Waterschap Roer & Overmaas


in Limburg

Presterende waterschappen in Limburg

Terugblik op bestuurlijke periode 2004-2008

In opdracht van de Limburgse waterschappen Roer en Overmaas en Peel en Maasvallei heeft het bureau DHV een terugblik uitgevoerd op de bestuursperiode 2004 - 2008 van de waterschappen. Op hoofdlijnen luidt de conclusie dat er veel gebeurt en er veel goed gaat. De Limburgse waterschappen hebben de waterschapstaken adequaat en passend bij de typische kenmerken van hun werkgebied opgepakt en zetten zich in voor de waterbelangen.

De huidige besturen wilden inzicht in hoeverre zij hun ambities en doelen de afgelopen vier jaar hebben bereikt. En ze wilden hun prestaties meten, ook in vergelijking met andere waterschappen in Nederland. De aanbevelingen geven ze mee aan de nieuwe Algemene Besturen die na de verkiezingen van november dit jaar aantreden voor 2009 - 2013. Het onderzoek vond plaats in de vorm van een zogenaamde quick scan. Er is gebruik gemaakt van bestaande documenten en interviews met derden. Hierdoor hebben de waterschappen een blik van buiten naar binnen gekregen.

Groter oor
De waterschappen staan volgens het rapport te boek als vakkundig, degelijk, professioneel en gedreven organisaties. Partners zoals de Provincie Limburg, gemeenten, bedrijven, Waterleiding Maatschappij Limburg, Rijkswaterstaat, andere waterschappen, de Unie van waterschappen en de Limburgse Land- en Tuinbouw Bond, ervaren de samenwerking met de waterschappen op zich als prettig, maar vinden de houding van de waterschappen weinig soepel. De waterschappen moeten volgens hen een groter oor voor de omgeving hebben.

Kosten
De taken van de waterschappen zijn in de afgelopen bestuursperiode toegenomen door bijvoorbeeld de voorbereiding op de klimaatverandering en de nieuwe grondwatertaken. Toch is de kostenstijging beperkt gebleven tot gemiddeld 1,75 % per jaar bij Roer en Overmaas en 2,5 % bij Peel en Maasvallei. Voor beiden geldt dat dit lager is dan de gemiddelde kostenstijging van waterschappen in Nederland. Derden zien de beide Limburgse waterschappen ook als efficiënt en kostenbewust.

Duurzaam en bedrijfsmatig
Duurzaamheid is ook een aandachtspunt voor de waterschappen. De duurzame inrichting van beken is een gegeven binnen de waterschappen, maar bijvoorbeeld duurzaam inkopen kan nog meer aandacht krijgen, aldus het rapport. Daarentegen is de CO2 footprint in vergelijking met andere waterschappen in Nederland laag, hetgeen positief is.

In de rapportage is ook het gezamenlijke Waterschapsbedrijf Limburg betrokken. Deze organisatie verzorgt de belastingheffing en rioolwaterzuivering voor de beide waterschappen. Deze dochterorganisatie heeft zich bedrijfsmatig goed ontwikkeld; de interne bedrijfsvoering doorontwikkeld en het laboratorium geprivatiseerd.

Profileren
Beide waterschappen vieren hun successen te weinig. Ze moeten volgens het rapport zich meer profileren als waterautoriteit of waterpartner. Beiden ontwikkelen namelijk succesvolle initiatieven die bij hun werkgebied passen. Zo zet Waterschap Roer en Overmaas zich in voor erosiebestrijding, verstrekt subsidie voor het afkoppelen van regenwater en werkt grensoverschrijdend. Denk concreet aan de terugkeer van de zalm in de Roer. En Waterschap Peel en Maasvallei ontwikkelt moderne hydrologische modellen en bestrijdt de verdroging in haar gebied door Nieuw Limburgs Peil. Een concreet voorbeeld is de recente plaatsing van een ondergronds scherm in de Peel en stuwen in landbouwgrond om water langer vast te houden.

Vervolg
Beide waterschappen kunnen zich vinden in de conclusies en aanbevelingen van het eindrapport. De meeste aanbevelingen hebben zij ook al opgepakt in bijvoorbeeld organisatieontwikkelingplannen en in de voorbereiding van het nieuwe Waterbeheerplan. De waterschappen zien de aanbevelingen dan ook als aansporing om door te gaan op de ingeslagen weg. De waterschappen gaan inzetten op intensivering van de samenwerking en meer luisteren naar hun omgeving.