Mobiele telefonie in Afrika vooral gunstig voor kleine steden
Telefoon met benen
Telefon jom koyde. De telefoon die benen heeft gekregen. Zo
heet de mobiele telefoon in het Fulfulde dat gesproken wordt in
Bamenda, Kameroen. De groei van de mobiele telefonie is de
laatste jaren enorm gegroeid, sinds de markt voor
telecommunicatie onder druk van de WTO is geliberaliseerd: van
één telefoon op 30 mensen rond 2000 tot één op de drie in 2008.
Vooral de afgelopen twee jaar was de groei exponentieel.
Niet zo gek dat telefoonmaatschappijen antropologen inhuren om
die groeimarkt te verkennen. `Ze hebben mij ook wel gevraagd om
onderzoek te doen,' zegt De Bruijn. `Ze willen het apparaat
aanpassen aan de eisen van Afrika. Ze willen dus weten wat er
echt gebeurt.'
Nomaden
Maar juist in de marges van Afrika, de nomadengebieden die door
de overheid genegeerd worden en dus nauwelijks infrastructuur
hebben, zou de mobiele telefonie wel eens voor grote
veranderingen kunnen zorgen, denkt ze. De komende vijf jaar
gaat ze het onderzoeken, samen met medeonderzoekers, PhD- en
masterstudenten, in het kader van een groot onderzoeksproject,
gefinancierd door NWO. Kameroen, Mali, Tsjaad, Angola en Soedan
zijn de landen waar zij en haar collega's en studenten
neerstrijken.
Straatkinderen
Ze was eraan toe. `Als antropoloog zat ik heel sterk in de
Development Studies. Ik heb me altijd beziggehouden met
marginale groepen: met nomaden, oorlogsmigranten,
straatkinderen, armoede. Een paar jaar geleden merkte ik dat ik
daar zelf een beetje getraumatiseerd van raakte. Ik was altijd
met mensen aan het praten over de problematische kant.
Natuurlijk, het leven is ook niet makkelijk, maar dat praten
erover biedt de oplossing niet. De mobiele telefonie is er
sinds een jaar of twee, drie. Ik doe al twintig jaar onderzoek
in Kameroen, Mali en Tsjaad. Ik ken de mensen. En ik zie hun
wereld veranderen. Ik zie dat de mobiele communicatie hun
kansen biedt, zonder dat de staat daar iets mee te maken
heeft.'
Afbeelding: Prof.dr. Mirjam de Bruijn
Voor 30 cent bellen
`Je moet je niet voorstellen dat iedere herder een mobiele
telefoon heeft', zegt ze. `Hoe gaat het? Eén persoon in een
gemeenschap verkoopt een koe, en koopt een telefoon. En er
lopen mensen met mobiele telefoons over straat, die je even
kunt huren. Je ziet bijvoorbeeld een vrouw met een kind. Voor
het equivalent van 30 eurocent kun je bij haar bellen. Zo'n
vrouw heeft een telefoon vol met krediet van een company. Die
heeft er eigen kapitaal ingestopt, en heeft overal mensen
rondlopen met een telefoon. Voor iedereen zit er een beetje
winst in. Die vrouw houdt aan ieder gesprek twee eurocent over,
genoeg om die week een pakje rijst te kopen. Ik heb het nog
niet goed in kaart, maar de marginale arme mensen raken wel
degelijk beïnvloed door de telefoon.'
Arabisch
`Mensen gaan ook anders nadenken over de wereld. Er wás geen
telefoon, er was geen briefpapier. Mensen die niet lezen, niets
van cijfers weten, gaan nu opeens sms'en. Wat betekent dat voor
het verlangen om echt te gaan lezen? Wat betekent het voor de
kleine man dat communicatie over stakingen en protesten steeds
meer via de mobiele telefoon gaat? En wat betekent de nieuwe
communicatietechnologie voor de identiteit van marginale
groepen? Een van onze research masterstudenten is taalkundige,
en doet onderzoek naar sms-taal bij de Nuba in Soedan. Dat is
een zeer gespleten samenleving, en de Nuba zijn gedwongen
gearabiseerd. Hun telefoons komen uit het noorden, en werken in
het Arabisch. Het Nuba zelf wordt niet geschreven. De
Nuba-jeugd gaat dus in het Arabisch sms'en en contacten
uitwisselen. Wat doet dat met hun identiteit?'
Kleine steden
Vooral voor de kleine steden ziet het ernaar uit dat de mobiele
telefonie een economische verschuiving teweeg brengt. `Jonge
gezinnen schuiven op richting stad. Ze zoeken de elektriciteit,
het gemak van de communicatie, vinden er werk in.' In de grote
steden is de komst van mobiele telefoon geen revolutionaire
verschuiving, maar een vervanging van wat er al was. `Daar
krijgen de mensen de mooiste toestellen opgestuurd, en gaat het
vaak om status. Je ziet er veel parallellen met onze eigen
samenleving; de jeugd is erg gevoelig voor mooie modellen, en
oudere mensen zien een mobiele telefoon gewoon als een handig
gebruiksartikel.'
