Raad van State


Mediagevoelige uitspraken

Wekelijks doet de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op de woensdagen in een groot aantal zaken een uitspraak. De persvoorlichters van de Raad van State maken op maandag een selectie van de uitspraken die interessant kunnen zijn voor de media. Deze selectie vindt u op deze pagina en wordt iedere maandag om 14.00 uur vernieuwd. Een overzicht van alle uitspraken die op de woensdag worden gedaan, staat in de rubriek Hoofdzaken.

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de persvoorlichters van de Raad van State.

Op woensdag kunt u vanaf 10.15 uur de volledige tekst van deze uitspraken lezen.

6 uitspraken gevonden pagina: 1
1. 200704429/1
datum van uitspraak: woensdag 3 september 2008
proceduresoort: Eerste aanleg - meervoudig
rechtsgebied: Kamer 1 - RO - Noord-Holland
inhoudsindicatie:

(Bestemmingsplan "Uiterweg-Plasoevers 2005" van de gemeente Aalsmeer) Uitspraak over de goedkeuring door het college van gedeputeerde staten van Noord-Holland van het bestemmingsplan "Uiterweg-Plasoevers 2005" van de gemeente Aalsmeer. Het plan ziet op het recreatiegebied rondom de Westeinderplassen. Met het plan is beoogd de huidige planologische situatie in kaart te brengen en vast te leggen. Een aantal inwoners van Aalsmeer, enkele jachthavens en een recreatiepark vinden dat dit niet goed is gebeurd en zijn in beroep gekomen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Volgens hen zijn sommige woonboten ten onrechte niet meer in het bestemmingsplan opgenomen, zodat zij illegaal in het water zouden liggen. Ook zijn een aantal steigers en woningen volgens hen ten onrechte niet in het bestemmingsplan opgenomen. Enkele inwoners zijn het er verder niet mee eens dat buiten de bestaande lintbebouwing geen nieuwe woningen mogen komen. De zaak is op 7 juli van dit jaar op zitting behandeld.
2. 200706325/1
datum van uitspraak: woensdag 3 september 2008
proceduresoort: Hoger beroep
rechtsgebied: Kamer 3 - Hoger Beroep - Overige
inhoudsindicatie:

(Ontheffing om persoonsgegevens over de Antilliaanse afkomst in de Verwijsindex Antillianen te verwerken) Uitspraak over de ontheffing die het College bescherming persoonsgegevens (CBP) heeft verleend aan de minister van Wonen, Wijken en Integratie om persoonsgegevens over de Antilliaanse afkomst in de (landelijke) Verwijsindex Antillianen (VIA) te verwerken. De VIA beoogt informatie van lokale instanties over Antilliaanse risicojongeren bijeen te brengen. Het gaat om informatie over werk, wonen, zorg, uitkering, onderwijs, politie (openbare orde en veiligheid) en justitie (strafrecht). Het doel van de VIA is de achterstandpositie van Antilliaanse jongeren weg te werken en de criminaliteit veroorzaakt door deze jongeren aan te pakken en terug te dringen. Omdat de doelgroep zeer mobiel is en een deel daarvan niet in de Gemeentelijke basisadministratie (GBA) is ingeschreven, wordt met behulp van de VIA inzichtelijk gemaakt of in andere gemeenten informatie over de risicojongere bekend is. De Stichting Overlegorgaan Caribische Nederlanders (OCaN) vindt dat het CBP de ontheffing niet had mogen verlenen, omdat dit in strijd zou zijn met de Grondwet en een aantal internationale verdragen, waaronder het Internationaal Verdrag inzake de Uitbanning van alle Vormen van Rassendiscriminatie (IVUR). Ook vindt de OCaN de ontheffing niet noodzakelijk, omdat de problemen van de Antillianen volgens haar ook kunnen worden aangepakt zonder de VIA. De rechtbank in Den Haag heeft in juli 2007 geoordeeld dat het probleem van de 'ongrijpbaarheid' van de risicojongeren mogelijk op een minder vergaande manier kan worden opgelost. Volgens haar is dus de noodzaak van de VIA niet aangetoond. Ook is de ontheffing volgens de rechtbank in strijd met het beleid van het CBP. Zowel de minister als het CBP en de OCaN zijn het niet eens met de uitspraak van de rechtbank en zijn in hoger beroep gekomen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. De zaak is op 10 april van dit jaar op zitting behandeld.
3. 200707530/1
datum van uitspraak: woensdag 3 september 2008
proceduresoort: Eerste aanleg - meervoudig
rechtsgebied: Kamer 2 - Milieu - Overige
inhoudsindicatie:

