Gezondheidsraad
Health Council of the Netherlands
De minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening
en Milieubeheer (VROM)
Onderwerp : BioInitiative rapport
Uw kenmerk : -
Ons kenmerk : U-5601/EvR/iv/673-L1 Publicatienr. 2008/17
Bijlagen : -
Datum : 2 september 2008
Geachte minister,
Op 31 augustus 2007 is een rapport gepubliceerd dat steeds vaker een rol speelt in de discussie
rond elektromagnetische velden en gezondheid: het BioInitiative Report: A Rationale for a
Biologically-based Public Exposure Standard for Electromagnetic Fields (ELF and RF)1. Het
rapport geeft aanbevelingen om te komen tot limieten voor blootstelling aan elektromagnetische
velden die aanzienlijk lager zijn dan de limieten die nu in Nederland en in vele andere landen
gehanteerd worden en krijgt in toenemende mate aandacht in de samenleving.
Vanuit uw ministerie is belangstelling getoond voor een oordeel van de Gezondheidsraad over het
BioInitiative rapport. In dit briefadvies geeft de commissie Elektromagnetische velden van de
Raad daarom, gehoord de Beraadsgroep Straling en Gezondheid, een oordeel op hoofdlijnen over
de wetenschappelijke waarde van dit rapport.
Methodiek totstandkoming BioInitiative rapport
De gebruikelijke wijze van opstellen van wetenschappelijke adviesrapporten is, dat een groep
deskundigen, uitgaande van de stand van wetenschap van dat moment, in gezamenlijk overleg tot
een door de gehele groep gedragen eindoordeel komt. De groep wordt samengesteld uit
onafhankelijke deskundigen van de verschillende expertises die bij het onderwerp van belang zijn.
In het geval van elektromagnetische velden zijn dat bijvoorbeeld biologen, epidemiologen,
technici, medici, en soms ook psychologen en risicodeskundigen. De rapporten van onder meer de
Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) en de Gezondheidsraad, maar ook van organisaties die zich
bezig houden met het opstellen van voorstellen voor blootstellingslimieten, zoals de International
1 Zie www.bioinitiative.org.
Bezoekadres Postadres
Parnassusplein 5 Postbus 16052
2511 VX Den Haag 2500 BB Den Haag
Telefoon (070) 340 57 30 Telefax (070) 340 75 23
E-mail: e.van.rongen@gr.nl www.gr.nl
Gezondheidsraad
Health Council of the Netherlands
Onderwerp : BioInitiative rapport
Ons kenmerk : U-5601/EvR/iv/673-L1 Publicatienr. 2008/17
Pagina : 2
Datum : 2 september 2008
Commission on Non-ionizing Radiation Protection (ICNIRP) en de International Commission for
Electromagnetic Safety (ICES) van het Institute of Electrical and Electronics Engineers (IEEE),
komen op een dergelijke wijze tot stand. De verschillende deskundigheden en de interacties tussen
de deskundigen, in combinatie met het bestuderen van alle relevante wetenschappelijke informatie,
leiden er toe dat een afgewogen oordeel gegeven kan worden over de stand van wetenschap. Het is
daarbij van belang dat dit proces via inzichtelijke stappen verloopt. Deze multidisciplinaire
weight-of-evidence methode resulteert in een zo objectief mogelijk en wetenschappelijk
verantwoord eindoordeel.
Het BioInitiative rapport is niet op deze wijze opgesteld. Het rapport is een bundeling van
een aantal hoofdstukken (in het rapport Sections genoemd) die zijn geschreven door individuele
auteurs, maar waarover, naar het zich laat aanzien, onderling geen overleg of discussie is geweest.
Het rapport geeft ook geen indicatie of, en zo ja welke opdracht aan de auteurs is gegeven. In ieder
geval is er geen eenvormige benadering van het opstellen van de hoofdstukken geweest. Hierbij is
het van belang te vermelden dat niet alle auteurs een wetenschappelijke achtergrond hebben. De
methodes die zijn gevolgd bij het verzamelen van de literatuur zijn niet aangegeven. In veel
gevallen is een selectie uit het beschikbare wetenschappelijk materiaal gemaakt, waarbij het
selectiecriterium niet is aangegeven. Als voorbeeld wijst de commissie op hoofdstuk 12, waarin de
auteurs onder meer een overzicht geven van epidemiologische onderzoeken naar de relatie tussen
blootstelling aan 50 Hz magnetische velden en het vóórkomen van borstkanker. De auteurs
schuiven een aantal onderzoeken die zijn uitgevoerd in de woonomgeving terzijde, omdat de
bepaling van de blootstelling niet nauwkeurig genoeg zou zijn. Dat geldt echter ook voor alle
onderzoeken naar de relatie tussen wonen nabij elektriciteitslijnen en het vóórkomen van
kinderleukemie onderzoeken die in een ander hoofdstuk van het rapport uitgebreid worden
besproken. Verder hebben de auteurs verscheidene onderzoeken waarin geen verband tussen
borstkanker en blootstelling aan magnetische velden werd gevonden in hun analyse niet
meegenomen. In het algemeen kan gesteld worden dat de wetenschappelijke kwaliteit van de
inhoudelijke hoofdstukken zeer uiteenlopend is.
