Port of Rotterdam
Hoogfrequent spoorvervoer voor zeehavens
05-09-2008
De Havenbedrijven van Amsterdam en Rotterdam hebben gezamenlijk minister Eurlings' aandacht gevraagd voor het hoogfrequent goederenvervoer per spoor. Per brief reageren zij op het 'Programma Hoogfrequent Spoorvervoer' en de hieraan gerelateerde investeringen voor de periode 2013-2020. De havens stellen dat door gerichte investeringen zowel het vervoer van goederen als dat van personen voldoende capaciteit kan krijgen.
De Havenbedrijven vragen concreet aandacht voor:
* Projecten: met voorrang uitvoeren van o.a. een nieuw railemplacement bij de Aziëhavenweg, een 2e aansluiting van het havenspoor op het nationale spoor en het viersporig maken van de verbinding Utrecht-Geldermalsen-Den Bosch (aansluiting Betuweroute), aanpassing van Kijfhoek, railaansluitingen bij de Tweede Maasvlakte en een toekomstvaste oplossing voor de Calandbrug.
* Prioriteitstelling: de programma's voor de railontwikkeling binnen havengebieden opnemen als integrale onderdelen van het Programma voor een heldere prioriteitstelling in de uitvoering.
* Knelpunten wegnemen: voorkomen van het 'kopmaken', van vermijdbare stops en van toekomstige knelpunten door oprukkende woningbouw, 'stroomeilanden' wegnemen, vlotte grenspassages mogelijk maken evenals tijdige realisatie van internationale aansluitingen, zoals met Duitsland (derde spoor) en op de Genua-corridor.
Toekomstvaste routering
De Havenbedrijven zijn verheugd dat het Programma uitwerking geeft aan een toekomstvaste routering voor het goederenvervoer. Gerichte investeringen kunnen zowel het goederenvervoer als dat van personen voldoende capaciteit bieden. Voor goederen is zo een doorgroei mogelijk van 43 miljoen ton in 2007 naar 80 à 90 miljoen ton in 2020. De groei wordt in belangrijke mate opgevangen door de Betuweroute, maar deze kan niet alle vertrek- en bestemmingsplaatsen afwikkelen. De Havenbedrijven willen daarom een routestrategie die tevens goede en voldoende treinpaden via omliggende railnetwerken mogelijk maakt.
Belang zeehavens
De zeehavengebieden maken momenteel een sterke ontwikkeling door. In Zeehavens Amsterdam steeg de overslag in 2007 met 4% tot 87,8 miljoen ton en in Rotterdam met 6.6% tot 407 mln. ton. De sterke ontwikkeling is van groot belang voor de nationale economie, juist ook in termen van werkgelegenheid en rijksfinanciën: de toegevoegde waarde van alle zeehavenactiviteiten is in 2006 gestegen tot 33.4 mld euro, goed voor 6.6% van het BBP (Rebel Advisory Group en Buck Consultants International, 2008). De havens van Amsterdam en Rotterdam hebben samen een marktaandeel van ruim 40% in Noordwest-Europa.
Het potentieel van de haveneconomieën in het licht van de toenemende mondialisering vergt een toekomstgerichte aanpak. Daarbij moeten alle modaliteiten maximaal benut worden.
© Havenbedrijf Rotterdam N.V.