College van Beroep voor het bedrijfsleven
Gedetineerd zijn levert geen redelijke grond voor huisbezoek op. Zeer
ernstig misdragen: kankerhoer. Korting van 10 procent gedurende een
maand.
De Raad is van oordeel dat het enkel gedetineerd zijn gedurende aan
aantal maanden geen redelijke grond vormt voor het afleggen van een
huisbezoek. Er waren over appellant geen objectieve feiten en
omstandigheden bekend op grond waarvan redelijkerwijs kon worden
getwijfeld aan de juistheid of de volledigheid van de door hem, voor
het vaststellen van de (omvang van) het recht op bijstand van belang
zijnde, verstrekte gegevens.
Tussen partijen is niet in geschil dat appellant de bijstandsconsulent
heeft uitgescholden voor âkankerhoerâ en dat deze uitlating als een
zeer ernstig misdragen in bovengenoemde zin moet worden aangemerkt.
Appellant heeft in hoger beroep aangevoerd dat zijn gedrag hem niet
(volledig) valt toe te rekenen. In de brief van de psychiater kan geen
verklaring worden gevonden voor de hier in geding zijnde gedraging.
Verder is de stelling dat appellant buiten zijn schuld over
onvoldoende medicijnen beschikte niet met controleerbare gegevens
onderbouwd. Van de hiervoor genoemde gedraging kan niet worden gezegd
dat elke vorm van verwijtbaarheid ontbreekt. Het College was, op grond
van artikel 18, tweede lid, van de WWB, gehouden de bijstand van
appellant te verlagen. De hoogte en de duur van de verlaging is in
overeenstemming met artikel 15, eerste lid, van de
Afstemmingsverordening bepaald op 10% van de bijstand gedurende één
maand.
LJ Nummer:
BE8919
Bron: Centrale Raad van Beroep
Datum actualiteit: 3 september 2008