Stand van zaken co-existentie restschadefonds
10 september 2008 - kamerstuk
Kamerbrief waarin de minister de Kamer informeert over het akkoord
inzake de oprichting van het restschadefonds co-existentie. Er is
overeenstemming bereikt met alle partijen over de inrichting.
Ministerie van Landbouw,
Natuur en Voedselkwaliteit
Directie Landbouw
Bezuidenhoutseweg 73
Postadres: Postbus 20401
2500 EK 's-Gravenhage
Telefoon: 070 - 3786868
Fax: 070 - 3786100
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA 's-GRAVENHAGE
DL. 2008/2234 10 september 2008
Stand van zaken co-existentie
restschadefonds
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
10 september 2008 DL. 2008/2234 1
D i rectie Landbouw
Geachte Voorzitter,
Met deze brief informeer ik u over de stand van zaken rond het restschadefonds
co-existentie, en het door alle betrokken partijen bereiken van een akkoord over de
inrichting en vulling van dit fonds voor respectievelijk maïs, aardappel en suikerbiet.
Overleg LNV met de betrokken co-existentie partijen
Op 16 juli 2008 vond overleg plaats tussen LNV, Biologica, Plantum NL en LTO. In dit
gesprek is een voorstel gepresenteerd. Dit voorstel is bediscussieerd en geamendeerd.
Vervolgens is aan betrokken partijen dit voorstel voorgelegd, met de vraag of men
hiermee al dan niet kon instemmen. Daarop is vastgesteld dat alle partijen akkoord waren.
Dit is op 29 juli 2008 per e-mail aan betrokken partijen gemeld. Hierop zijn geen nadere
reacties ontvangen.
Overigens was de Nederlandse Akkerbouw Vakbond (NAV) tijdens dit overleg niet
aanwezig, maar na telefonisch contact heeft de voorzitter ingestemd met de voorstellen.
Aanpak co-existentie restschadefonds
Op hoofdlijnen zijn de gemaakte afspraken als volgt:
RESTSCHADEFONDS
* Het restschadefonds dekt economische schade die ontstaat door vermenging op het
primaire bedrijf, waarvoor niemand aansprakelijk gesteld kan worden. Zogenaamde
vervolgschade die ontstaat in de schakels van de keten na het primaire bedrijf, valt
niet onder de in de Commissie Van Dijk gemaakte co-existentie afspraken en als
zodanig ook niet onder het restschadefonds.
* Het restschadefonds bestaat uit: 1) apparaatskosten - noodzakelijk voor beheer en
uitvoering - en 2) vulling - de middelen waaruit in voorkomende gevallen een
uitkering wordt gedaan.
* Het bereik van het restschadefonds is uitsluitend de primaire sector waarbij schade die
verder in de keten ontdekt wordt, is te herleiden via tracking & tracing.
* Het restschadefonds bestaat uit in totaal drie deelfondsen voor maïs, aardappel en
suikerbiet.
* Het restschadefonds wordt - evenals de overige co-existentie afspraken - drie jaar na
start van de eerste commerciële teelt van een genetisch gemodificeerd gewas
geëvalueerd.
Hierbij wil ik nadrukkelijk opmerken dat economische schade op een primair bedrijf waar
iemand voor aansprakelijk kan worden gesteld, verhaald kan worden op basis van het
Burgerlijk Wetboek.
APPARAAT RESTSCHADEFONDS
* De apparaatskosten van het restschadefonds worden gedragen door de reserves van
de productschappen.
* Het 'apparaat restschadefonds' en de loketfunctie wordt ondergebracht bij het
Productschap Akkerbouw.
VULLING RESTSCHADEFONDS AARDAPPEL EN MAÏS
* Onder regie van LNV wordt voor aardappel en maïs een garantstelling in geld of
natura door private partijen uitgewerkt. Vanuit Plantum NL is aangegeven dat deze
route haalbaar is. Omdat realisatie en juridische verankering echter de nodige tijd
kunnen vergen, kan zonodig in de tussenliggende tijd een beroep gedaan worden op
een garantstelling uit de bovengenoemde opgebouwde reserves van de productschappen.
VULLING RESTSCHADEFONDS SUIKERBIET
* Omdat de commerciële teelt van genetisch gemodificeerde suikerbiet in Nederland
niet binnen afzienbare termijn zal plaatsvinden, wordt de inrichting en implementatie
van het restschadefonds voor deze teelt getemporiseerd.
Deze afspraken zijn dekkend voor die situaties waarvoor we in eerste instantie praktisch
gesteld worden. Drie jaar na de eerste commerciële genetisch gemodificeerde teelt zullen
deze afspraken geëvalueerd worden.
Onder regie van LNV worden op dit moment bovenstaande afspraken uitgewerkt.
Vervolgschade in de keten / monitoring
Het restschadefonds vergoedt alleen de directe schade op het primaire bedrijf als gevolg
van vermenging. Daarom wordt voor het onderwerp 'vervolgschade in de keten' een apart
traject gestart. In dit traject zullen de voor dit onderwerp relevante partijen worden
betrokken. Naar aanleiding van een voorstel van LTO wordt dit onderwerp nadrukkelijk in
breder verband behandeld. Er wordt dus niet exclusief naar vervolgschade als gevolg van
vermenging met genetisch gemodificeerde gewassen gekeken.
Verder is afgesproken dat er een gerichte monitoring van de oogst zal plaatsvinden van
die bedrijven die op basis van een risicoanalyse als 'risicovol' worden aangemerkt om zo
vervolgschade in de keten te voorkomen. De kosten van deze monitoring (inclusief
bemonstering en analyse) maken deel uit van de apparaatskosten van het restschadefonds.
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,
G. Verburg
Meer informatie
* Stand van zaken co-existentie restschadefonds
Kamerstuk | 10-09-2008 | PDF-Document, 56 kB
Voor downloaden van PDF-bestanden:
Zie het origineel