* Idee VROM
Debat ondertekening advertentie Bluf
02-09-2008
Speech van minister Cramer tijdens het debat over de ondertekening van
de advertentie in Bluf, 2 september 2008.
Mevrouw de Voorzitter,
De rode draad in mijn leven is de zorg voor het milieu. Vanaf mijn
achttiende ben ik er van doordrongen geweest dat als we niet uitkijken
en zuinig zijn op onze aarde het milieu het onderspit zal delven en de
mensheid in een onleefbare wereld terecht zal komen. Ik heb mij altijd
ingezet voor behoud van het milieu, op een manier en met de middelen
die bij de verschillende functies die ik in mijn leven heb gehad,
paste. In de jaren zeventig was ik als studente actief om een
maatschappelijk thema als milieu een plaats te geven in de opleiding
van natuurwetenschappen. Het vak milieuwetenschappen bestond nog
helemaal niet. In de jaren tachtig was ik zes jaar bestuurslid van de
Vereniging Milieudefensie, waarvan de laatste twee jaar als
voorzitter. Daarna was ik voorzitter van alle landelijke natuur- en
milieubeschermingsorganisaties, verenigd in het Landelijk Milieu
Overleg. Naast mijn bestuursfuncties was ik fulltime werkzaam op de
universiteit.
Eind jaren tachtig heb ik de overstap gemaakt naar TNO en het
bedrijfsleven. Als één van de eersten binnen de milieubeweging zag ik
in hoe belangrijk het is om met het bedrijfsleven samen aan het milieu
te werken. Toen volgde er een periode waarin ik als adviseur samen met
zeer veel bedrijven heb gewerkt aan het verankeren van het thema
milieu in bedrijfs- en innovatiestrategieën en vervolgens aan duurzaam
ondernemen. Het was en is nog steeds mijn overtuiging dat milieu en
economie vaak heel goed kunnen samengaan.
En in mijn huidige functie als minister van Ruimte en Milieu draag ik
nog steeds diezelfde boodschap uit.
Bevindingen feitenonderzoek
Vanmorgen heb ik u in een brief de bevindingen van het onafhankelijke
feitenonderzoek naar de totstandkoming van de advertentie in De
Volkskrant van 21 juni 1986 gestuurd. Uit het feitenonderzoek blijkt
dat geen der geïnterviewden uit de groep, wier naam onder de
advertentie werd vermeld, zich nog een duidelijk beeld kan vormen van
de omstandigheden rond de totstandkoming van de advertentie. De mensen
die betrokken waren bij het voorbereiden van de advertentie en de
plaatsing ervan, geven aan dat geen van hen destijds daarover mij
heeft benaderd en om steun of toestemming heeft gevraagd. Uit de
bestudeerde documenten uit de archieven van Bluf! en Milieudefensie is
geen bevestiging te vinden voor het feit dat ik persoonlijk met een
vraag voor steun en/of toestemming zou zijn benaderd, dan wel dat ik
toestemming zou hebben gegeven.
Tegen geweld
Tot zover het feitenonderzoek. Ik wil toch nog een aantal zaken met U
delen. Ik heb in mijn eerste reactie op de publikatie in NRC
Handelsblad al onderstreept dat ik niet tegen buitenparlementaire
acties ben, maar dat die nooit mogen ontaarden in geweldpleging,
inbraak of welke andere criminele activiteit dan ook. Ik heb mij ook
nooit met dergelijke zaken ingelaten. Die opvatting heb ik vanaf het
begin van mijn - laat ik het maar mijn carrière als milieuactivist
noemen - gehad.
Ik wil in dit verband een stukje uit een artikel in De Volkskrant van
19 februari 1983 citeren. Milieudefensie bestond in 1983 10 jaar. Ik
was nog geen voorzitter, maar bestuurslid. Milieudefensie heeft ter
gelegenheid van dat jubileum, in februari van dat jaar in Krasnapolsky
in Amsterdam, een congres georganiseerd onder de naam 'Dag van de
Toekomst'. In het artikel in De Volkskrant daags na deze bijeenkomst
staat dat 'Jacqueline Cramer, (met twee cs), beklemtoonde dat zij zich
distantieerde van de milieuactivisten die geweld predikten dan wel
gebruikten'. Nu moet je natuurlijk niet alles geloven wat er in de
krant staat, maar in dit geval kan ik en iedereen in mijn omgeving die
mij kent, u verzekeren dat het waar is wat in dat artikel staat.
Geweldloosheid is een lijn die ik consequent heb volgehouden, van tóen
tot de dag van vandaag.
Naam onder advertentie
Nog even terug naar de kwestie van de advertentie. Het onderzoek van
Ernst & Young heeft voldoende aangetoond wat er is gebeurd. Toch wil
ik hier nog iets aan toevoegen. De advertentie was een steunbetuiging.
Geen steunbetuiging aan een inbraak, helemaal niet. Het ging hier om
persvrijheid. Mag een blad, of een ander nieuwsmedium, zaken
publiceren die op een niet wettige manier, zoals diefstal, zijn
verkregen? Hierover is een uitgebreide jurisprudentie, die gaat tot
het Europese Hof voor de rechten van de mens, tot aan het Supreme
Court van de Verenigde Staten (denk bijvoorbeeld aan de kwestie van de
zogenoemde Pentagon Papers). De jurisprudentie is in het algemeen zo
dat de pers niet vervolgd moet kunnen worden voor de publicatie van
gestolen of gelekte stukken. Dit is een honorabele en door diverse
rechters onderschreven situatie.
In 1986 ging het om een steunverklaring aan de principes van
persvrijheid. Een medewerker van een drukkerij, die het blad Bluf
drukte, dat op zijn beurt weer de gestolen stukken had gepubliceerd,
dreigde te worden vervolgd. Om dáártegen te protesteren, dáár hebben
de ondertekenaars voor getekend.
Uw vraag aan mij - en ik stel die zelf maar hier - is natuurlijk: Was
U het daar dan mee eens? Had U wel getekend, als u die vraag in
tegenstelling tot wat Ernst & Young hebben geconcludeerd, wel was
gesteld?
Mijn antwoord is: als het alleen zou zijn gegaan om steunbetuiging aan
het principe van persvrijheid, dan had ik destijds inderdaad getekend.
Dat zou ik ook nu nog doen, als ik nu nog voorzitter van
Milieudefensie zou zijn. Maar als duidelijk was geweest dat het niet
alleen ging om publicatie van geheime gegevens, maar ook om publicatie
van persoonlijke gegevens van ambtenaren, dan was mijn antwoord nee
geweest. Publicatie van dat soort persoonlijke gegevens zou ik nooit
accepteren. Toen niet en nu niet.
Tot slot
In 1986, 22 jaar geleden, waren het andere tijden. Het staatsbestel
was veel meer gesloten dan nu, ondanks de net ingevoerde Wet
openbaarheid van Bestuur, er waren veel minder media. De mogelijkheden
voor de burger om informatie te krijgen over de handelwijze van de
overheid zijn nu veel groter dan toen. En ik ben daar als
oud-milieuactivist blij om. Ik ben er blij om dat ik nu deel uitmaak
van een overheid die transparant is. Anders zou ik ook niet willen en
kunnen werken.
Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer