Gemeenten verantwoordelijk voor vergunningverlening en handhaving
05.09.2008
De VNG pleit voor een complete herziening van het huidige stelsel van
vergunningverlening, toezicht en handhaving en het interbestuurlijk
toezicht daarop. De komst van de WABO (Wet Algemene Bepaling
Omgevingsrecht) is de kans om de kwaliteit van de gemeentelijke
dienstverlening en de handhaving te verbeteren. Gisteren heeft de VNG
haar voorstel voor verdere professionalisering van de
vergunningverlening en handhaving gepresenteerd aan Minister Cramer.
De VNG wil hiermee haar bijdrage leveren aan het maatschappelijke
debat.
De VNG stelt voor het gewenste kwaliteitsniveau van de gemeentelijk
vergunningverlening en handhaving wettelijk vast te leggen. Dit
betreft zowel de wijze waarop taken moeten worden uitgevoerd
(inhoudelijke eisen), de inrichting van de activiteiten (proceseisen)
als de kritieke massa (eisen aan de beschikbaarheid van voldoende
deskundig personeel). De kwaliteitseisen garanderen een eenduidige en
transparante uitvoering van taken door alle gemeenten.
Ook een structuurwijziging is nodig om de professionalisering van
gemeenten te vergroten. De wettelijke kwaliteitseisen voor een de
beschikbaarheid van voldoende deskundig personeel leidt ertoe dat
gemeenten op eigen initiatief robuuste regionale
uitvoeringsorganisaties opzetten. De gemeentebesturen moeten echter
zelf verantwoordelijk zijn voor een juiste afweging over vorm en
schaalgrootte van de organisatie. Bestuurskracht bewijst zich in de
praktijk. Het is de uitdaging voor het rijk om los te laten en
vertrouwen te hebben in het organisatietalent van gemeenten. Bij de
vorming van de veiligheidsregios hebben gemeenten bewezen dat ze dit
vertrouwen verdienen.
Voor bedrijven en burgers moet duidelijk zijn waar ze terecht kunnen
voor hun vergunningen. De VNG stelt voor om alle bevoegdheden over de
uitvoering van de leefomgevingstaken in handen te leggen van één
bestuurslaag: de gemeente. Decentralisatie van taken naar gemeenten
blijkt goed mogelijk te zijn. De praktijk bij de Wet werk en bijstand
en de Wet maatschappelijk ondersteuning, waarbij een soort gelijke
aanpak is gevolgd bewijst dat gemeenten deze verantwoordelijkheden
aankunnen. Het Rijk blijft systeemverantwoordelijk. Controle op de
gemeente wordt in eerste instantie gedaan door de gemeenteraad. Dit is
het zogenaamde horizontale toezicht. Het interbestuurlijk toezicht
wordt uitgevoerd door de provincie. Deze bevoegdheidsverdeling sluit
aan bij het rapport van de commissie Oosting.
Vereniging Nederlandse Gemeenten