Ministerie van Algemene Zaken

Vragen Tweede Kamer over staatssecretaris Bussemaker

Kamerstuk | 10-09-2008

De minister-president heeft vragen beantwoord van de Tweede Kamerleden Van Miltenburg en Neppérus (beiden VVD) over de betrokkenheid van staatssecretaris Bussemaker in het verleden met Bureau Jansen & Janssen.

Hierbij doe ik u toekomen de antwoorden op de vragen van de leden Van Miltenburg en Neppérus (beiden VVD) d.d. 3 september 2008.

DE MINISTER-PRESIDENT,

Minister van Algemene Zaken,

Mr.dr. J.P. Balkenende

2008Z01505 / 2070828750


1. Bent u bekend met de tv-uitzending over de betrokkenheid van staatssecretaris Bussemaker met de organisatie Jansen en Janssen; een organisatie die zich nog steeds zeer kritisch opstelt ten opzichte van de politie? 1)

Antwoord

Ja.


2. Wat is uw oordeel over deze betrokkenheid van de staatssecretaris, hoe was haar houding toen, hoe kijkt ze er nu tegen aan en hoe is uw reactie daarop?

Antwoord

Staatssecretaris Bussemaker is van 1991 tot 1996 bestuurslid geweest van de Stichting Res Publica, waaronder Bureau Jansen & Janssen is ondergebracht. Binnen dat bestuur bekleedde mevrouw Bussemaker de functie van penningmeester


3. Heeft u kennisgenomen van de opmerking in de uitzending dat staatssecretaris Bussemaker deze zaken aan u heeft gemeld als antwoord op uw vraag bij de Kabinetsformatie of er nog relevante feiten waren uit het verleden of het heden die mogelijkerwijs het Kabinet konden schaden? Op basis waarvan heeft u geconcludeerd dat er geen probleem was?

Antwoord

Ja, tijdens de formatie heb ik met kandidaat-staatssecretaris mevrouw Bussemaker besproken of er feiten uit het heden of verleden zijn die op enig moment van negatieve invloed kunnen worden op het functioneren van de kandidaat als bewindspersoon dan wel het kabinet in een moeilijke situatie zouden kunnen brengen,

In dat kader is haar betrokkenheid bij Bureau Jansen & Janssen besproken. Zij heeft aangegeven ook als bestuurslid binnen de grenzen van de rechtstaat te hebben geopereerd. Op grond hiervan is geoordeeld dat er geen letsel voor haar beëdiging was.
1) Nova, 1 september 2008