Het eerste hoofdstuk, opgesteld door de initiatiefneemster van het BioInitiative rapport, bevat
de samenvatting en conclusies, die in veel gevallen verder gaan dan de conclusies die door de
auteurs van de inhoudelijke hoofdstukken worden getrokken. Het is onduidelijk of en hoe er met
hen terugkoppeling is geweest, of zij de formulering van de conclusies in de samenvatting
onderschrijven en op grond waarvan de schrijfster tot andere conclusies komt.
Bezoekadres Postadres
Parnassusplein 5 Postbus 16052
2511 VX Den Haag 2500 BB Den Haag
Telefoon (070) 340 57 30 Telefax (070) 340 75 23
E-mail: e.van.rongen@gr.nl
Gezondheidsraad
Health Council of the Netherlands
Onderwerp : BioInitiative rapport
Ons kenmerk : U-5601/EvR/iv/673-L1 Publicatienr. 2008/17
Pagina : 3
Datum : 2 september 2008
Waarom het BioInitiative rapport?
In de hoofdstukken 2, 3 en 4 geeft dezelfde auteur een uitgebreide onderbouwing van haar
opvatting waarom de huidige blootstellingslimieten ontoereikend zijn. In hoofdstuk 2 wordt als
motivatie voor het opstellen van het rapport vermeld:
The Report has been written to document the reasons why current public exposure standards for
non-ionizing electromagnetic radiation are no longer good enough to protect public health.
Het ging a priori dus niet om een objectieve analyse van de stand van wetenschap, om vervolgens
te komen tot daaruit voortvloeiende aanbevelingen, maar om het gericht aandragen van
documentatie om aan te tonen waarom de bestaande standaarden niet zouden voldoen.
Onvolkomenheden
Naast de hierboven uiteengezette principiële en methodologische bezwaren, staan in verschillende
hoofdstukken ook nog diverse feitelijke onjuistheden. De commissie geeft hiervan twee
voorbeelden. Op pagina 6 van hoofdstuk 1 stelt de auteur:
It appears it is the INFORMATION2 conveyed by electromagnetic radiation (rather than heat) that
causes biological changes - some of these biological changes may lead to loss of wellbeing,
disease and even death.
Deze uitspraak is wetenschappelijk niet onderbouwd en naar de mening van de commissie onjuist.
Allereerst wordt er bij laagfrequente velden geen informatie overgebracht en vindt er ook geen
opwarming plaats. Bij radiofrequente velden wordt informatie overgebracht door middel van
modulatie. In enkele experimentele onderzoeken zijn aanwijzingen gevonden dat bepaalde
biologische effecten optreden bij blootstelling aan een gemoduleerd signaal en niet of in mindere
mate bij blootstelling aan een ongemoduleerd signaal. Dit is echter nog onvoldoende
wetenschappelijk bevestigd. Onbekend is of dergelijke biologische effecten tot
gezondheidseffecten kunnen leiden. De suggestie dat sommige gevonden biologische effecten tot
2 Hoofdletters door de auteur aangegeven.
Bezoekadres Postadres
Parnassusplein 5 Postbus 16052
2511 VX Den Haag 2500 BB Den Haag
Telefoon (070) 340 57 30 Telefax (070) 340 75 23
E-mail: e.van.rongen@gr.nl
Gezondheidsraad
Health Council of the Netherlands
Onderwerp : BioInitiative rapport
Ons kenmerk : U-5601/EvR/iv/673-L1 Publicatienr. 2008/17
Pagina : 4
Datum : 2 september 2008
vermindering van welbevinden, ziekte, of zelf de dood zouden kunnen leiden is niet
wetenschappelijk onderbouwd.
Op pagina 15 van hoofdstuk 1 stelt de auteur:
For example, the roll-out of the new 3rd Generation wireless phones (and related community-wide
antenna RF emissions in the Netherlands) caused almost immediate public complaints of
illness.(5)
De literatuurverwijzing is naar een TNO-onderzoek uit 2003.3 Zowel de uitspraak zelf als de
verwijzing naar het TNO-onderzoek zijn niet correct. Ook voor de ingebruikname van UMTS
netwerken waren er al mensen die diverse klachten toeschreven aan elektromagnetische velden,
met name die afkomstig van GSM-basisstations. Het TNO-onderzoek gaf aanwijzingen dat
blootstelling aan een UMTS-basisstationsignaal (maar niet aan een GSM signaal) een negatieve
invloed op het welbevinden zou kunnen hebben. Publicatie van dit onderzoek leidde tot
ongerustheid en een toename van het aantal klachten, zonder dat er al UMTS signalen werden
uitgezonden. In vier onafhankelijke vervolgonderzoeken zijn overigens geen aanwijzingen
gevonden die de resultaten van TNO bevestigen.4
De commissie zal de vele andere tekortkomingen van het ruim 600 pagina's tellende rapport hier
niet verder opsommen. Dat kan zo nodig in een andere publicatie plaatsvinden. Ook al deze
onvolkomenheden geven de commissie geen vertrouwen in de kwaliteit van het rapport.
3 Zwamborn, APM, Vossen, SHJA, Leersum, Bv, e.a. Effects of global communication system radio-frequency fields on
well being and cognitive functions of human subjects with and without subjective complaints. The Hague: TNO Physics
and Electronics Laboratory, 2003; FEL-03-C148.
4 - Regel, SJ, Negovetic, S, Röösli, M, e.a. UMTS base station-like exposure, well-being, and cognitive performance.
Environ Health Perspect, 2006; 114(8): 1270-1275.
- Riddervold, IS, Pedersen, GF, Andersen, NT, e.a. Cognitive function and symptoms in adults and adolescents in
relation to rf radiation from UMTS base stations. Bioelectromagnetics, 2008; 29(4): 257-267.
- Eltiti, S, Wallace, D, Ridgewell, A, e.a. Does short-term exposure to mobile phone base station signals increase
symptoms in individuals who report sensitivity to electromagnetic fields? A double-blind randomised provocation study.
Environ Health Perspect, 2007;115(11): 1603-1608.
- Furubayashi, T, Ushiyama, A, Terao, Y, e.a. Effects of short-term W-CDMA mobile phone base stations exposure on
women with and without mobile phone related symptoms. Bioelectromagnetics, 2008; in press.
Bezoekadres Postadres
Parnassusplein 5 Postbus 16052
2511 VX Den Haag 2500 BB Den Haag
Telefoon (070) 340 57 30 Telefax (070) 340 75 23
E-mail: e.van.rongen@gr.nl
Gezondheidsraad
Health Council of the Netherlands
Onderwerp : BioInitiative rapport
Ons kenmerk : U-5601/EvR/iv/673-L1 Publicatienr. 2008/17
Pagina : 5
Datum : 2 september 2008
Conclusie
In aanmerking genomen de wijze van tot stand komen, het selectieve gebruik van
wetenschappelijke gegevens en de verdere bovengenoemde tekortkomingen concludeert de
commissie dat het BioInitiative rapport geen gebalanceerd en objectief beeld geeft van de huidige
stand van de wetenschap. Het rapport geeft dan ook geen aanleiding om de gangbare opvattingen
over de risico's van blootstelling aan elektromagnetische velden te herzien.
Het BioInitiative rapport pleit voor het voorkómen van elk effect van elektromagnetische
velden op biologische systemen en gaat daarbij voorbij aan het onderscheid dat door experts
gemaakt wordt tussen effect en schade. De commissie deelt deze benadering niet en heeft hiervoor
in eerdere publicaties argumenten aangedragen (bijvoorbeeld in het advies Mobiele telefoons een
gezondheidskundige analyse uit 2002). In het Jaarbericht Elektromagnetische velden 2008 zal zij
aan dit onderwerp wederom aandacht besteden.
Hoogachtend,
Mevr. prof. dr M. de Visser
Vice-voorzitter
De commissie Elektromagnetische velden had bij het opstellen van dit advies de volgende samenstelling:
· dr G.C. van Rhoon, fysicus; Erasmus Universitair Medisch Centrum Rotterdam, voorzitter · dr L.M. van Aernsbergen,
fysicus; Ministerie van VROM, Den Haag, adviseur · prof. dr ir G. Brussaard, hoogleraar radiocommunicatie (emeritus);
Technische Universiteit, Eindhoven · dr. G. Kelfkens, fysicus, Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu,
Bilthoven, adviseur · prof. dr ir H. Kromhout, hoogleraar arbeidshygiëne en blootstellingskarakterisering, Institute for
Risk Assessment Sciences, Universiteit Utrecht · prof. dr ir F.E. van Leeuwen, hoogleraar epidemiologie van kanker;
Vrije Universiteit Amsterdam, en Nederlands Kanker Instituut, Amsterdam · dr H.K. Leonhard, fysicus; Ministerie van
Economische Zaken, Groningen, adviseur · prof. dr W.J. Wadman, hoogleraar neurobiologie, Universiteit van
Amsterdam · D.H.J. van de Weerdt, arts, medisch milieukundige; Hulpverlening Gelderland Midden / GGD, Arnhem ·
prof. dr ir A.P.M. Zwamborn, hoogleraar elektromagnetische effecten; Technische Universiteit Eindhoven, en TNO,
Den Haag · dr E. van Rongen, radiobioloog; Gezondheidsraad, Den Haag, secretaris.
Bezoekadres Postadres
Parnassusplein 5 Postbus 16052
2511 VX Den Haag 2500 BB Den Haag
Telefoon (070) 340 57 30 Telefax (070) 340 75 23
E-mail: e.van.rongen@gr.nl