplan
is sturend voor de afzonderlijke beheerplannen.
E: 'Natte natuur' in zout water
Noordzee en Waddenzee
Als belangrijke stappen voor het bereiken van de doelen van het natuurbeleid in de
Waddenzee en Noordzee noemt de Natuurbalans verduurzaming van de visserij,
verbetering van de waterkwaliteit en herstel van de natuurlijke dynamiek.
De Noordzee wordt intensief gebruikt voor diverse functies, zoals visserij, energieopwekking
en transport. Het versterken van de natuurfunctie moet dan ook plaatsvinden
vanuit een integrale aanpak, waarbij natuur-, visserij- en andere belangen zorgvuldig
tegen elkaar worden afgewogen. Zo loopt momenteel het project Ruimtelijk Perspectief
Noordzee. De focus ligt daarbij, met inachtneming van de in het geding zijnde ecologische
waarden, op de ruimtelijke afweging tussen visserij, zandwinning, scheepvaart, mijnbouw,
windturbineparken en andere mogelijke innovatieve projecten op zee. Het Ruimtelijk
Perspectief Noordzee zal beleidsmatig worden verankerd in de structuurvisie van het
Nationaal Waterplan, die de Nota Ruimte met betrekking tot het Noordzeebeleid zal
herzien.
De Natuurbalans pleit voor een betere afstemming tussen natuur- en visserijbeleid, en een
integrale visie op zeevisserij in natuurgebieden. In feite zijn de verschillende departementen
al intensief aan de slag met deze afstemming en met de uitwerking van beleid
voor natuurgebieden op zee.
Ik hecht veel waarde aan het vormgeven van beschermde natuurgebieden op de
Noordzee. Dit vloeit ook voort uit de Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijn.
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
12 september 2008 DN. 2008/2774 9
Zoals aangegeven in het nieuwe beleidsprogramma over biodiversiteit, zal het kabinet
uiterlijk in 2009 gebieden met een bijzonder belang voor biodiversiteit aanwijzen en
beschermen. In het Integraal Beheerplan Noordzee 2015 (IBN 2015) zijn deze gebieden
geïdentificeerd. Daarbij is van belang ecologische waarden van de gebieden te
beschermen in combinatie met een verduurzaming van visserij en andere gebruiksfuncties,
zodat vorm wordt gegeven aan de integrale visie waarvoor de Natuurbalans
pleit.
Op 5 juni jl. heb ik een convenant getekend met de kottersector, het Productschap Vis, het
Wereld Natuur Fonds en Stichting De Noordzee om, ook in overleg met het maatschappelijk
middenveld, de afstemming tussen visserijbeleid en natuurbeleid te verbeteren. De
middelen van het Europese Visserijfonds zullen voornamelijk worden ingezet voor het
bevorderen van vernieuwing en verduurzaming in de visserij. Dit zal de komende jaren in
beslag nemen. Daarnaast is het belangrijk te vermelden dat de omvang en capaciteit van
de Nederlandse vloot de afgelopen jaren mede door sanering is gereduceerd. Bovendien
schakelen vissers over van boomkorvisserij op oliebesparende vismethoden als twin-rig en
flyshooting. Met deze vistuigen wordt de bodem minder beroerd. Verder wordt de pulskor
gezien als een goed alternatief voor de traditionele boomkor. De International Council for
the Exploration of the Sea (ICES) zal overigens nog definitief advies uitbrengen over deze
visserijmethode.
De Europese Kaderrichtlijn Mariene Strategie (KRM) is op 15 juli 2008 in werking getreden
en beoogt een goede milieutoestand op zee te bewerkstelligen in 2020, waarbij
bescherming van het mariene milieu op de Noordzee in balans is met duurzaam gebruik
op zee. Mariene beschermde gebieden leveren ook een bijdrage aan een goede milieutoestand
en krijgen een plek in de maatregelenprogramma's die in 2015 gereed moeten
zijn. De KRM bevordert integratie en coherentie op diverse beleidsterreinen als natuurontwikkeling,
visserij en duurzame economische ontwikkeling en biedt daarmee een goed
integraal kader voor alle activiteiten op zee.
Voor de Waddenzee wordt gewerkt aan de verduurzaming van de mosselvisserij. Hiervoor
is, in het verlengde van een uitspraak van de Raad van State over de voorjaarsvisserij 2006,
samen met de visserijsector en de natuur- en milieuorganisaties een traject ingezet.
Onderdeel van dit traject is de verdere opschaling van de experimenten voor mosselzaadinvanginstallaties.
