Het Koninklijk Huis
Toespraak door Prinses Laurentien tijdens de Wereldalfabetiseringsdag,
Openbare Bibliotheek Amsterdam
Geletterdheid is de beste remedie
Excellentie,
waarde genomineerden en Alfabetiseringsambassadeurs,
dames en heren,
Vandaag zijn wij hier samen om noemenswaardige alfabetiserings
initiatieven te eren en om ervan te leren: van de invalshoeken, het
bereik en de menselijke energie achter de initiatieven. Alle lof voor
deze inspirerende en praktisch ingestelde activiteiten waarover wij
later meer zullen horen.
Dan deze schitterende kaart achter mij. Een kaart om vrolijk van te
worden - niet alleen vanwege de kleurrijke invulling. Om déze kaart
gaat het deze vierde Week van de Alfabetisering: dit is wat er deze
week allemaal in ons land gebeurt rondom laaggeletterdheid. 95
organisaties hebben hun activiteiten aangemeld op
www.weekvandealfabetisering.nl - samen goed voor 119 activiteiten.
Geen wonder dat wij vandaag met ongeveer één derde van de aanwezigen
van vorig jaar hier samenzijn.... alle anderen, en velen meer, zijn
elders in het land!
Toont deze kaart ook het sneeuwbaleffect waar wij ons hard voor maken?
Ik hoop het van harte. Deze aanpak, waaraan u allen een onmisbare
bijdrage levert, begint zijn vruchten af te werpen. Neem de 19
bedrijven die meedoen - zoals Rabobank, waarvan medewerkers door het
hele land op basisscholen voorlezen. Of de FNV conferentie over taal
op de werkvloer en de presentatie van de derde serie Leeslichtboekjes
tijdens een speciale live aflevering van Lingo op Amersfoort Centraal
Station. Zo zijn ook 15 ROCs, 11 bibliotheken, 10 gemeenten en 40
andere organisaties actief aan de slag deze week rondom
alfabetisering. Alle initiatieven draaien om die ene belangrijke
boodschap: "geletterdheid raakt ons allemaal".
Is dit genoeg? Nee, verre van. Maar wij komen van ver. En bovendien
heeft het geen enkele zin om ons te richten op wat er allemaal niet
gebeurt. Dat kost alleen maar energie, die wij hard nodig hebben om de
sneeuwbal nog groter te maken. Sinds vorig jaar is er een convenant
die ons allen ook de nodige kwantitatieve doelstellingen stelt om
laaggeletterdheid te voorkomen en te verminderen. Geweldig. Maar wij
moeten nu met dezelfde energie voorwaarts en durven blijven zeggen: de
aanpak van laaggeletterdheid is werk van lange adem. In tijden waarin
alles snel moet worden opgelost, is dit soms een moeilijke boodschap.
Dat er zoveel gebeurt, laat ook zien hoe belangrijk het is om met open
vizier de strijd tegen laaggeletterdheid - en de strijd voor het
belang van geletterdheid - aan te gaan. Om taalvaardigheid een
prioriteit te maken vanaf de eerste maanden in het leven van een kind
tot en met de latere jaren van volwassenen. Wij kunnen geletterdheid
nog steeds niet voor lief nemen. Het is essentieel om de nodige
verbindingen te maken en samen te werken. De aanpak van
laaggeletterdheid blijft een gezamenlijke inspanning, waarbinnen de
relevante partijen hun specifieke verantwoordelijkheden nemen.
Waar gaat het eigenlijk om: "geletterdheid raakt ons allemaal"? Want
dat is nogal wat om te zeggen... Dit heeft volgens mij twee dimensies:
wat laaggeletterdheid met mensen zelf doet, en hoe het naar het hart
van de samenleving gaat.
Eerst de menselijke kant. Dit blijft nog altijd mijn drijfveer. Om de
essentie te uiten, grijp ik terug naar een gedicht dat ik heb gebruikt
tijdens mijn speech op Wereldalfabetiseringsdag, precies 7 jaar
geleden. Het is van de hand van Michiel, een voormalig laaggeletterde
man, die geboren en getogen is in Nederland:
"Je bent bang dat mensen zeggen: hij kan zijn eigen naam nog niet
schrijven. En hij is te dom om voor de duvel te dansen.
Je hebt altijd schrik om ergens naar toe te gaan.
Steeds probeer je uitvluchten te zoeken.
Want je denkt dat je de enige bent met dit probleem."
Niemand verdient het om te leven met schaamte en in isolement. Om je
eenzaam te voelen en te denken dat je de enige bent met een probleem.
Voormalig laaggeletterden - velen van u hier vandaag aanwezig -
vertellen mij over wat het met je doet als je opgroeit zonder
zelfvertrouwen en met het idee dat je er niet toe doet. Natuurlijk is
het ook aan mensen zelf om iets aan een taalachterstand te doen. Maar
als het om zo'n grote groep mensen gaat zoals het geval is, is het
niet alleen een kwestie dat niemand het verdient om in isolement te
leven... nee, dan raakt het de gehele samenleving. Dan kan het dus
niet anders dat het aan de samenleving als gehéél is, om hier iets aan
te doen.
