Uitspraken vastgesteld d.d. 11 augustus 2008
door mr. Th. Groeneveld, voorzitter, prof. dr. M.J. Broersma, drs.
C.M. Buijs, mw. A.C. Diamand, en mw. mr. H.M.A. van Meurs, leden, in
tegenwoordigheid van mw. mr. D.C. Koene, secretaris, en mw. mr. P.J.
Blok, plaatsvervangend secretaris.
X / M. Benak en RTV Drenthe
Uitspraak: gegrond
In een uitzending van `Drents Diep' is aandacht besteed aan de
onopgeloste moord op Andrea Luten in 1993. Benak interviewt daarin
onder meer oud-politieman Veen en officier van Justitie mr. Supèr. Het
ruwe materiaal van de interviews is daarna op de website van RTV
Drenthe geplaatst. Klager, die van de moord is vrijgesproken, is in de
interviews genoemd.
Voorafgaand aan de totstandkoming van de reportage hebben verweerders
klager gevraagd mee te werken aan de reportage, hetgeen klager heeft
geweigerd. Ter zitting hebben verweerders naar voren gebracht dat de
insteek van de reportage ten tijde van het contact met klager nog niet
duidelijk was. Pas na contact met verschillende betrokkenen en het
interview met Veen kreeg de reportage vaste vorm. Dat interview met
Veen had voor verweerders aanleiding moeten zijn om opnieuw contact
met klager op te nemen, omdat daarin ernstige beschuldigingen aan het
adres van klager worden geuit. Nu verweerders dat hebben nagelaten,
kan niet worden geconcludeerd dat zij op juiste wijze wederhoor bij
klager hebben toegepast. De reactie van Supèr kan niet dienen als
wederhoor, omdat de beschuldigingen niet Supèr maar klager persoonlijk
betreffen. (zie punt 2.3.1. van de Leidraad van de Raad)
Verder brengt de omstandigheid dat het op internet gepubliceerde
materiaal niet gemonteerd of anderzijds bewerkt is, niet mee dat bij
plaatsing daarvan geen journalistieke afweging hoeft plaats te vinden.
Door publicatie van dat materiaal op internet hebben verweerders de
gehele inhoud van het interview voor hun rekening genomen. Het
interview met Veen biedt de kijker - mede door uitlatingen van Benak -
weinig tot geen ruimte voor een ander oordeel dan dat de door Veen aan
het adres van klager geuite beschuldigingen wel een kern van waarheid
moeten bevatten. Echter, niet is gebleken dat voor de beschuldigingen
een deugdelijke grondslag bestaat. Verweerders hebben dan ook met de
publicatie van dit interview op hun website journalistiek onzorgvuldig
jegens klager gehandeld. Dat in het interview met Supèr het effect van
de beschuldigingen wordt gerelativeerd, kan daaraan niet afdoen, te
meer nu dat interview niet gekoppeld was aan het interview met Veen en
de kijker derhalve niet noodzakelijkerwijs beide interviews diende te
bekijken. (zie punten 1.1, 1.4. en 1.5. van de Leidraad)
Verweerders hebben aldus grenzen overschreden van hetgeen, gelet op de
eisen van journalistieke verantwoordelijkheid, maatschappelijk
aanvaardbaar is.
Trefwoorden:
· Journalistieke werkwijze: hoor en wederhoor
· Feitenweergave: tendentieuze berichtgeving
Publicatie op www.rvdj.nl/2008/37
R.C. van Waning / de Volkskrant
Uitspraak: ongegrond
Op de website van de Volkskrant is het artikel "Oude taferelen in het
nieuwe Afrika" verschenen. In de daarbij geboden ruimte voor reactie
op het artikel heeft klager een reactie geplaatst, waarin hij
Volkskrant-journalist Paul Brill `lobbyist' heeft genoemd. Klager
maakt er bezwaar tegen dat zijn reactie zonder waarschuwing is
verwijderd.
De Raad overweegt allereerst dat het artikel en klagers reactie zijn
geplaatst op de website van verweerder. Net zoals het geval is bij de
papieren krant, is de redactie te allen tijde verantwoordelijk voor en
aanspreekbaar op de inhoud van dit digitale publiciteitsmedium. Van
een publiek domein, waar verweerder geen spelregels voor zou kunnen
opstellen, is geen sprake.
