Kamervragen over gebrek aan duurzaamheid megastallen
05 september 2008 - kamerstuk
Kamerbrief met antwoorden op Kamervragen waarin de minister verwjist naar recente brieven aan de Kamer en naar de Toekomstvisie duurzame veehouderij. Zij ziet geen aanleiding voor een moratorium.
Meer informatie
*
Voor downloaden van PDF-bestanden:
Zie het origineel
uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum
onderwerp bijlagen
D i rectie Landbouw
Geachte Voorzitter,
Hierbij doe ik u, mede namens de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en
Milieubeheer, toekomen de antwoorden op Kamervragen van het lid Thieme (PvdD) over
de duurzaamheid van megastallen.
1
Kent u het bericht 'CLM: megastallen dragen niet bij aan duurzaamheid'? 1)
Ja.
2, 4 en 5
Deelt u de mening van de onderzoekers van het Centrum voor Landbouw en Milieu (CLM)
dat een integrale duurzaamheidsanalyse van megastallen ontbreekt en dat rapporten van
onderzoeksinstituten en adviesraden elkaar tegenspreken op onderdelen? Zo neen,
waarom niet en waarop baseert u uw mening? Zo ja, welke consequenties heeft dat voor
uw beleid ten aanzien van de ontwikkeling van een duurzame veehouderij?
Bent u bereid de thema's klimaat, energie, voedselvoorziening en biodiversiteit in relatie
tot megastallen aanvullend te laten onderzoeken door een onafhankelijke partij? Zo ja, op
welke termijn en wijze? Zo neen, waarom niet?
Kunt u uiteenzetten waarom de besluitvorming rond megastallen wordt gekenmerkt door
haast en het ontbreken van een integrale duurzaamheidsanalyse?
Megastallen hebben de afgelopen periode tot veel maatschappelijke discussie aanleiding
gegeven. Het gaat om een complex onderwerp met veel facetten. Zowel de Tweede Kamer
als het kabinet hebben het belang benadrukt van een zorgvuldig beleids- en besluitvormingsproces.
Gerenommeerde planbureaus, adviesraden en onderzoeksinstituten zijn
om advies gevraagd. Deze adviezen geven samen een goed integraal beeld van het totaal
aan kansen en risico's van megastallen en over mogelijke mitigerende maatregelen
waarmee eventuele negatieve effecten kunnen worden voorkomen.
Ministerie van Landbouw,
Natuur en Voedselkwaliteit
Directie Landbouw
Bezuidenhoutseweg 73
Postadres: Postbus 20401
2500 EK 's-Gravenhage
Telefoon: 070 - 3786868
Fax: 070 - 3786100
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA 's-GRAVENHAGE
2 juli 2008 2070824410 DL. 2008/1778 5 september 2008
Kamervragen over gebrek aan
duurzaamheid megastallen
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
5 september 2008 DL. 2008/1778 2
Op basis hiervan is in verschillende overleggen met de Tweede Kamer een heldere beleidslijn
en rolverdeling vastgesteld: megastallen kunnen, mits duurzaam uitgevoerd. De
concrete invulling per geval is een zaak van de betreffende ondernemers, de decentrale
overheden en maatschappelijke organisaties. Verder heb ik op een aantal terreinen
aanvullende acties ingezet (diergezondheid en volksgezondheid (antibioticaresistentie),
stimuleren van een 'plus' voor aspecten als milieu en dierenwelzijn) en nieuwe afspraken
gemaakt (klimaat en energie, Convenant schone en zuinige agrosectoren).
Gelet op de vele aspecten die in de adviezen en analyses grondig aan de orde zijn gesteld,
zie ik dan ook geen meerwaarde in nadere analyses of aanvullende adviezen.
3
Deelt u de mening van de onderzoekers van CLM dat de huidige ontwerpen voor megastallen
nauwelijks verbeteringen ten aanzien van dierenwelzijn en duurzaamheid zullen
opleveren in vergelijking tot bestaande bedrijven? Zo ja, bent u bereid maatregelen te
nemen tegen de bouw van deze megastallen en zo ja, binnen welke termijn? Zo neen,
waarom niet en waar blijkt dat uit?
Nee.
De Wet ammoniak en veehouderij en het Besluit ammoniakemissie huisvesting
veehouderij maken onderscheid tussen grote intensieve veehouderijen (de zogenoemde
IPPC-bedrijven met meer dan 40.000 stuks pluimvee, 750 zeugen of 2000 vleesvarkens) en
de overige veehouderijbedrijven, in die zin dat het bevoegd gezag vanwege de lokale
milieukwaliteit strengere emissie-eisen kan stellen aan de IPPC-bedrijven. Indien nodig kan
bij megabedrijven van deze bevoegdheid gebruik worden gemaakt. Of en in welke mate
dat ook in de praktijk gebeurt, is een zaak van het bevoegd gezag.
Het toepassen van extra maatregelen voor dierenwelzijn in megastallen wil ik vooralsnog
stimuleren en niet via regelgeving afdwingen. Ik vind het van belang, mede vanwege de
maatschappelijke discussies over megastallen, dat de betreffende ondernemers een
voorhoedepositie innemen. Hier ligt een belangrijke verantwoordelijkheid voor het
bedrijfsleven. Waar nodig zal ik de betreffende ondernemers hierop aanspreken. Zoals
toegezegd, onderzoeken de minister van VROM en ik op dit moment de mogelijkheden of
bedrijven met megastallen via de Maatlat duurzame veehouderij (en daaraan gekoppelde
fiscale instrumenten) kunnen worden gestimuleerd extra, bovenwettelijke milieu en
welzijnsmaatregelen toe te passen. Ik zal de Tweede Kamer hierover nader informeren.
6
Kunt u uiteenzetten hoe uw beleid ten aanzien van megastallen zich verhoudt tot uw visie
op de ontwikkeling van een duurzame veehouderij en de Kabinetsbrede aanpak wat
betreft duurzame ontwikkeling? Kunt u daarbij specifiek ingaan op de doelstelling om tot
verduurzaming van de eiwitproductie te komen?
Zoals ik in mijn toekomstvisie duurzame veehouderij heb aangegeven, moet de
veehouderij in Nederland zich in 15 jaar hebben ontwikkeld tot een in alle opzichten
duurzame veehouderij met een breed draagvlak in de samenleving. Deze ambitie wil ik
niet realiseren door de sector en de samenleving een blauwdruk op te leggen van een
duurzame veehouderij. In mijn visie kan een duurzame veehouderij verschillende
gezichten en verschijningsvormen hebben.
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
5 september 2008 DL. 2008/1778 3
Waar het hierbij om gaat is dat aan de hoogst mogelijke voorwaarden op het gebied van
people, planet en profit is voldaan. Schaal op zich is voor mij geen onderwerp, het gaat
om de uitwerking op deze voorwaarden. Voor grote bedrijven is dus ruimte, mits de
ondernemers erin slagen hun bedrijf in te passen in de wensen van de samenleving. Om
voldoende maatschappelijke acceptatie te verwerven, verwacht ik bij de bouw van megastallen
en -bedrijven een extra 'plus' voor aspecten als milieu en dierenwelzijn. De
concrete uitwerking kan van geval tot geval verschillen.
Het kabinet zet in op de omschakeling naar een duurzame productie en consumptie van
zowel dierlijke als plantaardige eiwitten. De inzet van het kabinet is weergegeven in de
beleidsbrief Landbouw, rurale bedrijvigheid en voedselzekerheid van 8 mei 2008 (31 250,
nr. 14) en de brief van 27 mei 2008 over de Nederlandse inzet bij de High Level Conference
van de FAO op 4 juni 2008 (31200 XIV, nr. 219).
7
Kunt u uiteenzetten waarom u vestiging in Nederland mogelijk maakt voor megabedrijven
die grote hoeveelheden voer aankopen uit gebieden waar illegale houtkap plaatsvindt,
waar schuldslavernij voorkomt en waar mensen worden verdreven van hun land voor de
verbouw van veevoer?
In mijn brieven aan de Tweede Kamer van 6 juni 2007 (30 800 XIV, nr. 106)) en van
6 juni 2008 (31 200 XIV, nr. 223) ben ik uitgebreid ingegaan op de mogelijke gevolgen van
de uitbreiding van de sojateelt in Zuid-Amerika ten behoeve van onder andere de
productie van veevoergrondstoffen en de activiteiten die Nederland ontplooit om de
negatieve effecten daarvan te verminderen. Overigens merk ik op dat vanwege de
productierechten (dierrechten, melkquotum) de totale omvang van de veestapel in
Nederland is begrensd. De ontwikkeling naar grote veehouderijbedrijven is op dit moment
alleen mogelijk door een herallocatie van productierechten. De aangehaalde mogelijke
internationale effecten en de door het kabinet ingezette aanpak staan geheel los van de
schaalvergroting in de Nederlandse veehouderij.
8
Bent u bereid een moratorium in te stellen op de bouw van megastallen zolang geen
helderheid bestaat over de duurzaamheidscriteria en dierenwelzijnscriteria die aan
dergelijke stalsystemen gesteld worden? Zo ja, op welke termijn en wijze? Zo neen,
waarom niet?
Gelet op bovenstaande zie ik hier geen enkele aanleiding toe.
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,
G. Verburg
1) Agriholland 16 juni 2008
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit