European Union



Brussel, 10 september 2008

Tussentijdse EU-prognoses: groeivertraging sterker dan verwacht

In de Europese Unie komt de economische groei dit jaar naar verwachting uit op 1,4% (1,3% in het eurogebied), ongeveer 0,5% lager dan in april nog werd voorspeld. De voornaamste "neerwaartse" risico' s die in de voorjaarsprognoses werden genoemd (toenemende financiële onrust, sterke stijging van de grondstofprijzen, om zich heen grijpende problemen op de huizenmarkt in diverse landen) hebben zich inderdaad voorgedaan. Door de onverminderd sterke stijging van de grondstofprijzen zal de inflatie dit jaar oplopen tot 3,8% in de EU en 3,6% in het eurogebied, hoger dus dan eerder werd verwacht, maar het kan niet worden uitgesloten dat deze zich op een keerpunt bevindt omdat de gevolgen van de recente stijging van de energie- en voedselprijzen de komende maanden langzaam beginnen weg te ebben.

Joaquín Almunia, Commissaris voor economische en monetaire aangelegenheden: Het is al een jaar onrustig op de financiële markten, de energieprijzen zijn in diezelfde periode bijna verdubbeld en op een aantal huizenmarkten heeft een correctie plaatsgevonden. Dit alles heeft zijn weerslag gehad op de economie, hoewel de recente daling van de olie- en andere grondstofprijzen en de afvlakkende stijging van de euro voor enige verlichting hebben gezorgd. Ondanks dit moeilijke en onzekere klimaat mogen we de lessen uit het verleden niet vergeten en moeten we de koers blijven volgen die is uitgezet. Om de banenmachine gaande te houden en externe schokken beter op te kunnen vangen, móeten we vasthouden aan de Europese hervormingsagenda. Het stappenplan om het vertrouwen in de financiële markten te herstellen, moet sneller worden uitgevoerd en de verbetering van de overheidsfinanciën moet worden vastgehouden om te voorkomen dat toekomstige generaties met nog grotere lasten worden opgezadeld terwijl zij ook al met het probleem van de vergrijzing te maken krijgen.

Door de steeds sterkere mondiale tegenwind zette in diverse landen met een geavanceerde economie in het tweede kwartaal van dit jaar een daling van de productie in, die in een aantal landen mede werd veroorzaakt door een baisse in de huizensector. In de EU liep het bbp met 0,1% en in het eurogebied met 0,2% terug. Dit kwam deels door het feit dat een pas op de plaats werd gemaakt na een onverwachts krachtige groei in het eerste kwartaal die mede het gevolg was van tijdelijke factoren. Daarnaast leidden de gestage stijging van de grondstofprijzen, de aanhoudende financiële onrust en - in een aantal gevallen - klappen op de huizenmarkt tot een verslechtering van het vertrouwen, tot een verdere stijging van de kapitaalkosten en tot een omhoogschietende inflatie. Daarmee werd een rem gezet op de binnenlandse vraag.

Voor 2008 voorspelt het directoraat-generaal Economische en financiële zaken van de Commissie nu een groei van 1,4% in de EU en 1,3% in het eurogebied, ofwel 0,6 en 0,4 procentpunt minder dan in de voorjaarsprognoses. Bij deze berekening is uitgegaan van de actuele prognoses voor Frankrijk, Duitsland, Italië, Nederland, Polen, Spanje en het Verenigd Koninkrijk, samen goed voor circa 80% van het bbp van de EU.

Externe omstandigheden steeds ongunstiger

De mondiale economische situatie en vooruitzichten blijven ongewoon onzeker. Een jaar na het begin van de financiële onrust is het internationale financiële stelsel nog steeds fragiel en is de werking van een aantal belangrijke kredietmarkten nog steeds ernstig verstoord. Sinds het laatste kwartaal van 2007 zijn de grondstofprijzen, en met name de prijzen van energie en voedsel, en daarmee de inflatie omhooggeschoten, hoewel olie en andere grondstoffen inmiddels niet meer zo duur zijn als eerder deze zomer. Het vertrouwen van consument en bedrijfsleven heeft een stevige knauw gekregen en ligt nu zelfs ruim onder het langetermijngemiddelde. Ondanks een nog robuuste groei in de opkomende economieën dreigt een mondiale economische vertraging.

