Erasmus Universiteit Rotterdam

Promotie mw. W.A. Vink

Titel proefschrift
Creole Jews in the Colonial Domain

---

Promotors:
Prof.dr. A.A. van Stipriaan

---

Datum
11 september 2008 11:00

---

Locatie:
Woudestein, Forumzaal

---

Faculteit
Faculteit der Historische en Kunstwetenschappen (FHKW)

De Joodse gemeenschap in Suriname kende vele gezichten

In historische beschrijvingen van Cariben is weinig aandacht voor de veranderingen die witte Europese migrantengemeenschappen ondergingen. Meestal gaat het over de botsing tussen Afrikaanse en Europese culturen. Maar ook een migrantengemeenschap als die van de Joden in Suriname veranderde voortdurend en kende vele gezichten. In haar proefschrift Creole Jews: Negotiating Community in Colonial Suriname beschrijft Wieke Vink de geschiedenis van de Surinaams-Joodse gemeenschap. De koloniale slavenmaatschappij kende allerlei mechanismen van uitsluiting, maar bood ook nieuwe kansen. Vink promoveert op donderdag 11 september 2008 aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.

Historische beschrijvingen van Caribische slavensamenlevingen gaan meestal over het ontstaan van Afro-Caribische culturen en het proces van `creolisering'. Er is maar weinig aandacht voor de veranderingen die witte Europese migrantengemeenschappen ondergingen. Maar geen enkele groep kon zich onttrekken aan de machtsongelijkheid en vijandigheid die het dagelijkse leven van de koloniale samenleving bepaalden, zeker niet de Surinaams-Joodse gemeenschap, waarvan de eerste leden zich al in de tweede helft van de zeventiende eeuw in Suriname vestigden.

Vink beschrijft welke veranderingen de Joodse gemeenschap in Suriname de afgelopen 350 jaar doormaakte, en wat dit deed met het sociaal-culturele bewustzijn van haar verschillende leden en de beleving van een Surinaams-Joodse identiteit. De geschiedenis van de Surinaamse Joden gaat over rijke Joodse suikerplanters die werden uitgesloten van het sociale leven van de witte koloniale niet-Joodse elite, maar ook over arme Joodse migranten die geminacht werden door Portugees-Joodse regenten, en over gekleurde Joden die een ondergeschikte positie innamen in een raciaal bepaalde gemeenschap. Vink onderzocht de conflicten en identiteitsvragen die gepaard gaan met veranderende gemeenschapsgrenzen, tegen de achtergrond van een samenleving die steeds creoolser werd. Ze deed dit op basis van verschillend archiefmateriaal, zoals de archieven van de Joodse gemeenten en het gouvernementsbestuur van Suriname, en divers biografisch materiaal.

Bij de Surinaamse Joden leefden koloniale ideeën over kleur en sociale status op gespannen voet met de halachische opvatting van Joodse identiteit - iemand is Joods als de moeder Joods is. Aanvankelijk werden de halachische regels niet zo nauw genomen. Zo lieten Joodse mannen hun onechte kinderen, verwekt bij Afro-Surinaamse vrouwen, opnemen in de Joodse gemeenschap. Tegelijkertijd leidde dit tot een tweederangs status van gekleurde Joden, in zowel de Portugese als Hoogduitse gemeenschap.

Halverwege de negentiende eeuw krijgt de halachische identiteitsopvatting de overhand in de Surinaams-Joodse gemeenschap. Kleur verliest haar betekenis als onderscheidend kenmerk, althans in de officiële stukken. Dat kleur niet van de ene op de andere dag ophield een rol te spelen, lijkt niet meer dan logisch in een gemeenschap die generaties lang mede op basis van kleurgrenzen was georganiseerd.