abcdefgh
Aan
de voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Binnenhof 4
2513 AA DEN HAAG
Contactpersoon Doorkiesnummer
- -
Datum Bijlage(n)
3 september 2008 -
Ons kenmerk Uw kenmerk
VenW/DGLM-2008/614 2070827330
Onderwerp
Kamervragen
Geachte voorzitter,
Hierbij doe ik u de antwoorden toekomen op de vragen van de leden Ulenbelt en
Jansen.
1. Wat is uw motivatie geweest om in de nieuwe Werk- en rusttijdenregeling voor
piloten een maximale aaneengesloten werkperiode van 19 uur of langer op te
nemen?1 En wat houdt dit `langer' in? Hoe verhoudt dit besluit zich tot de
Arbeidstijdenwet?
1. Een vliegdienstperiode van 19 uur is in zeer beperkte mate mogelijk (namelijk
maximaal twee maal per zeven opeenvolgende dagen en alleen als de vlucht
aanvangt tussen 06.00h en 02.00h), wanneer er sprake is van een verdubbeling
van de basis cockpitbemanning, er een horizontale rustgelegenheid aan boord
beschikbaar is en ieder lid van de bemanning tijdens de vlucht tenminste 2,5 uur
rust neemt volgens een door de gezagvoerder opgesteld aflossingsschema. De 19
uur is inclusief de aanmeldprocedure voorafgaand aan de vlucht.
Verlenging van dit aantal uren is alleen mogelijk bij onvoorziene omstandigheden
die zich tijdens de vlucht voordoen. In een dergelijk geval kunnen de limieten voor
de vliegdienstperiode door de gezagvoerder worden bijgesteld na raadpleging van
alle betrokken bemanningsleden. Indien tijdens een tussenstop wordt voorzien dat
de wettelijke limieten overschreden gaan worden, wordt er niet doorgevlogen.
1 Algemeen Dagblad, 10 augustus 2008
Postadres Postbus 20901, 2500 EX Den Haag Telefoon 070 351 61 71
Bezoekadres Plesmanweg 1-6, 2597 JG Den Haag Fax 070 351 78 95
bereikbaar met tram 9 (station hs en cs) en bus 22 (station cs)
VenW/DGLM-2008/614
2. Wat is uw mening over de kritiek die geleverd is door de Vereniging voor
Nederlandse Verkeersvliegers, onder meer met het oog op de veiligheid?
2. Ik deel de mening van de VNV dat deze regeling niet veilig zou zijn niet.
De nieuwe regeling is restrictiever dan de oude regeling, die nooit als onveilig is
bestempeld. Hij is bovendien in lijn met het veiligheidsniveau van buitenlandse
regelingen. Ik ben daarom van mening dat de regeling voldoet aan de
veiligheidsdoelstellingen van EU-OPS.
3. Hebt u besloten in de nieuwe werk- en rusttijdenregeling het advies van TNO
naast u neer te leggen? Zo ja, waarom? Wat waren de conclusies van dit rapport?
En bent u bereid dit onderzoek aan de Kamer te zenden?
3. Het rapport van TNO is ter beschikking gesteld van de adviescommissie die ik met
het oog op de ontwikkeling van het aanvullend beleid heb ingesteld. Het rapport
is op verzoek van de commissie aan haar toegelicht, de commissie heeft het
bestudeerd en heeft mede op basis daarvan advies aan mij uitgebracht. Dat advies
was over het betreffende onderwerp verdeeld: ik heb zowel een meerderheids- als
een minderheidsadvies ontvangen. Ik heb gekozen voor het meerderheidsadvies
vanuit de overweging dat dit kon rekenen op het grootste draagvlak en omdat dit
het best aansloot bij het Europese level playing field, waarbij ik niet alleen het
internationale economische speelveld in aanmerking heb genomen maar ook het
algemene veiligheidsniveau. De regeling zoals voorgesteld door de meerderheid
van de commissie is in de wettelijke regeling aangevuld met restrictievere
randvoorwaarden.
4. Waaruit bestaat de vrijheid voor lidstaten om de onderliggende Europese
verordening naar eigen goedkeuren in te vullen?
4. In EU-OPS is bepaald dat de lidstaten op een aantal met name genoemde
onderdelen aanvullende bepalingen bij de verordening mogen vaststellen. Die
onderdelen hebben betrekking op de onderwerpen gesplitste dienst, rust,
verlenging vliegdienstperiode wegens rust tijdens de vlucht en paraatheid.
Als lidstaten geen gebruik maken van die mogelijkheid, dan geldt op de
desbetreffende onderdelen uitsluitend de kaderregeling van EU-OPS.
5. Hoe groot zijn de economische voordelen van het verlengen van de maximale
werktijden voor piloten?
5. Er is geen sprake is van verlenging van de maximale vliegdienstperiode ten opzichte
van de oude regeling.
---
VenW/DGLM-2008/614
6. Waarop baseert u de veronderstelling dat 19 uur of meer aaneengesloten werken
voor een piloot wel verantwoord is, terwijl dit bijvoorbeeld voor een
vrachtwagenchauffeur niet toegestaan is?
6. Zoals onder vraag 1 al is aangegeven, is een vliegdienstperiode van 19 uur niet de
reguliere situatie.
De situaties zijn ook verder niet vergelijkbaar. Het aantal piloten tijdens dergelijke
vluchten is verdubbeld, waardoor regelmatig afgelost wordt en er ook geslapen kan
worden. Dergelijke lange vluchten moeten overigens gecompenseerd worden met
extra rust voorafgaand en na afloop van de vlucht.
Hoogachtend,
DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT,
Camiel Eurlings
---
Ministerie van Verkeer en Waterstaat