Vóór het begin van de financiële onrust afgelopen zomer stonden de Europese economieën er over het algemeen goed voor. Afgezien van enkele sectoren en lidstaten bestonden er in de EU en het eurogebied als geheel geen grote onevenwichtigheden. Ondanks de financiële problemen en de rechtstreekse weerslag die deze hadden op een aantal vertrouwensindicatoren, bleef de bedrijvigheid redelijk op peil. Met het aanzwellen van de mondiale tegenwind in de afgelopen kwartalen daalde het vertrouwen evenwel in steeds meer sectoren en lidstaten (met name in Spanje en het Verenigd Koninkrijk vertoonde het economisch sentiment een duidelijke verslechtering). Uiteindelijk begonnen ook de bedrijvigheidsindicatoren terug te lopen. Diverse indicatoren, zoals de industriële productie, de orderportefeuille en de omzet in de detailhandel, wijzen erop dat de groei in de EU en het eurogebied de afgelopen maanden is afgezwakt. Ook zijn de economische vooruitzichten voor de EU-landen blijkens recente enquêtes somber.

Niettemin blijft een kentering mogelijk, mede gezien de verwachte daling van de inflatie waarvan in het tweede kwartaal een positieve stimulans kan uitgaan op het beschikbare inkomen en de consumptie van huishoudens.

Inflatie op keerpunt

Door de hoge grondstofprijzen zijn de consumentenprijzen de afgelopen maanden gestaag aangetrokken. Het effect van de stijgende energie- en voedselprijzen op de inflatie was duidelijk merkbaar: deze waren in juli alleen al goed voor respectievelijk 1,7% en 1,2%. Na in juli een recordstand van 4% te hebben bereikt, liep de inflatie in augustus in het eurogebied echter licht terug tot 3,8%.

De resultaten vallen gezien de opwaartse bijstelling van de inflatie dus ongunstiger uit dan waarop in de voorjaarsprognoses nog werd gerekend. Doordat het effect van de recente stijging van de energie- en voedselprijzen de komende maanden langzaam wegebt, is er mogelijk sprake van een keerpunt in de inflatie. Niettemin worden de inflatievooruitzichten in beide regio's uiteindelijk bepaald door de vraag hoe de grondstoffenmarkten zich gaan ontwikkelen en of men erin zal slagen de zogeheten tweederonde-effecten in bedwang te houden.

Risicobeoordeling

Wat de risico' s voor de groeivooruitzichten betreft, helt de balans nog over naar de neerwaartse zijde. Met name blijven de ontwikkelingen op de financiële en de grondstoffenmarkten daarvoor bepalend. Evenals in het recente verleden kunnen de technische aannames opnieuw voor een onaangename verrassing zorgen. Daarnaast bestaat er nog onzekerheid over de kracht van de economie van de VS, klinkt opnieuw de roep om protectionistische en handelsverstorende maatregelen en is het nog de vraag in hoever een aantal EU-economieën in staat is om een nieuw intern en extern evenwicht te vinden. De risico's voor de inflatievooruitzichten lijken elkaar iets meer in evenwicht te houden, zij het dat de balans nog overhelt naar de opwaartse zijde. Tweederonde-effecten kunnen echter niet worden uitgesloten, zelfs niet bij een sterke vertraging van de bedrijvigheid. Overigens lijken deze zich nog niet op grote schaal voor te doen.

Meer informatie is te vinden op:

http://ec.europa.eu/economy_finance/thematic_articles/article12054_en. htm
.

Tabel 1: Reële bbp-groei

De kwartaalcijfers zijn gecorrigeerd voor aantal werkdagen en seizoensinvloeden. De jaarcijfers zijn niet gecorrigeerd.

Tabel 2: Stijging consumentenprijzen