De urgentie om dit te doen wordt alleen maar groter. De wereld waarin
wij leven verandert in sneltreinvaart: groter, digitaler, complexer.
Dit verandert de eisen die de samenleving aan mensen stelt. Wij kunnen
nu alleen nog actief meedoen door het maken van de juiste verbindingen
en met de juiste kennis en vaardigheden. De mate waarin mensen hiermee
toegerust zijn, bepaalt dan weer hoe duurzaam, gezond en rendabel een
maatschappij is.
Wat wil dit alles zeggen voor de aanpak van laaggeletterdheid?
Het staat voor mij buiten kijf dat we de mens centraal moeten stellen.
De problematiek van laaggeletterdheid en vaardigheden betekent dus in
de praktijk: een individu, dat zonder de juiste vaardigheden niet kan
stemmen, een werkzoekende die door gebrekkige taalvaardigheden nergens
aan het werk komt, een moeder die haar kind niet kan helpen bij het
huiswerk, een weduwe die nu alleen al die formulieren moet invullen.
In onze aanpak moeten wij ons dus richten op alle instanties waarmee
een individu, in alle verschillende rollen, in aanraking komt tijdens
zijn leven.
Tegen deze achtergrond wordt het begrip van vaardigheden dus meer
zoals in Engeland: lifeskills, ofwel levensvaardigheden. Binnen dit
dynamische begrip vormen lezen, schrijven en rekenen de absolute
basis. Alleen van daaruit kunnen we voortbouwen naar al die
vaardigheden die mensen nodig hebben. Dan kan het dus niet anders dan
dat het belang van geletterdheid naar het hart van onze maatschappij
gaat.
Dat lijkt logisch, maar zo simpel is dat niet. Want wij hebben onszelf
georganiseerd rond aparte thema's:
* financiële vaardigheden horen bij financiële instellingen
* gezondheidsvaardigheden horen bij artsen, ziekenhuizen en het
ministerie van Volksgezondheid
* employability hoort bij werkgevers, het CWI en het Ministerie van
Sociale Zaken en Werkgelegenheid, en
* taalvaardigheid van allochtonen hoort bij inburgering.
U zult zich afvragen, is er niet steeds meer erkenning voor het belang
van vaardigheden? U heeft gelijk. Zeker nu de sociaal-economische
situatie daarom vraagt, zetten we stappen in de goede richting. Een
paar voorbeelden: het ministerie van Economische Zaken start met een
aanpak gericht op digitale vaardigheden, het ministerie van Financiën
werkt aan financiële vaardigheden, het ministerie van Volksgezondheid
denkt na over gezondheidsvaardigheden, de Universiteit van Maastricht
doet onderzoek naar emotionele geletterdheid, het ministerie van
Onderwijs, Cultuur en Wetenschap is, naast hun inzet voor lees-,
schrijf- en rekenvaardigheden, ook net gestart met een aanpak van
mediavaardigheden en de minister van Wonen, Werken en Integratie zet
zich in voor het verbeteren van de taalvaardigheden van nieuwe
Nederlanders.
Deze bredere betrokkenheid en actiebereidheid rondom vaardigheden is
goed nieuws. Maar.... Maar: denkend vanuit het individu in de
samenleving, zouden wij ons moeten realiseren dat het uiteindelijk om
dezelfde groep mensen gaat die achterstanden heeft in die
vaardigheden, die noodzakelijk zijn om zelfstandig, gezond en gelukkig
te functioneren in de samenleving.
Ik zou dus willen pleiten voor een aanpak, waarbij we niet denken via
organisatiestructuren en geldstromen, maar vanuit het individu. Maar
zoals ik al zei, dat vraagt om een gedeelde visie en gezamenlijke
inspanning. Daarbinnen moeten dan de relevante partijen hun specifieke
verantwoordelijkheden nemen. De denk- en werkwijze zou daarmee
veranderen van "wat wil ik doen?", naar "wat is er nodig?" om die
gezamenlijke visie te bereiken.
Natuurlijk, deze Week is maar een week. Maar gelukkig zien we ook
buiten deze campagneweek meer beweging op het terrein van
(basis)vaardigheden.
Ik sluit af.
Wij denken gelukkig steeds meer na over wat er nodig is om de motor
van onze economie, onze samenleving draaiende te houden: sociale,
gezonde en vaardige mensen die flexibel inzetbaar zijn. Zoals niet
lang geleden nog werd geconcludeerd: iedereen is nodig en iedereen
moet inzetbaar zijn. Lezen, schrijven en rekenen staan aan de basis
van de vele vaardigheden die nodig zijn om dit te bereiken. Juist
daarom blijft een breed maatschappelijk draagvlak van
laaggeletterdheid onmisbaar. Wij hebben veel bereikt, maar wij moeten
blijven samenwerken om laaggeletterdheid daadwerkelijk terug te
dringen en te voorkomen. Dit is werk van lange adem.
Laten wij mensen centraal stellen in alles wat wij doen. Het is in ons
aller belang dat iedereen zo actief mogelijk aan de samenleving wil,
kan maar bovenal......durft deel te nemen. Want om te eindigen met een
spreuk van Loesje: leven is het meervoud van lef.
Dank u wel.
* © RVD