abcdefgh
Aan
de voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Binnenhof 4
2513 AA DEN HAAG
Contactpersoon Doorkiesnummer
- -
Datum Bijlage(n)
3 september 2008 3
Ons kenmerk Uw kenmerk
VenW/2008/DGLM/611 -
Onderwerp
Ministeriële regeling werk- en rusttijden in de luchtvaart
Geachte voorzitter,
Met mijn brief van 6 maart 2008, met kenmerk VenW/DGTL/2008-1073, heb ik
toegezegd u nader te informeren over de benodigde aanpassingen van de regelgeving
(waaronder het Arbeidstijdenbesluit) aan de inwerkingtreding op 16 juli 2008 van het
onderdeel werk- en rusttijden luchtvaart (subpart Q) van EU-OPS. Mede namens de
minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid voldoe ik met deze brief aan die
toezegging.
Als bijlage bij deze brief treft u de betreffende ministeriële regeling aan. Ook heb ik
toegevoegd het advies van de door mij terzake ingestelde adviescommissie, als ook het
resultaat van een door TNO uitgevoerd onderzoek, waarop de adviescommissie zich mede
heeft gebaseerd.
In de regelgeving in het kader van EU-OPS wordt niet alles op Europees niveau
vastgelegd, maar is aanvulling met nationaal beleid voorzien. Dit geldt in het bijzonder
voor het zogenoemde "subpart Q" van EU-OPS, waarin o.a. werk- en rusttijden van
cockpit- en cabinepersoneel worden geregeld.
Ten behoeve van de tot stand te brengen regelgeving heb ik mij allereerst laten adviseren
door een adviescommissie, bestaande uit vertegenwoordigers van de
luchtvaartmaatschappijen en van representatieve organisaties van cockpit- en
cabinepersoneel, aangevuld met drie onafhankelijke deskundigen. Ten behoeve van het
werk van de commissie heeft daarnaast TNO een in mijn opdracht uitgevoerde
wetenschappelijke achtergrondstudie uitgebracht. Tenslotte heb ik inzicht verworven in de
(invulling van de) regelgeving door landen die in het kader van het verzekeren van een
level playing field voor onze luchtvaartmaatschappijen relevant zijn. Voor mijn besluit was
Postadres Postbus 20901, 2500 EX Den Haag Telefoon 070 351 61 71
Bezoekadres Plesmanweg 1-6, 2597 JG Den Haag Fax 070 351 78 95
bereikbaar met tram 9 (station hs en cs) en bus 22 (station cs)
VenW/2008/DGLM/611
bovendien nog van belang dat EU-OPS binnen enkele jaren zal worden opgevolgd door
een volledig geharmoniseerde regeling in EASA-OPS.
De adviescommissie heeft zeer goed werk verricht, waardoor op de meeste onderdelen
van subpart Q van EU-OPS waarop de lidstaten zelf bevoegd zijn, overeenstemming is
bereikt. Op enkele onderdelen, waar het gaat om verlenging van de vliegdienstperiode bij
een bepaalde rustperiode en -gelegenheid tijdens de vlucht, is binnen de commissie geen
overeenstemming bereikt en heeft de commissie mij een meerderheids- en een
minderheidsstandpunt aangeboden. Het minderheidsstandpunt, verwoord door de
vakorganisaties van vliegers en cabinepersoneel, kenmerkte zich door krappere marges bij
het verlengen van vliegwerktijd bij een bepaalde rustperiode en gelegenheid aan boord.
Alles in aanmerking nemende heb ik er voor gekozen de adviescommissie te volgen waar
zij unaniem is in haar adviezen; daaronder valt bijvoorbeeld het handhaven van de
bestaande driedeling in rustgelegenheid aan boord.. Daarnaast heb ik mij voor wat betreft
de verlenging van het aantal vlieguren gebaseerd op het meerderheidsadvies van de
adviescommissie, aangevuld met enkele aanvullende veiligheidsvoorwaarden.
Ik heb de overtuiging dat met deze keuzes goed wordt aangesloten bij het
veiligheidsniveau in de andere relevante landen. Daarmee wordt naast een hoog niveau
van veiligheid ook het level playing field gewaarborgd. Ik hecht eraan te stellen dat in de
nieuwe regeling ten opzichte van de oude geen sprake is van verlenging van de bestaande
werk- en rusttijden. Het tegendeel is het geval. De nieuwe regeling is restrictiever. De
regeling beoogt qua veiligheid een bodem te leggen waaraan alle
luchtvaartmaatschappijen moeten voldoen. Uiteraard staat het elke maatschappij vrij nog
restrictiever te zijn, bijvoorbeeld omdat specifieke operaties daar aanleiding toe geven,
Afspraken daarover zijn niet aan de overheid, maar aan partijen binnen de betreffende
maatschappijen.
Samenvattend kan ik dan ook stellen dat het gewijzigde Arbeidstijdenbesluit Vervoer, dat
nader is uitgewerkt in een nieuwe Regeling werk- en rusttijden luchtvaart, meer
veiligheidswaarborgen biedt dan de vorige, aansluit op het veiligheidsniveau dat de
buitenlandse regelingen beogen en beantwoordt aan de veiligheidsdoelstellingen van EU-
OPS.
Tot slot nog het volgende.
Om de luchtvaartmaatschappijen meer tijd te geven om zich voor te bereiden op de
nieuwe regeling hebben zij een ontheffing gekregen tot aan het begin van het
winterseizoen 2008 - 2009. Tot dan blijft de bestaande nationale regeling gelden.
Deze ontheffing is conform de voorschriften van EU-OPS aangemeld bij de Europese
Commissie.
---
VenW/2008/DGLM/611
De nieuwe regeling zal medio volgend jaar worden geëvalueerd en kan dan indien daartoe
aanleiding bestaat worden aangepast.
Hoogachtend,
DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT,
Camiel Eurlings
---
Ministerie van Verkeer en Waterstaat