Parallel aan de verduurzaming van de mosselvisserij wordt gewerkt aan
het samenstellen van een 'natuurherstelprogramma'. Als basis dienen onder meer de
behoud- en herstelopgaven van het Natura 2000-beheerplan, de maatregelen vanuit de
KRW, het regionaal Beheer- en Ontwikkelingsplan en de ideeën vanuit de natuurorganisaties
en wetenschappelijke instituten zoals geformuleerd in onder meer 'Het tij
gekeerd'. Dit 'herstelprogramma' zal mede de basis vormen voor een meer programmatische
sturing van de gelden uit het Waddenfonds. Ook voor de Waddenzee is de KRW een
belangrijke impuls voor het verbeteren van de waterkwaliteit. In de uitwerking zijn onder
meer maatregelen opgenomen voor het verbeteren van de kwaliteit van de kwelders, het
opnieuw ontwikkelen van zeegrasvelden en herstel van mosselbanken, naast maatregelen
voor het verbeteren van de waterkwaliteit.
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
12 september 2008 DN. 2008/2774 10
Deltawateren
De Deltawateren vormen een zoet-zout-overgang van grote internationale ecologische
waarde. De Natuurbalans geeft aan dat de stappen die zijn gezet om de natuurlijke
dynamiek te herstellen perspectief bieden voor natuur en veiligheid.
De natuurgebieden van de Deltawateren zijn onderdeel van de EHS en worden ook als
Natura 2000-gebieden aangewezen. Op basis van de Natura 2000-aanwijzingsbesluiten
voor de afzonderlijke wateren wordt onder leiding van Rijkswaterstaat een beheerplan
voor de Deltawateren voorbereid, dat in 2009 gereed zal zijn. Het beheerplan voor de
Voordelta loopt daarop vooruit vanwege de realisering van de Tweede Maasvlakte.
Ondertussen zijn er veel initiatieven in voorbereiding om voor de afzonderlijke Deltawateren
de lokale water- en milieuproblemen aan te pakken. Ik vind samenhang tussen al
deze initiatieven van groot belang. Die afstemming vindt plaats in de Deltaraad, waarin de
provincies samen met de departementen van LNV, VenW en VROM werken aan een
uitvoeringsprogramma voor de verdere ontwikkeling van de gehele Zuidwestelijke Delta.
Het advies van de Deltacommissie, gericht op de bescherming van de Nederlandse kust en
het achterland op de lange termijn, zal daaraan naar verwachting een belangrijke bijdrage
leveren.
Atlantische en Stille Oceaan
Buiten Nederlandse wateren zijn op de Atlantische en Stille Oceaan visserschepen onder
Nederlandse vlag actief. Visserij vindt daar plaats binnen kaders van Regionale Visserijmanagement-
organisaties (RFMO's) of bilaterale visserijakkoorden tussen de EU en
betrokken landen. Uitgangspunt is steeds om vispopulaties duurzaam te bevissen en
schade aan mariene ecosystemen te voorkomen. Op dit punt streeft het nieuwe beleidsprogramma
over biodiversiteit implementatie na van behoud van mariene biodiversiteit
en van visserij als gelijkwaardig uitgangspunt in het beheer door RFMO's. Ook streeft het
programma de totstandkoming van regionaal visserijonderzoek en beheer in West-Afrika
na. Samen met het bedrijfsleven is vooruitlopend op een nader internationaal overeen te
komen onderzoeksprogramma een beperkt waarnemers- en onderzoeksprogramma
gestart.
F: Tot slot
Het kabinet blijft zoeken en streven naar balans tussen menselijke activiteiten enerzijds en
ruimte voor biodiversiteit en landschap anderzijds. De Natuurbalans is een graadmeter
voor de gesteldheid van de biodiversiteit. Biodiversiteit is immers van levensbelang, zowel
op land als op zee, en zowel binnen als buiten Nederland. Van dieren, planten en andere
organismen kunnen we niet alleen genieten, maar ze leveren ook vitale grondstoffen en
ze vervullen vitale ecosysteemdiensten. Daarnaast is een esthetisch waardevol landschap
onontbeerlijk voor ons welzijn. Het zoeken naar deze balans vraagt juist in Nederland, dat
een van de dichtstbevolkte landen ter wereld is, voortdurende aandacht.
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
12 september 2008 DN. 2008/2774 11
Tegelijkertijd is balans nodig tussen onze activiteiten hier en de 'ecologische voetafdruk'
daarvan in het buitenland. Het is daarom goed dat de Natuurbalans het kabinet op deze
punten scherp houdt.
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,
G. Verburg
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit