en Kant over de situatie op de arbeidsmarkt voor huishoudelijke hulp
in de thuiszorg
Antwoorden op kamervragen van Leijten en Kant over de situatie op de
arbeidsmarkt voor huishoudelijke hulp in de thuiszorg
Kamerstuk, 5 september 2008
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
DMO-K-U-2863514
5 september 2008
Antwoorden van staatssecretaris Bussemaker op de vragen van de
kamerleden Leijten en Kant (beiden SP) over de situatie op de
arbeidsmarkt voor huishoudelijke hulp in de thuiszorg (2070824590).
Vraag 1
In hoeverre steunt u de werkers in de thuiszorg en kan het personeel
van Groenekruis/Domicura uw hulp verwachten? 1)
Antwoord 1
Zoals ik gezegd heb tijdens het Algemeen Overleg over de Wmo van 11
juni jongstleden en het voortgezet Algemeen Overleg van 25 juni vind
ik het onwenselijk dat medewerkers ineens voor een lager salaris
hetzelfde werk moeten doen. De verantwoordelijkheid voor deze
thematiek ligt echter primair bij de sociale partners, zoals in de
voetnoot ook terecht wordt gesteld. Ik heb toegezegd dat ik een
onderzoek laat uitvoeren naar de tarieven in de thuiszorg, waarbij ik
ook zal ingaan op verschuivingen in de tarieven aan de onderkant en de
bovenkant van de thuiszorg, en dat ik deze problematiek bij de
betrokken partijen onder de aandacht zal brengen.
Vraag 2
Wat is uw reactie op de ontwikkeling dat de huishoudelijke zorg van de
Evean Groep door een schoonmaakbedrijf uitgevoerd gaat worden omdat
dit geen lijfgebonden zorg is? 2)
Antwoord 2
Voorop staat voor mij dat de gemeente voldoet aan haar
compensatieplicht. Als een instelling of een bedrijf vervolgens
voldoet aan de kwaliteitseisen die de gemeente heeft gesteld, kan elk
bedrijf in principe in aanmerking komen voor een overeenkomst met de
gemeente. Betreffende organisatie zal ook moeten voldoen aan het
kwaliteitskader dat momenteel onder leiding van de IGZ voor de hulp
bij het huishouden wordt opgesteld. Dat is voor alle bedrijven en
instellingen die huishoudelijke hulp leveren van toepassing. Dus ook
voor schoonmaakbedrijven die Wmo-hulp bieden.
Vraag 3
Blijven de medewerkers van Evean, die voorheen werden ingezet in de
huishoudelijke zorg, in dienst bij Evean of komen zij in dienst van de
Asito Dienstengroep? Om hoeveel medewerkers gaat het? Is er
achteruitgang in de arbeidsvoorwaarden door deze wisseling van
werkgever?
Antwoord 3
U vraagt mij naar zaken die in het kader van de Wmo door gemeenten via
aanbesteding zijn uitbesteed bij privaatrechtelijke aanbieders. Het is
derhalve een aangelegenheid die buiten mijn verantwoordelijkheid valt.
Vraag 4
Bent u van mening dat de werknemers minimaal hetzelfde salaris en
dezelfde arbeidsvoorwaarden dienen te behouden? Zo ja, welke acties
bent u bereid te ondernemen om deze mensen te beschermen tegen deze
verslechtering van inkomen en arbeidsvoorwaarden?
Vraag 5
Deelt u de mening dat het ongewenst is dat de huidige thuiszorghulpen,
die zijn ingeschaald in FWG 15, gedwongen worden het zelfde werk te
doen in een lagere loonschaal? 2) Zo ja, wat gaat u ondernemen om deze
demotie tegen te gaan? Zo neen, bent u van mening dat dit zorgvuldig
arbeidsmarktbeleid is voor de zorgsector?
Vraag 6
Bent u van mening dat er wet- en regelgeving ten aanzien van het
naleven van de CAO wordt geschonden, wanneer mensen in andere
contracten en ander werk worden gedwongen? Zo ja, wat gaat u hier aan
doen? Zo neen, waarom niet?
Vraag 7
Kunnen vakbonden in deze genoeg betekenen voor de werkers in de
huishoudelijke zorg? Hoe is de organisatiegraad van deze werkers? Is
het reëel aan te nemen dat de vakbonden in deze sector genoeg
slagkracht hebben, gezien het feit dat de organisatiegraad van de
werkers laag is? Zo ja, waarom? Zo neen, welke steun kunt u naast de
subsidieregeling aan deze groep werkers in de zorg bieden op het
gebied van bescherming van arbeidsvoorwaarden, inhoud van de functie
en de werkgelegenheid?
Antwoord 4, 5, 6, 7
De vragen die u mij stelt, liggen op het terrein van het arbeidsrecht.
In dat deel van het recht is veel regelgeving gecreëerd, ondermeer om
te voorzien in de omstandigheden waar u in uw vragen aan refereert. In
dit geval gaat het vooral om de vraag of in de CAO vastgelegde
afspraken al dan niet worden nageleefd.
Het is, op grond van de regelgeving in het arbeidsrecht, primair aan
de betrokken werkgevers en werknemers, die zich desgewenst laten
bijstaan of vertegenwoordigen door hun belangenbehartigers (voor
werknemers bijvoorbeeld hun vakbonden), om deze kwesties in onderling
overleg naar aller tevredenheid op te lossen. Indien zij geen
oplossing in overleg tot stand weten te brengen, hebben zij de
mogelijkheid daarvoor naar de rechter te gaan. Soms voorzien CAO's ook
in de mogelijkheid om een andersoortige arbiter in te schakelen. Dat
is hier in ieder geval zo voor vraagstukken rondom de toepassing van
functiewaardering.
Een inhoudelijke (detail) bemoeienis van een bewindspersoon is hier
niet passend.
Wat ik wél kan doen, zal ik natuurlijk niet nalaten. Uiteraard blijf
ik - net zoals ik tot nu toe altijd heb gedaan - in al mijn relevante
overleggen alle partijen aanspreken op hun verantwoordelijkheden in
deze. Naast alle flankerende maatregelen in het kader van de Wmo,
waarover u in de 3de voortgangsrapportage bent geïnformeerd, geef ik
uitvoering aan het actieplan dat de minister en ik in de
Arbeidsmarktbrief 2007 (TK 2007-2008, 29282, nr. 46) hebben
opgeschreven.
Vraag 8
Deelt u de mening dat het een ongewenste ontwikkeling is dat
schoonmaakbedrijven zich in de directe zorg aan mensen met een
beperking begeven, zolang er nog geen duidelijkheid is over het
kwaliteitskader verantwoorde zorg, en dus de schoonmaakbedrijven en
gemeenten -maar ook de Inspectie - geen enkele richtlijn hebben
betreffende de eisen waaraan de zorg op kwaliteitsgebied moet voldoen?
In hoeverre en volgens welke normen kan de Inspectie nu toezicht
houden op zorg die door schoonmaakbedrijven geleverd wordt?
Antwoord 8
Nee, deze mening deel ik niet. Indien nodig kan de Inspectie ook nu
al, bij incidenten, controles uitvoeren en optreden. De huishoudelijke
hulp in het kader van de Wmo valt onder de Kwaliteitswet. Een gemeente
geeft in het bestek van eisen voorts haar kwaliteitseisen aan. Zoals
uit onderzoek van Research voor Beleid naar de aanbestedingen
(Research voor Beleid 2007) blijkt hebben gemeenten veel
kwaliteitseisen opgenomen en naast prijs ook de kwaliteit zwaar mee
hebben laten tellen. Als een schoonmaakbedrijf personeel in dienst
heeft dat kan voldoen aan deze eisen, kunnen zij de hulp bij
huishouden leveren. Een gemeente is dan ook in eerste instantie
verantwoordelijk voor de controle op de geleverde kwaliteit. Overigens
zie ik inhoudelijk interessante opties waar de hulp bij het huishouden
wordt gekoppeld aan welzijnswerk.
Vraag 9
Erkent u dat voor huishoudelijke ondersteuning van mensen met een
beperking, die maakt dat zij niet in staat zijn zelf hun huis schoon
te maken, naast praktische vaardigheden en kennis op hygiënisch gebied
ook kennis en vaardigheden vereist is op het gebied van sociaal-
emotionele ondersteuning, en op het gebied van signalering van
verslechtering van het sociale, psychische en/of lichamelijk welzijn
van de cliënt? Zo ja, bent u van mening dat mensen daarvoor een
opleiding dienen te hebben gevolgd? Zo neen, waarom niet?
Antwoord 9
Bij de aanvraag van een voorziening beziet de gemeente welke
compensatie de burger nodig heeft. Afhankelijk van de beperking kan
dit beperkt worden tot puur schoonhouden van het huis of een bredere
vorm van huishoudelijke hulp. Afhankelijk van het besluit van de
gemeente wordt hulp ingezet. Het resultaat hiervan is te vinden in de
beschikking op de aanvraag.
Bij huishoudelijke hulp is het schoonhouden van de omgeving van de
cliënt de belangrijkste taak. Daarnaast signaleert de medewerker
onveilige situaties en knelpunten in het huishouden en eventuele
veranderingen in de wijze waarop de klant in staat is tot het voeren
van zijn eigen huishouden. Omdat de huishoudelijke hulp plaatsvindt in
de privé-situatie van de cliënt, zijn cliëntgerichtheid en een
respectvolle bejegening belangrijke competenties.
Vraag 10
Erkent u dat mensen, die worden ingezet om kantoren en gebouwen schoon
te houden niet zonder meer ook kunnen worden ingezet in de
huishoudelijke zorg thuis bij mensen met een beperking? Zo ja, welke
maatregelen gaat u treffen om er voor te zorgen dat mensen met een
beperking die gecompenseerd worden op het gebied van huishoudelijke
zorg verzekerd zijn dat deze zorg wordt gegeven door gekwalificeerde
zorgverleners? Zo neen, waarom niet?
Vraag 11
Wat is de reactie van de gemeenten waar Evean huishoudelijke zorg
levert? Is het binnen de aanbestedingsregels mogelijk om tussentijds
de uitvoering van de gegunde aanbesteding door een ander bedrijf te
laten uitvoeren? Wat heeft dit voor gevolgen voor de kwaliteit van de
huishoudelijke zorg?
Antwoord 10 en 11
Als mensen, die oorspronkelijk zijn ingezet bij het schoonhouden van
kantoren, voldoen aan de kwaliteitseisen die gesteld zijn voor hulp
bij het huishouden, kunnen deze mensen ook heel goed in de thuiszorg
werken. Daar waar er goede afspraken liggen over de kwaliteit van de
hulp bij het huishouden, denk ik dat dit een prima manier is om te
zorgen dat mensen hulp bij het huishouden krijgen. De gemeente is de
eerstverantwoordelijke om toe te zien op de kwaliteit en maakt
daarvoor afspraken in haar contract. Afhankelijk van de afspraken die
contractueel zijn vastgelegd kunnen activiteiten door derden
(onderaannemers) worden uitgevoerd. De kwaliteitseisen die gemeenten
in hun contracten hebben afgesproken gelden onverkort voor de hulp
geboden door onderaannemers.
Vraag 12
Bent u bereid, nu steeds meer schoonmaakbedrijven zich op de thuiszorg
gaan richten, alsnog de kwaliteiteisen die gemeenten aan de
huishoudelijke zorg stellen aan te scherpen? Zo ja, wanneer en hoe
gaat u dat doen? Zo neen, waarom niet?
Antwoord 12
In de Wmo is de verantwoordelijkheid voor de maatschappelijke
ondersteuning neergelegd bij gemeenten. Die verantwoordelijkheid omvat
ook het kwaliteitsbeleid (artikel 3, lid 4 Wmo). De kwaliteit van de
hulp bij het huishouden is dus gemeentelijke verantwoordelijkheid. De
Kwaliteitswet zorginstellingen is van toepassing verklaard op de hulp
bij het huishouden als gevolg waarvan deze vorm van maatschappelijke
ondersteuning valt onder het toezicht van de Inspectie voor de
Gezondheidszorg. Onder regie van de IGZ werken de veldpartijen
partijen momenteel aan een kwaliteitskader voor de huishoudelijke hulp
met daarin de kwaliteitseisen waarop de IGZ zal toezien. In mijn brief
aan de Tweede Kamer (TK 29538, nr. 87) d.d. 10 juli 2008 heb ik u
hierover geïnformeerd. Er wordt dus voldoende toegezien op kwaliteit.
1)
Zie het artikel op LimburgOnderneemt.nl.
citaat uit mail aan de SP:
"Men wil een joint-venture oprichten (of heeft dat al gedaan) met een
schoonmaakbedrijf (Vebego-Assit-Hago) waarin Groenekruis/Domicura een
meerderheidsbelang blijft houden,en alle thuishulpen terug worden
gezet in salaris. Voor mij betekent dit concreet dat mijn
basis-salaris van nu EUR 1229,19 bruto (Thuishulp A FWG 15) terug
gebracht wordt naar EUR 988,68 bruto met als functiebenaming
Huishoudelijke hulp en FWG 10.
Netto zal deze achteruitgang neerkomen op +/- EUR 250,- a EUR 300,-
per maand.
