Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie
NPCF
Huisartsen slecht bereikbaar
10 september 2008
Meer dan een kwart van de mensen die het speciale spoednummer van een
huisartsenpraktijk belt, krijgt niemand aan de telefoon. In de
namiddag kan dit zelfs oplopen tot 40%. Bovendien is ruim de helft van
de mensen ingeschreven in een praktijk zonder spoednummer, of is niet
op de hoogte van het spoednummer. De telefonische bereikbaarheid van
huisartsen is tijdens kantooruren ernstig onder de maat en moet sterk
verbeteren. Dit concluderen de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ)
en de Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie (NPCF) in het
vandaag verschenen rapport over de telefonische bereikbaarheid van de
huisartsenpraktijk.
Slechts tweederde van de mensen met een spoedeisende vraag krijgt
binnen 30 seconden iemand te spreken. 40% van de mensen die het
reguliere nummer van de praktijk belt, slaagt er niet in binnen tien
minuten iemand aan de telefoon te krijgen. Bijna de helft van de
mensen die het reguliere nummer belt, krijgt geen contact met de
praktijk binnen twee minuten.
De IGZ en NPCF vinden het onacceptabel dat huisartsen slecht
bereikbaar zijn en eisen dat de koepels van huisartsen binnen een jaar
de onderstaande normen overnemen en implementeren om de bereikbaarheid
van huisartspraktijken te verbeteren. De IGZ en de NPCF vinden dat
huisartspraktijken tijdens kantooruren voor spoed binnen 30 seconden
bereikbaar moeten zijn. Voor gewone oproepen moeten praktijken binnen
twee minuten bereikbaar zijn.
Verder stellen de NPCF en de IGZ dat spoednummers geen
antwoordapparaat moeten hebben, maar direct beantwoord moeten worden
of moeten worden doorgeschakeld naar een dienstdoende vervanger. Ook
vinden de NPCF en de IGZ dat alle huisartsen een speciaal spoednummer
moeten hebben en dat bekend moeten maken bij hun patiënten via
folders, website en de telefoongids en gele gids. Daarnaast dient de
inzet van antwoordapparaten ook voor gewone bereikbaarheid drastisch
te worden verminderd.
Als de koepelorganisaties binnen een jaar deze normen voor
bereikbaarheid niet hebben overgenomen en geïmplementeerd, dan stelt
de IGZ eigenstandig deze toezichtnormen vast en gaat daarop handhaven.
In 2010 herhalen de IGZ en de NPCF dit onderzoek om na te gaan in
hoeverre de telefonische bereikbaarheid is verbeterd. Als blijkt dat
dit nog niet verbeterd is, zal de IGZ de handhaving intensiveren.
Het rapport `telefonische bereikbaarheid van huisartsen moet sterk
verbeteren' is een vervolg op eerdere onderzoeken van de IGZ in 2005
en 2006 naar de telefonische bereikbaarheid van huisartsenposten
buiten kantooruren.