WSBVC-Raad
Geannoteerde agenda informele WSBVC-Raad
Kamerstuk, 1 september 2008
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
IZ 2874482
1 september 2008
Hierbij zend ik u de geannoteerde agenda ten behoeve van de informele
bijeenkomst van de ministers van volksgezondheid van de Raad voor
Werkgelegenheid, Sociaal beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken
(WSBVC) van 8 en 9 september aanstaande in Angers, Frankrijk.
Ik wijs u erop dat over de definitieve standpuntbepaling van Nederland
in de informele bijeenkomst van de WSBVC-Raad nog afstemming in de
ministerraad zal plaatsvinden.
De Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
dr. A. Klink
Geannoteerde agenda voor de informele bijeenkomst van de ministers van
volksgezondheid van de Raad voor Werkgelegenheid en Sociaal beleid,
Volksgezondheid en Consumentenzaken van 8 en 9 september 2008
Op 8 en 9 september 2008 vindt in Angers, Frankrijk een informele
bijeenkomst van de ministers van Volksgezondheid plaats. Deze
bijeenkomst staat in het teken van de bescherming van de
volksgezondheid in het geval van gezondheidsbedreigingen - Health
security.
Het Franse voorzitterschap heeft Health security tot een belangrijk
agendapunt gemaakt voor het komend halfjaar. Op de agenda van de
Informele Raad staan in het kader hiervan drie korte presentaties en
twee case studies. Het doel is om meer inzicht te krijgen in hoe de EU
zich zo goed mogelijk kan voorbereiden op en het best kan handelen in
het geval van gemeenschappelijke gezondheidsbedreigingen.
Eurocommissaris Vassiliou zal de (toekomstige) ontwikkelingen
toelichten van het Europese gezondheidsveiligheidssysteem, in het
bijzonder het EWRS (Early Warning and Response System). Vervolgens zal
Zsuzsanna Jakab, directeur van het ECDC (European Centre for Disease
Prevention and Control), evalueren hoe bij gezondheidsbedreigingen het
EU systeem functioneert. Tot slot zal de Franse DG-Volksgezondheid
Houssin een presentatie geven over de uitkomst van het Eurogriep
seminar, dat vooraf zal gaan aan de Informele Raad.
De twee fictieve case studies gaan over een ernstige uitbraak van
infectieziekten. De case studies zijn erop gericht de Europese
ministers zich gezamenlijk te laten buigen over het beheersen van een
gezondheidscrisis op Europees niveau. De verwachting is dat Frankrijk
zal pleiten voor meer EU coördinatie in geval van ernstige uitbraken
van infectieziekten. Afstemming van maatregelen, communicatielijnen en
voorbereiding zijn belangrijke thema's daarbij.
De vorige Eurocommissaris Kyprianou heeft geprobeerd om op EU-niveau
een noodvoorraad antivirale middelen op te bouwen. Destijds was er
geen solide financiële onderbouwing van het voorstel en er was
onvoldoende nagedacht over de verantwoordelijkheidsverdeling.
Daarnaast was de inzet van deze middelen voorbehouden aan de Europese
Commissie. Deze tekortkomingen maakten dat Nederland zich, met een
aantal andere lidstaten, gedistantieerd heeft van het plan voor een
Europese voorraad. Frankrijk heeft aangegeven, met behulp van de case
studies, de discussie over het gewenste niveau voor een noodvoorraad
weer te willen voeren.
In het algemeen vindt Nederland dat landen eigen voorzorgsmaatregelen
moeten nemen met betrekking tot gezondheidsbedreigingen, inclusief de
aanleg van eventuele noodvoorraden. In Nederland zijn noodvoorraden
dan ook op nationaal niveau aangelegd. Mocht het tot een
internationale noodvoorraad komen - waar Nederland op zich ook niet
tegen is - dan kan Nederland dit alleen ondersteunen mits er ondermeer
wordt voldaan aan de volgende uitgangspunten: solide financiering;
heldere bevoegdheidsverdeling; toegankelijkheid voor alle betrokken
lidstaten; heldere protocollen voor opslag, distributie en
prioritering en heldere bevoegdheid tot gebruik.
Nederland acht EU coördinatie op het gebied van uitbraken van
infectieziekten van belang. Informatie uitwisseling en het
harmoniseren van maatregelen kan tot een betere bestrijding leiden.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport