Tien jaar smart: een historische auto met toekomst
(9/3/2008)
smart viert vandaag zijn tienjarig bestaan. Bij zijn introductie in
1997 op de IAA van Frankfurt was de city coupé gelijk dé sensatie.
Wat velen op dat moment nog niet beseften was dat deze smart met zijn
minimale afmetingen en zuinige motor adequate oplossingen bood voor
problemen die sneller dan verwacht actueel zouden worden zoals
dichtslibbende steden en stijgende brandstofkosten.
Al gauw bleek de smart city coupé de juiste auto op het juiste
moment. Niet toevallig, want feitelijk gaat de historie van dé
stadsauto terug tot de vroeg jaren â70 van de vorige eeuw.
De smart city coupé kwam in 1998 op de markt. Hij veroverde gelijk
veel (stads)harten. Ondanks zijn uitermate compacte afmetingen was hij
in vrijwel ieder gaatje te prikken maar tegelijkertijd bood hij wel
ruimte én comfort én een hoog veiligheidsniveau voor twee personen.
De eerste generatie city coupé, die later werd omgedoopt tot fortwo
bleef tot en met 2006 in productie. Hij werd opgevolgd door het
huidige model, dat het innovatieve karakter nog sterker aanzet met
onder meer de beschikbaarheid van micro hybrid drive-technologie. De
smart fortwo is er vandaag als coupé en cabriolet en met zuinige
benzine- en dieselmotoren.
Er was eens, in 1972
Met een tienjarig jubileum kom je als autofabrikant bij wijze van
spreken net kijken. Toch bedriegt de schijn. De eerste stappen op weg
naar een ultracompacte en zuinige stadsauto werden al in 1972 gezet.
Johan Tomforde, coördinator Future Traffic Systems bij Mercedes-Benz
schreef op zes oktober van dat jaar een brief naar zijn toenmalige
baas Werner Breitschwerdt. In die brief liet Tomforde weten dat hij
een fundamentele verandering op het gebied van individuele mobiliteit
in dichtbevolkte agglomeraties verwachtte en dat âde auto in zijn
huidige vormâ niet meer geschikt zou zijn om die vervoersbehoefte
adequaat in te vullen. Het bleef niet bij woorden. Tomforde en zijn
team gingen aan de slag met een auto die in hun ogen de mobiliteit in
steden ook op langere termijn zou garanderen. Deze ultra compacte auto
(2,5 meter lang) met elektrische aandrijving bood plaats aan twee
personen én bagage. Toch haalde het innovatieve model het niet. Op
dat moment bleek het nog niet mogelijk om hem aan de strenge
veiligheidseisen van Mercedes-Benz te laten voldoen.
We schrijven 1981â¦
Hoewel een Mercedes-Benz met een lengte van slechts 2,5 meter op zich
al een revolutionair idee was, had het plan om een stadsauto te
ontwikkelen wel degelijk vaste grond onder de voeten gekregen. Dat
kwam tot uiting in de NAFA korteafstandsauto uit 1981. Dit studiemodel
borduurde voort op het idee uit 1972 en het resultaat was een compact
(l/B/H 2,5/1,5/1,5 m) lichtgewicht (550 kg) prototype met een
driecilinder benzinemotor en voorwielaandrijving. Wat de auto des te
revolutionairder maakte waren zijn schuifdeuren, vierwielbesturing en
complete uitrusting. Ook dit prototype bracht het niet tot
serieproductie. Ook nu weer speelden veiligheidseisen een belangrijke
rol. Plus: ook marktonderzoeken toonden aan dat er vooral behoefte was
aan grote en krachtige autoâs.
Trendbreuk
Eind jaren â80 van de vorige eeuw werd in Californië de Clean Air Act
van toepassing om de smogproblemen in Los Angeles aan te pakken, maar
ook elders was de wereld âin bewegingâ. Het belang van schone lucht
werd steeds meer onderkend en dat leidde onder meer tot een verbod
voor autoâs met verbrandingsmotor in historische stadscentra in
Italië. Ook âruimteâ werd een steeds nijpender probleem. In Tokio
werden alleen nog maar parkeervergunningen afgegeven voor zeer
compacte autoâs (korter dan 3 meter, maximaal 1,4 meter breed). Met
deze ontwikkelingen als uitgangspunt, nam Mercedes-Benz opnieuw het
initiatief.
Amerika
Mercedes-Benz besloot zijn ultracompacte auto, die intern de benaming
MCC01 (micro compact car) had gekregen in Amerika te laten ontwerpen.
De reden daarvoor was simpel: de ontwerpers zouden mensen moeten zijn
die typische stadsproblemen als files, ruimtegebrek en smog dagelijks
aan den lijve ondervonden. Zodoende streek het ontwerpteam onder
leiding van Gerhard Steinle begin 1990 neer in Zuid Californië. De
eisen voor de auto waren bijzonder streng: hij diende zijn twee
passagiers net zo veel ruimte te bieden als een Mercedes-Benz C-Klasse
terwijl de breedte maximaal 1,4 meter mocht bedragen. Tegelijkertijd
werd in Duitsland een chassis met elektrische aandrijving ontwikkeld.
Echter: het project had nog geen âgoâ voor serieproductie. En dus
werden chassis en carrosserie nog niet samengevoegd. In juli 1992
echter kwam de raad van bestuur van Mercedes-Benz naar Californië om
een model van de MCC01 âliveâ te bekijken. Op 4 juli keurde Jürgen
Hubbert het concept met batterijpakket in de bodem goed. De opdracht
daarbij: maak een rijklaar prototype.
De Eco Sprinter en Eco Speedster
Al voordat de opdracht voor een rijdend prototype werd gegeven, hadden
de designers in Californië twee koetswerkvarianten voor het rollende
chassis met elektrische aandrijving ontwikkeld. Dat was officieel niet
de bedoeling, maar het designteam zat ver genoeg van Duitsland om ook
een eigen plan te trekken. Die vrijheid namen ze dan ook en dat is
tekenend voor hun toewijding. De Eco Sprinter (een coupé) en Eco
Speedster (een cabriolet) werden in de loop van 1993 ontwikkeld tot
rijdende prototypes â nog steeds met elektrische aandrijving. Achteraf
gezien bleken de lijnvoering van beide prototypes een duidelijke
voorbode te zijn voor de productiemodellen.
Swatch
Op het moment dat de Mercedes-Benz city cars de weg op gingen voor de
eerste echte kilometers had Werner Niefer, de toenmalige voorzitter
van de raad van bestuur van Mercedes-Benz een afspraak met Nicolas
Hayek. Hayek was de oprichter van horlogemerk Swatch en zodoende de
redder van de Zwitserse horloge-industrie. Hayek was ervan overtuigd
dat de principes die hij toepaste bij de fabricage van horloges ook
kon gebruiken bij de serieproductie van autoâs. Bovendien droomde
Hayek van een kleine, schone, praktische én goedkope stadsauto. In
het grootste geheim kreeg Hayek in zijn Zwitserse hoofdkwartier fotoâs
en videoâs van de Mercedes-Benz city car te zien. Hayek was zó
enthousiast dat hij gelijk een joint venture voorstelde. Swatch was in
die tijd al bezig met de ontwikkeling van elektrische aandrijving voor
een stadsauto, inclusief gestandaardiseerde productiemethodes. Hayek
was van mening dat dit grote kostenbesparingen kon opleveren. Op de
autotentoonstelling van Genève in 1993 kwamen Niefer en Hayek tot een
akkoord, zonder dat dit wereldkundig werd gemaakt.
Micro Compact Car AG
Na âhet akkoord van Geneveâ volgden zeer drukke maanden. Immers: twee
totaal verschillende bedrijven gingen een intensieve samenwerking aan
en dat vergde veel overleg en aanpassingen over en weer. Uiteindelijk
werd de joint venture aangekondigd op 4 maart 1994 en daarbij werden
twee concept cars getoond: de Eco Speedster cabriolet met elektromotor
en de Eco Sprinter coupé met een driecilinder benzinemotor. Beide
modellen beschikten over achterwielaandrijving in combinatie met een
aandrijfunit, die onder de wagenvloer was ingebouwd. In april 1994
werd de Micro Compact Car AG opgericht, een joint venture van
Daimler-Benz en de Schweizerische Gesellschafft für Mikroelektronik
und Uhrenindustrie AG (SMH). Daimler-Benz kreeg daarbij 51% van de
aandelen, SMH 49 %.
Verschil van inzicht
Hayek wilde kleine autoâs produceren zoals hij met horloges deed:
kleurrijk en tegen lage kosten. Mercedes-Benz was echter van mening
dat de veiligheid van het hoogste niveau diende te zijn â een punt
waarop Hayek bereid was te bezuinigen. Het eerste model dat werd
ontworpen als basis voor een productiemodel was de Micro Compact Car
van Mercedes-Benz â met een benzinemotor. Deze kreeg de naam smart:
Swatch Mercedes Art. Swatch had echter een prototype met elektromotor
gereed en zweerde bij deze aandrijfvorm, die door Mercedes-Benz werd
bekritiseerd vanwege uithoudingsvermogen en standvastigheid.
Halverwege 1994 viel het prototype met elektrische aandrijving zwaar
door de mand tijdens een door Swatch georganiseerde praktijkproef
waarbij vertegenwoordigers van Mercedes-Benz waren aanwezig waren. En
dus ging de ontwikkeling verder op basis van aandrijving met een
verbrandingsmotor.
Een nieuw automerk
Nu de laatste verschillen van inzichten uit de weg waren geruimd, kon
de ontwikkeling van de smart goed op gang komen. In Renningen bij
Stuttgart werd de tweezitter volgens productiestandaard ontwikkeld. In
september 1994 was een 1:1-model klaar om te worden voorgelegd aan de
raad van bestuur. Het design werd in april 1995 goedgekeurd en dat was
uiteraard een belangrijke stap op weg naar serieproductie â een nieuw
automerk was geboren. De voorbereiding voor serieproductie liep
inmiddels op volle toeren. Hayek bemoeide zich steeds minder met de
auto zelf, maar leverde wel belangrijke bijdrages aan de ontwikkeling
van het productieproces. Inmiddels was besloten dat de smart in het
strategisch in Europa gelegen Franse Hambach zouden worden
geproduceerd.
smart laat zich zien
In 1996 liet smart zich nadrukkelijk zien. Dit gebeurde onder meer in
Atlanta, waar die zomer de Olympische Spelen werden gehouden. Een
studiemodel zonder deuren, maar al wel met het definitieve âsilhouetâ
toonde aan hoe ruim een kleine auto kon zijn. In september werd op de
autotentoonstelling van Parijs een verder ontwikkeld model getoond.
Deze auto was voor het eerst in verschillende kleuren uitgevoerd: de
kenmerkende Tridion veiligheidscel sprong er voor het eerst echt uit
doordat hij in zilver was gespoten.
Daimler-Benz neemt MCC over
In de aanloop naar serieproductie waren investeringen nodig, die voor
Hayek niet haalbaar waren. Daimler-Benz deed daarom een voorstel om
Hayek uit te kopen. Deze deal werd in februari 1997 beklonken. Hayek
verkocht al zijn aandelen. Dat leidde ook een naamswijziging in: Micro
Compact Car AG werd Micro Compact Car smart GmbH. In september 1997
vierde het productiemodel van de smart zijn wereldpremière op de
autotentoonstelling van Frankfurt â een paar weken later rolden de
eerst voorseriemodellen van de band.
Aan de lopende band
De smart-fabriek in Hambach was en is net zo innovatief en
vooruitstrevend als de autoâs die er vandaan komen. Het
productieproces maakt deel uit van de zogenaamde âsmart-allianceâ die
inhoudt dat toeleveranciers een actie rol in de (kwaliteit van de)
fabricage spelen. Daarbij is milieuvriendelijkheid vanaf het begin
hét uitgangspunt van het complete productieproces geweest. Dat komt
tot uiting in bijvoorbeeld het hergebruik van water en warmte en de
ruime inzet van natuurlijke vezels en gerecyclede materialen. Elke
smart is bovendien zo ontworpen dat hij optimaal recyclebaar is.
Kortom: smart was de eerste fabrikant die al in 1994 een âenvironment
management systemâ volgens de DIN EN ISO 14001 toepaste.
smART
Dé gedachte achter het concept en dus ook het design van de smart was
âreduce to the maxâ. zodoende creëerde smart ook een compleet nieuw
autosegment. De ontwerpers waren er, ondanks het feit dat ze âop de
millimeterâ moesten werken, in geslaagd een goed geproportioneerde
auto mét karakter te ontwerpen. Dat vorm en functie een perfect
samenspel kunnen vormen blijkt bijvoorbeeld uit hét stylingkenmerk:
de duidelijk zichtbare Tridion veiligheidscel en de makkelijk te
verwisselen bodypanelen. Het design van de smart kreeg overal veel
waardering. In 2002 werd de auto zelfs opgenomen in de permanente
collectie van het Museum of Modern Art in New York. De smart was de
zesde auto die deze eer te beurt viel. Hij schaarde zich daarmee in
hetzelfde rijtje als de VW Kever, de Ford T, de Jaguar E-Type, de
Cisitalia GT en een Ferrari F1. De smart was echter de eerste auto die
âtoetradâ terwijl hij nog in productie was.
Op de markt
In 1998 kwam de smart city coupé daadwerkelijk op de markt. Hij was
2,5 meter lang, 1,51 meter breed en 1,52 meter hoog. Zijn driecilinder
benzinemotor was onder de vloer achter in de auto ingebouwd en de
actieve en passieve veiligheidsvoorzieningen waren van uitzonderlijk
hoog niveau. Al in 1999 kwam de auto met driecilinder dieselmotor
(CDI) op de markt. Dit model verbruikte slechts 3,4 l/100 km â dit
komt overeen met een CO2-uitstoot van slechts 90 g/km. In 2000 werd
het gamma verder uitgebreid met de vrolijke smart cabrio met
elektrisch bediende softtop. De meest extreme smart, de crossblade
volgde in 2002. Dit model was extreem minimalistisch: hij had geen
deuren, geen dak en geen voorruit. Er werden 2.000 crossblades
geproduceerd â inmiddels is het een echt collectorsâ item. In 2003
deed de naam fortwo zijn intrede.
Familie-uitbreiding
Het jaar 2003 stond bij smart in het teken van sport met de komst van
de roadster en roadster-coupé . Deze modellen waren met hun lage
gewicht, de achterin geplaatste motor en achterwielaandrijving
volledig gericht op rijplezier. Dat gold helemaal voor de exclusieve
en krachtige BRABUS-versies die snelheden tot 195 km/h konden halen.
BRABUS was overigens ook goed voor de experimentele V6-biturbo met 170
pk. De roadster en roadster-coupé bleven in productie tot en met
2005. In totaal werden er 43.000 geproduceerd.
Smart bracht in 2004 de forfour op de markt, een sportieve vijfdeurs
auto met de motor voorin en voorwielaandrijving. Voor dit model, dat
in het Limburgse Born werd geproduceerd, waren drie- en viercilinder
benzine- en dieselmotoren beschikbaar. Ook de forfour had de Tridion
veiligheidscel en andere typische smart-kenmerken als een laag
gewicht, hoogwaardige veiligheidsvoorzieningen en een slim interieur.
De productie van de forfour stopte in 2006 nadat er zoân 100.000
exemplaren waren geproduceerd. Een compacte SUV van smart haalde het
productiestadium niet.
smart vandaag
smart concentreert zich âvandaagâ weer volledig op waar het in 1998
mee begon en waar het goed én uniek in is: de productie van de
ultracompacte fortwo. In 2007 kwam de tweede generatie op de markt.
Dit model is nog steeds typisch smart, maar hij is in alle opzichten
beter en efficiënter dan zijn voorganger. De timing van zijn komst
was nog beter dan die van de eerste generatie. Immers: de wereld is
juist nu in de ban van schoon, zuinig en milieuvriendelijk. En dus is
de fortwo er nu ook als nog efficiëntere micro hybrid drive en is hij
zelfs in Amerika op de markt. China volgt in 2009. Dat is misschien
wel hét bewijs van de vooruitziende blik van smart. De fortwo was al
de juiste auto op het juiste moment, maar nu zijn 900.000 klanten in
37 landen wereldwijd er meer dan ooit van doorgedrongen dat dÃt het
juiste moment is.
AutoRai