ChristenUnie
Bijdrage Joel Voordewind Algemeen Overleg landbouw en
voedselzekerheid ontwikkelingslanden
Bijdrage Joel Voordewind Algemeen Overleg landbouw en voedselzekerheid
ontwikkelingslanden
donderdag 11 september 2008 14:52
De heer Voordewind (ChristenUnie): Voorzitter. Ik complimenteer de
minister voor Ontwikkelingssamenwerking en de andere ministers voor
deze landbouwnota. Landbouw verdiende het om opnieuw aandacht te
krijgen binnen de ontwikkelingssector. Voedsel is een recht voor
mensen, zo stelt de Universele Verklaring voor de Rechten van de Mens.
Dat gaat niet om een beetje voedsel, maar om genoeg voedsel om een
actief leven te kunnen leiden. Daarbij staat de landbouw aan de basis
van de ontwikkelingen. Zonder voedsel zijn overige inspanningen
vergeefs. In die zin is de voedselcrisis een zege. Dat zei Kofi Annan
ook. Die zet de landbouw namelijk weer op de agenda. Ook in het kader
van de Millennium Development Goals (MDG's) is dit een heel
belangrijke component om de honger uit de wereld te krijgen. De
minister wijst daar in zijn brief ook naar.
Versterking van landbouw en rurale bedrijvigheid is niet makkelijk,
met name omdat het raakt aan vele andere onderwerpen, zoals de sociale
structuren, de wereldhandel, het klimaat en kennis. Het vraagt om
coherent beleid. Gelet op de vele maatregelen die worden voorgesteld
is mijn vraag: hoe wordt ervoor gezorgd dat de samenhang hiermee goed
wordt uitgevoerd en de coherentie in internationaal opzicht goed vorm
krijgt?
Belangrijk onderdeel van het vraagstuk rondom de landbouw is het
wereldhandelsstelsel. Het is zeer jammer dat de Doharonde niet is
gelukt. Wij horen van de voorzitter van de Food and Agriculture
organisation (FAO) dat dat met name door de VS kwam. De nota gaat
slechts beperkt in op de effecten van het handelsstelsel voor
ontwikkelingslanden, terwijl dat een grote rol speelt. Ik noem alleen
maar het verhaal van de soja, de invloeden van de multinationals, het
bestaan van kinderarbeid en exportsubsidies op varkensvlees. Hoe kan
onder het huidige handelsstelsel aandacht voor het milieu en
arbeidsomstandigheden samengaan met het verhogen van de productie en
het verbeteren van de marktpositie? Vrije handel impliceert immers
productie tegen de laagste kosten, dus ook tegen de minste regels. Dat
is het spanningsveld van de Afrikaanse landen binnen de World Trade
Organisation (WTO). De vrijhandel betekent ook een grote
verantwoordelijkheid voor de grotere bedrijven op de wereldmarkt. Dat
geldt ook voor bedrijven in de voedselketen. Zeker als sprake is van
toenemende commercialisering van de landbouw. Deze bedrijven moeten
hun verantwoordelijkheid nemen, aangezien 70% van de kinderarbeid
plaatsvindt in de agrarische sector. Bedrijven als Unilever zeggen nog
te vaak dat zij hun verantwoordelijkheid ten aanzien van kinderhandel
niet kunnen nemen omdat de grondstoffenmarkt ondoorzichtig zou zijn.
Dat vormt voor hen een probleem. Dat werd aan de kaak gesteld tijdens
de discussie over kinderarbeid met het ministerie van Buitenlandse
Zaken. Het SER-rapport waarin werkgevers en werknemers samen tot de
conclusie zijn gekomen dat ketentransparantie inderdaad moet toenemen,
geeft daar een goede kapstok voor. Gelet op de eisen die wij als EU
stellen aan bijvoorbeeld de voedselzekerheid en aan de
diamantenhandel, waarin wij wel ketentransparantie proberen te
bereiken, zou er ook bij voedselproductie duidelijkheid moeten komen
over de vraag of er kinderarbeid bij betrokken is geweest. De
multinationals kunnen zich dan niet verschuilen achter het feit dat
zij niet weten welk voedsel zij op de wereldmarkt kopen. Ik hoor daar
graag daar uw reactie op. Ik refereer nog aan mijn eigen motie, waarin
ik oproep overheidssteun aan producten die Nederlandse bedrijven maken
met kinderarbeid, stop te zetten. Hoe staat het met de uitvoering van
die motie? Ik ben in dit kader ook benieuwd naar de uitwerking van de
overeenkomst over kinderarbeid in de agrarische sector die de
International Labour Organization (ILO) onlangs met de FAO heeft
gesloten. Wat doet de FAO op dit moment aan de uitvoering van het
verdrag als het gaat om vermijding van kinderarbeid in de agrarische
sector? Wordt de Nederlandse bijdrage aan dergelijke organisaties
gekoppeld aan de strijd tegen kinderarbeid?
Dan van het grote plaatje naar het kleine, lokale plaatje. De
voedselcrisis lijkt met name Afrika hard te raken. De bevolking is
vooral voor de eigen productie nog erg afhankelijk van de landbouw.
Dit brengt mij ertoe, deze nota over landbouw en rurale bedrijvigheid
te koppelen aan het hiv/aids-probleem. De minister stipt dat onderwerp
in zijn notitie ook aan. Er wordt voorgesteld om tot een "Health
Insurance"-programma te komen bij boerencoöperaties. Het zou ook te
overwegen zijn om dat met het "social protection"-programma te doen,
om vrouwen van wie de man aan aids overlijdt, niet alleen te laten
staan. De minister pleit er terecht voor om de landrechten voor
vrouwen in die gevallen in stand te houden. Er zou ook gekeken kunnen
worden naar een "social protection"-programma voor vrouwen, zodat zij
niet zonder inkomsten komen te staan als hun man wegvalt.
De ministers maken goede opmerkingen over lokale financiering als het
gaat om mirokredieten en om de macrofinanciering. Zij constateren dat
de mesofinanciering van projecten nog tekortschiet. Middelgrote of
mkb-boeren die graag aan de slag zouden willen, lopen tegen
beperkingen aan omdat zij in dat gat vallen. De minister trekt daar in
de nota 4 mln. voor uit en er start een aantal pilots, maar 4 mln. is
slechts 1% van het totale jaarbedrag dat de minister hiervoor wil
uittrekken. Kunnen wij daar een intensivering op los laten als het
gaat om de mesokredieten? Mijn fractie ziet op dat gebied grote kansen
en uitdagingen liggen.
Zoals bekend is mijn fractie terughoudend over het gebruik van
genetisch gemodificeerde gewassen voor productiviteitsverbetering. De
verleiding is groot om tijdens de voedselcrisis gebruik te maken van
gentechnologie. Mijn fractie pleit ervoor om vooral gebruik te maken
van de lokale context: lokale technieken verbeteren, toegang tot zaden
verbeteren, mestadvies geven en gebruik maken van lokale rassen. Wij
willen gentechnologie hiervoor niet in aanmerking laten komen.
Mijn fractie is ervoor om overschotten bij het
gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) terug te sluizen naar de
lidstaten, maar wel geoormerkt, zodat het bedrag uiteindelijk ter
beschikking wordt gesteld aan ontwikkelingssamenwerking.