Gemeente Voerendaal
\ 4/9/2008 - Kwaliteit Kinderopvang in Voerendaal
Op 1 januari 2005 is de Wet Kinderopvang in werking getreden. De
kwaliteitseisen in deze wet en de beleidsregels m.b.t. de kwaliteit
van kinderopvang zijn toen in de plaats gekomen van de gemeentelijke
Verordening Kinderopvang.
In de wet staan een aantal concrete en een aantal globale eisen. Deze
eisen zijn nader uitgewerkt in beleidsregels. Duidelijker dan voorheen
ligt de verantwoordelijkheid voor de kwaliteit in de kinderopvang bij
de houders en de ouders. De houders zijn primair verantwoordelijk voor
het bieden van verantwoorde kinderopvang. De ouders zijn
vertegenwoordigd in oudercommissies.
Volgens de Wet Kinderopvang is het college van burgemeester en
wethouders van de gemeente verantwoordelijk voor toezicht op en
handhaving van de kwaliteit van gastouderbureaus en kindercentra. Het
college moet er voor zorgen dat de wet en regelgeving op het terrein
van de kinderopvang worden nageleefd.
Het nieuwe handhavingsprotocol en -beleid is opgesteld om:
1. Te voorkomen dat er voor elke overtreding een intensief
sanctietraject moet worden gestart;
2. Alle betrokkenen duidelijkheid te verstrekken op welke wijze wordt
gehandhaafd bij overtredingen;
3. Inzicht te verschaffen over de hoogte van de bestuurlijke boetes.
In de Wet is bepaald dat de GGD de kwaliteitsbewaking uitvoert.
De toezichthouder van de GGD controleert bij aanmelding, daarna
jaarlijks en incidenteel of de kindercentra en gastouderbureaus
voldoen aan de wettelijke kwaliteitseisen. Als het kindercentrum niet
of in onvoldoende mate voldoet aan de wettelijke kwaliteitseisen moet
het college van B&W van de gemeente overgaan tot ingrijpen. Het
ingrijpen varieert van het geven van een schriftelijke aanwijzing via
een bestuurlijke boete tot en met een verbod om het kindercentrum in
exploitatie te nemen of houden.
Het Handhavingsprotocol en -beleid kinderopvang gemeente Voerendaal
2008 2011 ligt ter inzage in de leeskamer van het gemeentehuis.