De geplaatste reactie is vergelijkbaar met een ingezonden brief. Zoals
het de redactie vrij staat een ingezonden brief niet te plaatsen in
haar papieren krant, kan zij tevens een op de website verschenen
lezersreactie verwijderen. Gezien de aard van het medium internet is
het passend dat in dit geval toetsing pas achteraf, na plaatsing,
plaatsvindt. Van de redactie kan niet worden verwacht dat zij alle
reacties vooraf controleert. (zie punten 5.1, 5.2. en 5.4. van de
Leidraad van de Raad)
Ten behoeve van het plaatsen van reacties heeft verweerder een aantal
spelregels opgesteld. Deze spelregels formuleren grenzen waarbinnen de
reacties in elk geval dienen te blijven en zijn niet limitatief van
aard. Er kunnen - gelet op de verantwoordelijkheid van de redactie
voor de inhoud - ook andere redenen zijn op basis waarvan zij kan
besluiten tot verwijdering van een reactie. Gelet op de vrijheid van
de redactie om reacties al dan niet te plaatsen, dient de Raad het
beleid van een redactie ter zake marginaal te toetsen. (vgl. RvdJ
2006/67)
Het is niet aan de Raad om te oordelen of het betitelen van een
journalist als `lobbyist' dusdanig schadelijk is voor diens belangen
dan wel voor die journalist zo beledigend is, dat verwijdering van
klagers reactie daarmee gerechtvaardigd is. De Raad moet beoordelen of
de redactie tot het besluit mocht komen om de reactie van klager van
de website te verwijderen. Dat een ander besluit ook mogelijk zou zijn
geweest, is daarbij niet van belang.
De Raad acht het besluit van verweerder om de reactie van klager te
verwijderen niet onaanvaardbaar. Er bestaat geen grond voor de
conclusie dat verweerder grenzen heeft overschreden van hetgeen -
gelet op de eisen van journalistieke verantwoordelijkheid -
maatschappelijk aanvaardbaar is, door de reactie van klager te
verwijderen zonder klager daarover te informeren.
Trefwoorden:
· Aard van de publicatie: ingezonden brieven/reacties op
websites
Publicatie op www.rvdj.nl/2008/38
M. Krohne / TROS Opgelicht?!
Uitspraak: onthouding oordeel c.q. niet-ontvankelijk
Op de website van `TROS Opgelicht?!' is een artikel verschenen onder
de kop "Van Sky Travel naar My Wings Holiday Club". In de publicatie
is aandacht besteed aan een bedrijf van klager. Daarbij is verwezen
naar een uitzending van `TROS Opgelicht?!' van april 2007. De kern van
de klacht is dat de privacy van klager door de publicatie op de
website van verweerder onevenredig is aangetast.
De Raad maakt uit het gewraakte artikel op dat verweerder lezers van
het artikel alert wil maken op een persoon (klager) die betrokken was
bij een of meer organisaties die volgens verweerder financieel nadeel
hebben berokkend aan een aantal mensen. Aldus opgevat bestrijdt klager
het door verweerder gepubliceerde niet. Hij wijst er echter op dat hij
een onbetrouwbare partner had, die ook door de politie is verhoord.
Kennelijk is klager van mening dat van het berokkende nadeel hem geen
verwijt valt te maken. (zie punt 2.4.1. van de Leidraad van de Raad en
vgl. RvdJ 2007/82) Verweerder beoogt met het programma `TROS
Opgelicht?!' en de daarbij behorende website consumenten te beschermen
tegen dubieuze handelspraktijken. Daarmee dient verweerder ten
principale een maatschappelijk belang. In het onderhavige geval is
niet gebleken dat de publicatie buiten het gestelde doel valt. Of
klager van zijn vaststaande betrokkenheid bij organisaties die
financieel nadeel toebrachten aan mensen, geen verwijt kan worden
gemaakt, kan op basis van het door hem gestelde niet worden
beoordeeld. De Raad onthoudt zich daarom van een oordeel over de
klacht.
Voor zover de klacht is gericht tegen de uitzending van `TROS
Opgelicht?!' van april 2007, is klager niet-ontvankelijk. De klacht is
niet binnen 6 maanden na de gewraakte publicatie bij de Raad
binnengekomen, terwijl gesteld noch gebleken is van omstandigheden die
de termijnoverschrijding verontschuldigbaar doen zijn. (vgl. RvdJ
2008/11)
Trefwoorden:
· Privacy: vermelding persoonlijke gegevens
· Procedure: ontvankelijkheid
Publicatie op www.rvdj.nl/2008/39
---
Raad voor de Journalistiek