Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
Ons kenmerk Uw brief van Uw kenmerk
10 september 2008 HO&S/BL/45922 14 augustus 2008 2070827430
Onderwerp
Vragen van het lid Bosma (PVV) over discriminatie
van Nederlandse Nederlanders op de Universiteit
Utrecht
Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het lid Bosma over discriminatie van Nederlandse
Nederlanders op de Universiteit Utrecht.
De vragen werden mij toegezonden bij uw bovenaangehaalde brief met kenmerk 2070827430.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
dr. Ronald H.A. Plasterk
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Rijnstraat 50, Postbus 16375, 2500 BJ Den Haag, T +31-70-4122016 F +31-70-4123456 www.minocw.nl
blad 2/3
Vragen van het lid Bosma (PVV) aan minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over
discriminatie van Nederlandse Nederlanders op de Universiteit Utrecht. (Ingezonden 14 augustus
2008)
1
Heeft u kennisgenomen van het bericht "Voorrang allochtone studenten"? 1)
Ja, ik heb kennisgenomen van het bericht. Helaas heeft de Telegraaf de plannen van de Universiteit
Utrecht verkeerd geïnterpreteerd. De universiteit geeft geen voorrang aan allochtone studenten, maar
zij heeft 15 extra plekken gecreëerd om allochtone studenten te interesseren voor de wetenschap. Het
is een stimuleringsprogramma voor niet-westerse allochtone onderzoekstalenten die geselecteerd zijn
op basis van kwaliteit. Deze niet-westerse allochtone groep wordt onvoldoende bereikt via de reguliere
kanalen en weet de weg naar de wetenschap niet vanzelf te vinden.
2
Deelt u de mening dat het voortrekken van allochtonen betekent dat autochtonen worden
achtergesteld? Immers, een functie kan slechts eenmaal vergeven worden.
De allochtone studenten worden niet voorgetrokken. Het gaat hier om enkele assistentschapplaatsen,
die extra bovenop de reguliere zijn gecreëerd. De reguliere assistentschapplaatsen blijven nog steeds
bestaan en staan open voor alle studenten. Voor autochtone studenten die interesse hebben voor een
assistentschap blijft de situatie ongewijzigd.
3
Welke maatregelen neemt u om discriminatie van Nederlandse studenten op universiteiten in de
toekomst te voorkomen en op welke manier gaat u de Universiteit Utrecht terechtwijzen?
De reguliere assistentschapplaatsen worden voornamelijk vervuld door autochtone studenten.
Universiteit Utrecht heeft het stimuleringsprogramma in het leven geroepen, omdat er talenten zijn
die moeilijker hun weg vinden naar de wetenschap. Ik vind dat alle talenten, ook allochtone talenten,
gestimuleerd moeten worden. Daarom is er 2 jaar geleden door OCW subsidie verstrekt aan hbo-
instellingen en universiteiten om hen te laten experimenteren met het ontwikkelen van instrumenten
die de instroom en doorstroom van allochtone studenten bevorderen. Dit beleid maakt daarvan deel
uit.
Er is mijns inziens geen sprake van discriminatie. Ik verwijs hier ook naar de Algemene wet gelijke
behandeling. Deze wet verbiedt het maken van onderscheid tussen personen op grond van ras,
nationaliteit, godsdienst, etc. bij in die wet genoemde omstandigheden, maar geeft ook aan dat dit
blad 3/3
onderscheid niet geldt, `indien het onderscheid een specifieke maatregel betreft die tot doel
heeft...personen behorende tot een bepaalde etnische of culturele minderheidsgroep een bevoorrechte
positie toe te kennen ten einde feitelijke nadelen verband houdende met de gronden ras...op te heffen
of te verminderen...' (artikel 2, lid 3). Ik ben dan ook niet voornemens Universiteit Utrecht terecht te
wijzen.
1) http://www.telegraaf.nl/binnenland/1677385/__Voorrang_allochtone_studenten__.html