Senternovem
12-09-2008 | Europarlement wil minder biobrandstof
De grootste fracties in het Europees Parlement zijn het eens geworden
over een nog lagere doelstelling voor biobrandstoffen in de
transportsector van 6 procent in 2020.
De 10 procent doelstelling blijft gelden en heeft betrekking op de
inzet van hernieuwbare energie in de transportsector. De overige 4
procent dient te worden ingevuld met duurzame elektriciteit, waterstof
en/of tweede generatie biotransportbrandstoffen die niet concurreren
met voedsel en diervoeder.
Het oorspronkelijke doel van de Europese Commissie van 10 procent
biobrandstoffen is de laatste tijd steeds meer onder vuur komen te
liggen omdat sommige deskundigen vrezen dat biobrandstoffen leiden tot
ontbossing, hogere voedselprijzen en soms zelfs meer in plaats van
minder CO2-uitstoot. Andere deskundigen wijzen erop dat de invloed van
biobrandstoffen op deze negatieve effecten zeer beperkt is.
De milieucommissie van het EP stelde eerder al een doel voor van
tussen de 8 en de 10 procent biobrandstoffen. De industriecommissie
gaat nu dus naar 6 procent. De EU-landen moeten nog met het EP in
discussie over deze gewijzigde doelstellingen. Daarmee is op dit
moment onduidelijk wat de definitieve doelstelling voor
biobrandstoffen zal gaan worden.