Ik wil mij beroepen op het de volgende Europese richtlijn om het
onheil af te wenden voor mij,maar zeker ook voor mijn collega's.
De nieuwe baas (de overnemer) mag het loon niet verminderen. Dit is
een gevolg van een nationale collectieve arbeidsovereenkomst (cao) die
op zich de uitvoering was van een Europese richtlijn. Deze cao 32 bis
regelt de sociaalrechtelijke gevolgen van een overname.
De toepassing van cao nr.32 bis betekent de overname van de
individuele arbeidsovereenkomst sensu lato: d.w.z de schriftelijke of
mondelinge arbeidsovereenkomst aangevuld met alle addenda,
dienstnota's, schriftelijke of mondelinge afspraken, gewoonten en
gebruiken in de staat waarin zij zich bevindt.
Concreet: alle loon- en arbeidsvoorwaarden worden mee overgenomen door
het nieuwe of nieuw op te richten bedrijf.
In hoeverre kunnen wij als personeel van Groenekruis/Domicura hulp
verwachten van de politiek in het algemeen en de SP in het bijzonder?
P.s
Men wil (dwingend) deze salariswijziging al per 1-08-2008 laten
ingaan,terwijl de huidige Cao nog loopt tot 1-10-2008
2)
Zie het artikel 'Espria gaat brede samenwerking aan met Asito
Dienstengroep' op de website van Evean .
Op intranet Evean:
Brede samenwerking tussen Espria en Asito Dienstverlening20/6/2008
Harderwijk - 19 juni 2008>
Woonzorgconcern Espria gaat samenwerken met facilitair dienstverlener
Asito Dienstengroep.
De organisaties gaan op twee terreinen samenwerken: in de thuiszorg en
in> de facilitaire dienstverlening.In de thuiszorg gaat
Espria-dochter Evean Groep samen met Asito Dienstengroep
huishoudelijke verzorging leveren. Deze zorg valt onder de Wmo. Het
nieuwe bedrijf neemt daarbij de niet-lijfgebonden zorg(schoonmaken) op
zich, Evean Groep blijft verantwoordelijk voor de lijfgebonden zorg
(verzorging van de klant). Asito en Evean Groep participeren beiden in
deze joint venture. Beide partijen zijn gericht op afstemming van de
zorg in de keten.Daarnaast creëren Espria en Asito samen een
facilitair bedrijf, dat de optimalisering van de facilitaire processen
in de gebouwen van Espria,zowel verpleeg- en verzorgingshuizen als
kantoren, ter hand zal nemen. Het gaat daarbij om taken als
schoonmaak, beveiliging, catering en aanverwante facilitaire diensten.
De reden voor deze samenwerking met Asito Dienstverlening komt voort
uit de ontwikkelingen in de zorg.
Samenwerking met een marktpartij als Asito is naar de mening van de
Raad van Bestuur de beste mogelijkheid om in de toekomst de
bestaanszekerheid van het HV-bedrijf en de kwaliteit van de
dienstverlening te blijven garanderen. De huishoudelijke verzorging
zal een onderdeel blijven uitmaken van het totale productenpakket
binnen Evean Groep. Door de bundeling van kwaliteiten van een
zorgconcern en een facilitair dienstverlener wordt de zorg
efficiënter, blijft de kwaliteit gegarandeerd en zijn er volop
(financiële) mogelijkheden voor innovatie. Uitbesteding en
netwerkvorming van publiek en privaat is daarvoor een noodzakelijk. In
verschillende Europese landen, bijvoorbeeld in Scandinavië, is een
dergelijke ontwikkeling al langer gaande: ondersteunende facilitaire
diensten worden uitbesteed aan gespecialiseerde partijen. Zo kunnen
alle partijen zich concentreren op die zaken waar zij goed in zijn.
Bij de Centrale Ondernemingsraad van Evean Groep is een adviesaanvraag
ingediend en deze week leggen Evean Groep en Asito Dienstverlening de
plannen voor aan de Nederlandse Mededingingsautoriteit. Alle gemeenten
waarmee Thuishulp Nederland een contract heeft afgesloten in het kader
van de Wmo, worden de aankomende dagen geïnformeerd over dit
voornemen. Asito Dienstengroep is via Asito actief in facilitaire
dienstverlening, via Personality en Timing actief in HR solutions en
via Thuiszorgservice Nederland in de (huishoudelijke) zorg. De Asito
Dienstengroep biedt werk aan circa 50.000 mensen.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport