abcdefgh
Vereniging van Nederlandse Verkeersvliegers
De heer De Groot
Postbus 192
1170 AD HOOFDDORP
Contactpersoon Doorkiesnummer
- -
Datum Bijlage(n)
3 september 2008 -
Ons kenmerk Uw kenmerk
Venw/DGLM-2008/612 1879/ab/kdr
Onderwerp
WRT
Geachte heer De Groot,
Met belangstelling heb ik kennis genomen van de inhoud van uw brief van 8 augustus
2008. U gaat in op het door mij en mijn collega van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
genomen besluit inzake de Regeling werk- en rusttijden luchtvaart.
U geeft onder meer aan zich niet te kunnen vinden in de inhoud van de regeling en het
proces dat daartoe heeft geleid. Op de daarbij door u gegeven waarderingen en
kwalificaties ga ik niet in; wel wil ik ter toelichting op de totstandkoming van de Regeling
het volgende opmerken.
In de gemaakte keuze heeft het belang van de veiligheid voor het kabinet zwaar
gewogen. Het is ook daarom dat de nieuwe regelgeving ook restrictiever is dan voorheen.
In het meerderheidsstandpunt van de adviescommissie heeft dit punt ook invulling
gekregen, reden waarom ik dit standpunt ook sterk heb laten meewegen in de
besluitvorming.
Omdat EU-OPS een complexe materie betreft die bovendien nauw raakt aan de belangen
van de luchtvaartmaatschappijen en het cockpit- en cabinepersoneel, heb ik op verzoek
van diverse partijen in de luchtvaartsector de u bekende adviescommissie ingesteld. In
deze commissie was ook uw Vereniging vertegenwoordigd. Ik heb de commissie verzocht
mij advies uit te brengen over de beleidsmatige invulling van de zogenaamde "witte
vlekken", dat wil zeggen die onderdelen van EU-OPS waarin de landen een eigenstandige
bevoegdheid hebben. Bij de samenstelling van de commissie heb ik mij op de eerste plaats
laten leiden door het criterium deskundigheid met de betrokken materie.
Postadres Postbus 20901 2500 EX Den Haag Telefoon 070 - 351 6171
Bezoekadres Plesmanweg 1-6 2597 JG Den Haag Fax 070 - 351 7895
Internet www.verkeerenwaterstaat.nl
Bereikbaar met tram 9 (station hs en cs) en bus 22 (station cs)
Venw/DGLM-2008/612
In mijn brief aan de Kamer heb ik aangegeven dat de commissie zeer goed werk heeft
verricht, waardoor op de meeste onderdelen van subpart Q van EU-OPS waarop de
lidstaten zelf bevoegd zijn, overeenstemming is bereikt. Ik ben de commissie dan ook zeer
erkentelijk voor haar inzet.
De adviescommissie heeft eind vorig jaar advies aan mij uitgebracht. De commissie heeft
bij zijn werkzaamheden ten behoeve van die advisering de beschikking gekregen over de
wetenschappelijke achtergrondstudie die TNO op mijn verzoek heeft uitgebracht over
verlengde vliegwerktijden. Naar ik heb begrepen heeft TNO aan de commissie een
toelichting gegeven op het rapport, waarbij ook is ingegaan op de status ervan.
Het advies van de commissie was op de meeste onderdelen unaniem. Helaas is het niet
gelukt om op alle punten - met name waar het gaat om verlenging van de
vliegdienstperiode bij een bepaalde rustperiode en - gelegenheid - tot overeenstemming te
komen. Ik heb begrepen dat de vakorganisaties op enig moment uit het overleg zijn
gestapt en dat het onderwerp uiteindelijk een meerderheids- en een minderheidsadvies
heeft opgeleverd.
Bij mijn besluit voor een nieuwe Regeling werk- en rusttijden in de luchtvaart heb ik mij in
belangrijke mate laten leiden door de adviezen van de commissie. Ik heb daarbij zowel het
meerderheids- als het minderheidsadvies in ogenschouw genomen.
Omdat Nederland en de Nederlandse maatschappijen niet in splendid isolation opereren,
noch waar het gaat om de te hanteren veiligheidsstandaarden, noch waar het gaat om het
level playingfield vanuit een meer economisch perspectief, heb ik de adviezen ook
getoetst aan de regelingen die relevante andere landen hanteren. Deze kwamen voor een
deel pas zeer kort voor de ingangsdatum van 16 juli beschikbaar. Ik heb uit deze toets de
conclusie getrokken dat het meerderheidsadvies een Europees niveau van veiligheid
garandeert en past binnen het streven naar een Europees Level Playing Field.
Wel heb ik de geadviseerde limieten aangevuld met zwaardere randvoorwaarden
aangaande rust aan boord en maximering tot vier sectoren.
Het eindresultaat - mijn keuze voor het meerderheidsadvies - sluit naar mijn overtuiging
aan bij de veiligheidsdoelstellingen van EU-OPS. Het spijt mij dat uw organisatie zich er
desondanks niet in kan vinden.
Overigens beoogt de Regeling een bodem te zijn waaraan alle luchtvaartmaatschappijen
moeten voldoen. Uiteraard staat het elke maatschappij vrij nog restrictiever te zijn,
bijvoorbeeld omdat specifieke operaties daar aanleiding toe geven. Afspraken daarover
zijn niet aan de overheid, maar aan partijen binnen de betreffende maatschappijen.
---
Venw/DGLM-2008/612
Zoals u bekend is, wordt de nieuwe regeling volgend voorjaar geëvalueerd, mede op basis
van de evaluatie door EASA. Ik hecht daarbij veel waarde aan de inbreng van de
stakeholders en ik hoop dan ook dat uw organisatie bereid zal zijn haar medewerking
daaraan te verlenen.
De minister van Verkeer en Waterstaat,
Camiel Eurlings
---
Ministerie van Verkeer en Waterstaat