Ministerraad
Beëindiging categoriale bescherming voor Irak
Persbericht | 12-09-2008
De ministerraad heeft op voorstel van staatssecretaris Albayrak van
Justitie besloten tot het beëindigen van het categoriaal
beschermingbeleid voor asielzoekers uit Centraal-Irak. Uit het recente
ambtsbericht van de minister van Buitenlandse Zaken blijkt dat de
veiligheidssituatie in Irak aan het verbeteren is. Behalve het
Verenigd Koninkrijk en Denemarken voert ook Zweden geen speciaal
beleid (meer) ten aanzien van Irak. Alle asielaanvragen worden daar op
individuele merites beoordeeld, waarbij de enkele omstandigheid dat
een asielzoeker afkomstig is uit Centraal-Irak onvoldoende reden is om
een verblijfsvergunning te verlenen. Vanuit Zweden vindt gedwongen
terugkeer plaats naar Centraal-Irak.
Het beëindigen van het categoriale beschermingsbeleid betekent dat
alle asielverzoeken op individuele gronden worden beoordeeld.
Bijzondere aandacht zal er zijn voor Iraakse christenen, mandeeërs,
yezidi's en Palestijnen als zogenoemde 'kwetsbare minderheidsgroepen'.
Ook bij de beoordeling van de asielverzoeken van Iraakse homoseksuelen
zal er bijzondere aandacht zijn voor hun specifieke veiligheids- en
mensenrechtensituatie in Irak.
Het beëindigen van categoriale bescherming houdt ook in dat alle zaken
waarbij de asielzoeker in het bezit is gesteld van een
verblijfsvergunning voor bepaalde tijd worden heroverwogen. Dit houdt
in dat eerst een voornemen wordt uitgebracht tot intrekking van de
vergunning. De vreemdeling wordt daarop in staat gesteld een
zienswijze naar voren te brengen. Naar aanleiding daarvan wordt
betrokkene nader gehoord alvorens een beslissing wordt genomen. Tegen
een beslissing tot intrekking staan beroep en hoger beroep open, zodat
met de procedure geruime tijd zal zijn gemoeid. De beslissing op het
beroep mag in Nederland worden afgewacht.
Staatssecretaris Albayrak heeft op de asielconferentie van 8 en 9
september jl. in Parijs voorstellen gedaan om te komen tot een
coherente aanpak binnen de Europese Unie. Zij denkt aan voorwaarden
voor succesvolle reïntegratie van terugkerende Irakezen, zowel vanuit
de regio als vanuit de Europese Unie. Enige voortvarendheid is daarbij
geboden aangezien terugkeer vanuit de regio, onder meer met hulp van
UNHCR, al plaatsvindt en door de Iraakse autoriteiten wordt
gestimuleerd.
Het in Europees verband hervestigen van kwetsbare groepen kan voorts
de opnamecapaciteit van zowel de buurlanden als Irak ontlasten. De
Europese Commissie ziet mogelijkheden voor financiering van de
voorstellen vanuit het Europees Vluchtelingenfonds en het Europees
Terugkeerfonds. Op de volgende JBZ-raad van 25 september a.s. zullen
de besprekingen hierover worden voortgezet.