Benauwend
De mobiele communicatietechnologie geeft ook een stuk
gemakkelijker toegang tot communicatie met de diaspora, vertelt
De Bruijn. Veel Kameroenezen hebben zich over de hele wereld
verspreid. `De diaspora krijgt een heel nieuwe dimensie. De
mensen die weg zijn ervaren het vaak als benauwend. Ze wilden
weg, maar zijn nu toch niet echt weg. Maar voor de
achterblijvers gaat er een nieuwe wereld open.'
Nieuw nieuw nieuw!
Toch moet je uitkijken met roepen van "nieuw, nieuw, nieuw!",
nuanceert ze. `De wereld van de Development Studies heeft nogal
de neiging om juichend te doen over de ontwikkelingen. Maar hoe
nieuw is het? Nomaden zijn mobiel. En mobiel zijn betekent
communicatie. Er kwam altijd wel iemand langs met nieuws. Ik
zie dat er veel uitwisseling was, er was een goede
nieuwsvoorziening. Die focus vind ik heel leuk. Uit eerder
onderzoek had ik dat eigenlijk zelf ook nooit zo gezien.
Mobiele mensen, dat zijn vaak arme mensen. Die zoeken elders
werk. Vaak wordt gedacht: armoede sluit af, leidt tot
isolement. Maar is dat wel zo? Hier willen we meer precieze
informatie over hebben.'
Afbeelding: Bamenda, Kameroen. Jongeman van het platteland
verkoopt `beltijd' in de stad.
Area Studies
Vijf jaar heeft Mirjam de Bruijn gekregen om als bijzonder
hoogleraar Afrikanistiek het onderzoek en onderwijs over Afrika
binnen de universiteit te bundelen binnen het nieuwe instituut
voor Area Studies van de - eveneens nieuwe - faculteit der
Geesteswetenschappen. `Maar eigenlijk wil ik het drie jaar al
wel laten draaien.'
Politiek statement
De Bruijn is geen nieuweling in Leiden; sinds 2001 is ze al
verbonden aan het Afrika-Studiecentrum, hét - zelfstandige -
onderzoekscentrum in Nederland over Afrika, dat in Leiden is
gevestigd. De Bruijn: `Ik schoof al steeds meer op richting
universiteit, ben bijvoorbeeld al directeur van de Research
Master African Studies, een samenwerking van de universiteit en
het Afrika-Studiecentrum. Ik ben blij met dit hoogleraarschap.
Het helpt me om de brug met het Afrika Studiecentrum te slaan.
En met Afrikaanse universiteiten. Ik neem Afrikaanse studenten
aan als PhD's. Dat is niet de gemakkelijkste weg;
universiteiten in de Sahellanden zijn niet de beste van de
wereld. Maar het is wel heel belangrijk. Een leerstoel
Afrikanistiek is en blijft óók een politiek statement.'
________________________
De telefoon heeft benen gekregen. Mobiele communicatie en sociale
verandering in de marges van Afrika
Oratie prof.dr. Mirjam de Bruijn, hoogleraar Afrikanistiek,
i.h.b. de contemporaine geschiedenis en antropologie van West-
en Centraal-Afrika
Vrijdag 5 september 2008 16.00 uur
Plaats: Groot Auditorium, Academiegebouw, Rapenburg 73 te
Leiden
________________________
Prof.dr. M.E. de Bruijn
Mirjam de Bruijn promoveerde in 1995 cum laude op een studie
naar nomadische samenlevingen en droogte in de Sahel, centraal
Mali. Sindsdien kreeg ze verschillende financieringen voor
onderzoek naar mobiliteit en verandering in de droge gebieden
van West-Afrika en naar klimaatsverandering. In 2002 begon ze
een onderzoeksproject naar lokale percepties en praktijken van
conflict en oorlog in Tsjaad. Sinds 2005 coördineert ze een
onderzoeksprogramma naar lokale dynamiek van conflict in
West-Afrika. Sinds 2001 werkt De Bruijn als senior onderzoeker
bij het Afrika-Studiecentrum in Leiden. Ze werd in 2002 lid van
het Management Team en hoofd van een van de onderzoeksgroepen.
Ze is directeur van de Research Master `African Studies' van de
Universiteit Leiden. Sinds juni 2007 is ze bijzonder hoogleraar
in Leiden. In 2008 startte ze met een financiering van
NWO/Wotro het onderzoeksproject naar Communicatie, Mobiliteit
en Marginaliteit in verschillende landen in Afrika. Haar
onderzoek concentreert zich op de wijze waarop mensen in de
meer afgelegen regionen van de wereld hun leven inrichten en
veranderen. Daarbij zijn mobiliteit, nomadisme, onzekerheid en
`agency' belangrijke thema's.
Links:
Mirjam de Bruijn
Afrika Studiecentrum
Research Master African Studies
Verwante artikelen Universitaire Nieuwsbrief
Van musketten tot mobieltjes (8 januari 2008)
Afrika voor de wetenschap geen verloren continent (23 oktober
2007)
Mirjam de Bruijn benoemd tot hoogleraar in de contemporaine
geschiedenis van West- en Centraal-Afrika (28 augustus 2007)
Kuifje in Afrika ( 20 december 2005)
(2 september 2008/HP)
2/9/2008
Universiteit Leiden