(Milieuvergunning biodieselfabriek op industrieterrein "De Mosselbanken" in Terneuzen) Uitspraak over de milieuvergunning die het college van gedeputeerde staten van Zeeland heeft verleend aan Biofueling B.V. voor een biodieselfabriek op het industrieterrein "De Mosselbanken" in Terneuzen. In de fabriek wordt jaarlijks 200.000 ton biodiesel geproduceerd. De stichting Natuur en Milieu is het niet met de vergunning eens en is in beroep gekomen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Zij vindt onder meer dat er een milieueffectrapport had moeten worden opgesteld om de gevolgen voor het milieu in kaart te brengen. Ook vreest zij voor aantasting van de natuur in het nabijgelegen Natura 2000-gebied "Westerschelde & Saeftinghe". Verder zijn de normen voor onder meer de uitstoot van geur en van methanol te ruim, aldus de stichting. De zaak is op 24 juni van dit jaar op zitting behandeld.
4. 200708486/1
datum van uitspraak: woensdag 3 september 2008
proceduresoort: Hoger beroep
rechtsgebied: Kamer 3 - Hoger Beroep - Overige
inhoudsindicatie:

(Opschorting toestemming Onur Air om het Nederlands luchtruim te gebruiken) Uitspraak over de opschorting door de minister van Verkeer en Waterstaat van de toestemming aan Onur Air om het Nederlands luchtruim te gebruiken. De minister heeft de toestemming in mei 2005 gedurende één maand opgeschort, omdat Onur Air in 2003, 2004 en 2005 niet voldeed aan bepaalde procedurele veiligheidseisen. De rechtbank in Den Haag heeft het beroep van Onur Air gegrond verklaard, omdat de minister volgens haar niet bevoegd was de toestemming op te schorten. De minister heeft volgens de rechtbank daarvoor een verkeerde wet gebruikt. De minister is het daar niet mee eens en is in hoger beroep gekomen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Ook Onur Air is in hoger beroep gekomen tegen de uitspraak. De luchtvaartmaatschappij is het er niet mee eens dat de rechtbank, ondanks dat de minister niet bevoegd was, de rechtsgevolgen van de opschorting in stand heeft gelaten. Onur Air bestrijdt onder meer het oordeel van de rechtbank, dat bij haar sprake was van een zodanige slordige en nonchalante omgang met de veiligheidseisen dat het gebruik van het Nederlands luchtruim niet langer verantwoord was. De zaak is op 16 juni van dit jaar op zitting behandeld.
5. 200708573/1
datum van uitspraak: woensdag 3 september 2008
proceduresoort: Hoger beroep
rechtsgebied: Kamer 3 - Hoger Beroep - Monumentenwet
inhoudsindicatie:

(Sloopvergunning voor pand aan de Rozenstraat in Amsterdam) Uitspraak over de vergunning op grond van de Monumentenwet 1988 die het dagelijks bestuur van het stadsdeel Amsterdam-Centrum van de gemeente Amsterdam heeft verleend voor de sloop van een pand aan de Rozenstraat in Amsterdam. De sloop vindt plaats in het kader van het project Schievink. Dit voorziet in de restauratie en renovatie van meerdere panden aan de Rozengracht en in de sloop van een deel van de panden aan de Rozenstraat. Daarna wordt nieuwbouw gerealiseerd. Het betreffende pand is een zogenoemd Van Houtenmonument. Dit soort panden bezitten geveldelen die afkomstig zijn van gesloopte panden uit de 17e en 18e eeuw. De Vereniging Vrienden van de Amsterdamse Binnenstad verzet zich tegen de sloop en is in hoger beroep gekomen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Zij vreest dat de monumentale waarde van het pand wordt aangetast. Een eerder beroep is door de rechtbank in Amsterdam ongegrond verklaard. De zaak is op 11 juli van dit jaar op zitting behandeld.
6. 200800625/1
datum van uitspraak: woensdag 3 september 2008
proceduresoort: Hoger beroep
rechtsgebied: Kamer 3 - Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
inhoudsindicatie:

(Stopzetting gebruik panden Vlissingen voor Huiskamerprojekt Drugsgebruikers) Uitspraak over het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Vlissingen om binnen 18 maanden het gebruik van de panden Coosje Buskenstraat 93-99 door de Stichting Huiskamerprojekt voor Drugsgebruikers stop te zetten. Na 18 maanden zal de drugshulpverlening worden ondergebracht in een ander pand. Vanaf 1979 worden de panden aan de Coosje Buskenstraat gebruikt voor hulpverlening aan drugsverslaafden. Een eigenaar van een aantal woonappartementen en een hotel in dezelfde straat zijn het niet eens met de termijn van 18 maanden die de stichting is gegund. Zij willen een onmiddellijke sluiting. De stichting vindt de termijn van 18 maanden juist weer te kort. Volgens haar is de verplaatsing van drugsopvang naar een andere locatie in de stad een zeer tijdrovende en bijna onmogelijke opgave. De zaak is op 18 augustus van dit jaar op zitting behandeld. pagina: 1