Eiercontrole in supermarkten
10 september 2008 - kamerstuk
Kamerbrief waarin de minister antwoordt geeft op vragen over de
controle op de herkomst van eieren in de supermarkt. Samenwerking
tussen de VWA en het controlebureau CPE behoort tot de mogelijkheden.
uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum
onderwerp bijlagen
D i rectie Landbouw
Geachte Voorzitter,
Hierbij doe ik u de antwoorden toekomen op de vragen van het lid Thieme (PvdD) over de
eiercontrole.
1
Kent u het bericht "CBL: VWA moet controle eieren overnemen"? 1)
Ja.
2, 4 en 6
Hoe beoordeelt u de constatering van het Centraal Bureau Levensmiddelenhandel (CBL)
dat het controlebureau (CPE) faalt in haar toezicht en dat er verkeerd gestempelde eieren
via de supermarkten worden aangeboden, zonder dat CPE daar adequaat toezicht op
uitoefent?
Deelt u de mening van meneer Roos dat het CPE-toezicht faalt? Zo neen, waarom niet?
Zo ja, op welke wijze bent u voornemens in te grijpen om te komen tot adequaat toezicht
en bescherming van de consument?
Bent u bereid een zodanig systeem van controle en handhaving in te richten dat consumenten
kunnen beschikken over 100% betrouwbare informatie over de herkomst van door
hen aangeschafte eieren? Zo ja, op welke termijn en wijze? Zo neen, waarom niet?
Het CBL is van mening dat het CPE overtredingen van de voorschriften uit de handelsnormen
voor eieren, die in de supermarkten zijn geconstateerd, in de voorgaande
schakels van de eierketen had moeten constateren.
De handelsnormen zijn echter van toepassing op alle schakels van de keten. Elke schakel is
dan ook zelf verantwoordelijk voor een juiste naleving en kan bij overtreding daarop
worden aangesproken. Over de kwaliteit van de door een voorliggende schakel geleverde
producten kunnen onderling afspraken worden gemaakt. Het is dan aan de ontvangende
schakel om te controleren of de partij voldoet aan de gemaakte afspraken.
22 juli 2008 2070825940 DL. 2008/2145 10 september 2008
Kamervragen over eiercontrole in
supermarkten
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
10 september 2008 DL. 2008/2145 2
De supermarkten, en niet het CPE, zijn derhalve zelf verantwoordelijk voor de kwaliteit
van de eieren in de winkelschappen.
Het CPE controleert en keurt niet elke partij eieren. Dat is fysiek onmogelijk en ook niet de
taak van het CPE. Het CPE is uitsluitend verantwoordelijk voor het toezicht op de naleving
van de handelsnormen zoals neergelegd in Verordening (EG) nr. 1234/2007 in samenhang
met Verordening (EG) nr. 589/2008. Het CPE ziet toe op de naleving van de handelsnormen
in alle schakels van de keten, waaronder de supermarkten. Dit doet het CPE op basis van
een risicobenadering. Dit betekent dat in de schakel waar naar verwachting meer overtredingen
te verwachten zijn, het CPE vaker komt controleren. Daarom worden eierpakstations,
afhankelijk van de omzet, jaarlijks meerdere keren gecontroleerd door het CPE,
terwijl de supermarkten op dit moment één keer in de vijf jaar worden gecontroleerd. De
controleplannen worden vastgesteld door het bestuur van het CPE, waar het CBL zitting in
heeft. Wanneer de controleresultaten daar aanleiding toe geven, kan het CPE de controlefrequentie
verhogen. Indien blijkt dat in een bepaalde schakel de naleving onder de maat
is, intensiveert het CPE het toezicht. Hiermee kan echter niet worden voorkomen dat op
enig moment eieren verhandeld worden die niet aan de handelsnormen voldoen. Indien
dit vervolgens door het CPE geconstateerd wordt, dan treedt het CPE daartegen op.
In het licht van het bovenstaande is het CPE bevoegd bij de verschillende schakels in de
eierketen een minimum aantal vooraf vastgestelde steekproefgewijze controles uit te
voeren en hiervoor een kostendekkend tarief in rekening te brengen. Het toezicht op de
handelsnormen voor eieren acht ik op deze wijze adequaat vormgegeven. Ik zie geen
aanleiding om de inhoudelijke vormgeving van dit toezicht aan te passen.
3 en 5
Deelt u de mening van meneer Roos dat de VWA de meest aangewezen instantie is om
toezicht uit te oefenen op de kwaliteit en herkomst van de aangeboden eieren?
Hoe beoordeelt u de CBL-uitspraak "CPE moet gewoon uit de winkels en we willen zeker
niet voor de controles betalen"?
Het CPE is op grond van artikel 13 van het Landbouwkwaliteitsbesluit 2007 belast met de
uitvoering van het toezicht op de handelsnormen voor eieren in alle schakels van de eierketen.
Zoals ik heb aangegeven in mijn antwoord van 11 juli jl. op Kamervragen van de
leden Aptroot en Snijder-Hazelhoff (DL. 2008/1620) ben ik bereid, vanwege een mogelijke
verbetering van de efficiëntie van de controles op de winkelvloer, binnen de huidige
kaders van de Landbouwkwaliteitswet een praktische samenwerking c.q. taakverdeling
tussen de VWA en het CPE nader te onderzoeken. Uitgangspunt hierbij is dat conform
staand kabinetsbeleid een transparante wijze van kostentoerekening plaatsvindt en de
kosten van de controles op de handelsnormen aan alle marktdeelnemers, waaronder de
supermarkten, worden doorberekend. In dit verband ben ik bereid mee te denken over
mogelijkheden van toezicht op controlearrangementen op basis van private kwaliteitsystemen.
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
10 september 2008 DL. 2008/2145 3
7
Deelt u de mening dat de zware kritiek van CBL op CPE een nieuwe illustratie vormt van
het falen van zelfregulering door het bedrijfsleven en een pleidooi voor serieus en
onafhankelijk overheidstoezicht? Zo neen, waarom niet?
Nee. Er is geen sprake van zelfregulering door het bedrijfsleven. Zoals ik in het bovenvermelde
antwoord op Kamervragen van de leden Aptroot en Snijder-Hazelhoff heb
aangegeven, is het CPE op grond van de Landbouwkwaliteitswet aangewezen als
bevoegde controle-instelling en is het in dat licht een zelfstandig bestuursorgaan. De eindverantwoordelijkheid
voor de Landbouwkwaliteitswet en de uitvoering ervan ligt bij
ondergetekende.
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,
G. Verburg
1) Agrarisch Dagblad, 17 juli 2008
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit